Ik heb een heel onderhoudend boek gelezen: Onder mannen van Norah Vincent. Zij is een 'mannelijke' vrouw, tenminste zo zag ze zichzelf altijd, alvorens ze de reis ondernam naar de wereld van de mannen, door 18 maanden lang als Ned door het leven te gaan. Ze heeft filosofie gestudeerd en is journalist en ze leeft met een vrouw: Over dat aspect hoefde ze dus bij al die hetero-mannen niet te liegen.
Ze schrijft scherp, met hele rake voor mij ook herkenbare analyses, met humor en een vermogen om zichzelf te relativeren. Heel eerlijk ook: over haar emoties, haar mis-inschattingen, haar eigen vooroordelen die gaandeweg worden afgebroken. Op het einde van het boek stort ze in: het heeft van haar teveel gevergd, om die vrouw in een namaak-mannenlichaam te zijn, of ook wel: zich als man proberen te gedragen, en ontdekken dat ze in wezen een vrouw is.
Het eerste circuit waar ze zich in begeeft is een bowling -club en haar eerste ontdekking is, dat mannen onder elkaar een vanzelfsprekende kameraadschap en verbond met elkaar hebben. Ze voelt het bij elke handdruk die ze krijgt: bij vrouwen ervaart ze altijd een elkaar aftasten, subtiele macht- en territoriumneigingen, maar bij mannen in het geheel niet. Ze is en blijft de slechtste in bowlen, maar iedereen, zelfs die van het concurrerende team wanneer er competitie gespeeld wordt, zijn oprecht bezig om haar prestaties te verbeteren.
Dan gaat ze stripclubs bezoeken. Daar proeft ze iets van het mannelijke testosteron, dat mannen ertoe beweegt om stiekem, zonder dat aan vrouwen en vriendinnen te vertellen, naar zo'n club te gaan. Puur het lozen van seksuele spanningen: hier is geen enkel menselijk contact, noch van de kant van de mannen, als de vrouwen. Ze hoort van binnenuit dat al die mannen, welke plek ze ook hebben op de maatschappelijke ladder, geen andere oplossing hebben dat dit: zo'n stripclub. En anders dan kijken ze naar porno... Voor de meeste mannen is dit a fact of life.
Vervolgens gaat ze undercover in een klooster. Haar beschrijvingen van de spanningen en de wijze van niet-communicatie, de subtiele hiërarchie, hoe elke vreemdeling het hele web van zo'n gemeenschap laat trillen, vond ik zeer accuraat. Hoe zij binnen drie weken het hele 'pscychologische plaatje 'uittekent, iets wat ik pas, na anderhalf jaar een kamer gehad te hebben in een klooster, een beetje door begon te krijgen...
Ze schrijft scherp, met hele rake voor mij ook herkenbare analyses, met humor en een vermogen om zichzelf te relativeren. Heel eerlijk ook: over haar emoties, haar mis-inschattingen, haar eigen vooroordelen die gaandeweg worden afgebroken. Op het einde van het boek stort ze in: het heeft van haar teveel gevergd, om die vrouw in een namaak-mannenlichaam te zijn, of ook wel: zich als man proberen te gedragen, en ontdekken dat ze in wezen een vrouw is.
Het eerste circuit waar ze zich in begeeft is een bowling -club en haar eerste ontdekking is, dat mannen onder elkaar een vanzelfsprekende kameraadschap en verbond met elkaar hebben. Ze voelt het bij elke handdruk die ze krijgt: bij vrouwen ervaart ze altijd een elkaar aftasten, subtiele macht- en territoriumneigingen, maar bij mannen in het geheel niet. Ze is en blijft de slechtste in bowlen, maar iedereen, zelfs die van het concurrerende team wanneer er competitie gespeeld wordt, zijn oprecht bezig om haar prestaties te verbeteren.
Dan gaat ze stripclubs bezoeken. Daar proeft ze iets van het mannelijke testosteron, dat mannen ertoe beweegt om stiekem, zonder dat aan vrouwen en vriendinnen te vertellen, naar zo'n club te gaan. Puur het lozen van seksuele spanningen: hier is geen enkel menselijk contact, noch van de kant van de mannen, als de vrouwen. Ze hoort van binnenuit dat al die mannen, welke plek ze ook hebben op de maatschappelijke ladder, geen andere oplossing hebben dat dit: zo'n stripclub. En anders dan kijken ze naar porno... Voor de meeste mannen is dit a fact of life.
Vervolgens gaat ze undercover in een klooster. Haar beschrijvingen van de spanningen en de wijze van niet-communicatie, de subtiele hiërarchie, hoe elke vreemdeling het hele web van zo'n gemeenschap laat trillen, vond ik zeer accuraat. Hoe zij binnen drie weken het hele 'pscychologische plaatje 'uittekent, iets wat ik pas, na anderhalf jaar een kamer gehad te hebben in een klooster, een beetje door begon te krijgen...
Enfin: ze gaat ook nog daten en had daar heel hoge verwachtingen van: ze dacht voor veel vrouwen een ideaal soort gevoelige man te kunnen zijn, maar ze ontdekt dat simpelweg haar tengere postuur voor vele vrouwen, na geanimeerd mailcontact, een afknapper is. Ze ziet de dubbelheid in het verwachtingspatroon van hetero-vrouwen: de man moet én gevoelig en gelijkwaardig doen en zijn, maar tegelijk ook de sterke redder blijven, degene die het overzicht houdt, enzovoort.0
Het boek is uit 2006 en ze concludeert dat zowel vrouwen als mannen baat zouden hebben bij een mannen-emancipatie, zoals ze aan de lijve meemaakt in een wilde-mannen-emancipatie-groep. Want ook mannen hebben een gevoelsleven, maar hebben dat nooit kunnen ontwikkelen.
Ik denk dat er in 10 jaar tijd wel wat veranderd is. Er is een generatie van huidige jongemannen ontstaan die wel veel zacher en gevoeliger zijn, en kwetsbaarheid durven te tonen. Ik vind dat verheugend.