zaterdag 19 oktober 2013

De wagenmenner

Ik ben toch ook niet goed snik. Ik sjouw me te pletter aan drie dikke kunstboeken, Griekse kunst, over alle mythen van de wereld, over koorbanken in Oirschot, omdat ze maar 1 euro per stuk kosten. Eerst keek ik er over heen, maar toen ik eenmaal begon te bladeren dacht ik: deze schat aan info, al die plaatjes, die mooie oude bruine foto's van middeleeuws houtsnijwerk in die kerk, contemplatief gefotografeerd door een oude kapucijn: Nee, dat kan ik niet achterlaten, en dat het dan op een brandstapel terecht komt.

Ik kreeg er een dun plastic zakje omheen, die gaandeweg brak. Boeken stevig onder de arm geklemd. Alternerend tegen mijn borst aangedrukt, omdat ik spierpijn in mijn armen kreeg.  Dit is op Zaterdag struinen en flaneren in de stad. Toen vond ik ook nog een winterjas met capuchon en met zo'n ouderwets berenvelletje met drukknoopjes, die je erin en eruit kunt halen, zo'n nostalgiejas van vroeger, ik riep: heb je alsjeblieft een plastc zak? Nee, die hadden ze eerst niet en toen kwam er gelukkig net een verse lading bij de kassa. Van de vintage-winkel, die booming zijn, het is nu hip en mag. Maar ik doe niet anders al jaren.

En nu zit ik noodzakelijkerwijs een blog te typen, want ik moet effe uitrusten en zitten. In het boek met Griekse kunst stonden grote foto's van de Wagenmenner in Delphi en op dat beeld ben ik ooit verliefd geworden, toen ik daar was. Ik was alleen en had me gedurende de middaghitte 'zo'n beetje laten insluiten bij de tempel van Delphi. Er waren in ieder geval geen toeristen. Ik was alleen, liep het zaaltje in, uiteindelijk, als laatste en daar stond hij.

Of zij, want ze houdt iets androgyns, door de lange jurk tot op de grond. Maar niet heus, want je ziet tegelijk de ruwige kin, die wijst naar de mogelijk lichte baardgroei van de Wagenmenner. Het beeld straalt een en al vitaliteit en levenslust uit. En een grote opmerkzaamheid en alertheid, tegelijkertijd. Hij staat iets te mennen, paarden, een wagen, maar die zijn niet bewaard gebleven. Er is alleen maar de suggestie van vaart en vooruitgang, beweging. Allemaal mogelijk door de stilte en het beheerste van de Wagenmenner.

Ik nam me in dat zaaltje voor, zelf een wagenmenner te zijn. Het is geloof ik alweer meer dan 30 jaar geleden dat ik daar stond. Nog steeds wil ik een wagenmenner zijn. Daarom dat ik me nu een ongeluk sjouw aan een boek waar hij in volle glorie staat te mennen.