Ik blijf me er erg van bewust dat ik tegenwoordig, dat is dus vanaf januari, veel minder in het klooster ben. Op elke Vrijdag ben ik me daar het meest bewust van: omdat dit de dag zou zijn die ik al jarenlang mijn 'kloosterdag' noem en die één keer in de twee weken gevuld was met de meditatie in het klooster.
Vorige week had ik in het wijkcentrum ertegenover een afscheidsreceptie van een oud-collega. Ik had de intentie om tevoren de vespers bij te wonen en daarna over te steken naar de andere kant van de straat. Maar mijn dwaaltocht erheen, al wandelend, er ontvouwde zich weer een nieuwe weg, ditmaal langs het kanaal, had enige obstakels. Ik kwam op een bouwterrein en er bleek geen uitgang aan de andere kant, dus ik moest helemaal terug. Ik was dus te laat voor de vespers.
Morgen is het weer vrijdag en nu denk ik erover om de andere kant op te wandelen: vanaf station Ravenstein naar het Clarissenklooster in Megen. Of ik dan mee ga doen met de vespers én de euchrastieviering, zag ik net op hun site, dat weet ik niet. Misschien wordt het ook iets heel anders: bijvoorbeeld naar de tentoonstelling over Franciscus in het Caterijnenconvent in Utrecht.
Ik mis de meditatie op zich niet. Iets voor anderen doen, is eigenlijk juist uit de beslotenheid treden, dus de 'kloosterdag' zonder dit, is eigenlijk veel meer een contemplatieve kloosterdag dan in al die acht jaren hiervoor. Maar iets in en rondom het klooster mis ik wel of houdt me nu anders bezig, getuige mijn nachtdromen.
Ik droom eigenlijk al jaren bijna nooit. Heel zelden, had ik dan wel een heel heldere, duidelijke droom, alsof ik in een speelfilm was beland. Maar nu wordt ik bijna elke ochtend wakker en weet ik dat ik iets rondom het klooster heb gedroomd. Er komen zusters in voor en het vreemde is, dat ik dan met hen ergens buiten het klooster ben: op een busreisje, in een landschap, ergens iets doen met een groep erbij.
Wat zou dit betekenen? Geen idee. Ik kan er wel allerlei interpretaties op los gaan laten, maar het blijft allemaal gissen. Misschien is het gewoon mijn brein, dat prikkelingen van jarenlang aan het verwerken is. Maar toch... het houdt ook levend dat ik me ergens, ten diepste, wellicht toch een beetje een soort buitenzuster voel. Of in ieder geval iets van een 'besloten leven' koester.
Vorige week had ik in het wijkcentrum ertegenover een afscheidsreceptie van een oud-collega. Ik had de intentie om tevoren de vespers bij te wonen en daarna over te steken naar de andere kant van de straat. Maar mijn dwaaltocht erheen, al wandelend, er ontvouwde zich weer een nieuwe weg, ditmaal langs het kanaal, had enige obstakels. Ik kwam op een bouwterrein en er bleek geen uitgang aan de andere kant, dus ik moest helemaal terug. Ik was dus te laat voor de vespers.
Morgen is het weer vrijdag en nu denk ik erover om de andere kant op te wandelen: vanaf station Ravenstein naar het Clarissenklooster in Megen. Of ik dan mee ga doen met de vespers én de euchrastieviering, zag ik net op hun site, dat weet ik niet. Misschien wordt het ook iets heel anders: bijvoorbeeld naar de tentoonstelling over Franciscus in het Caterijnenconvent in Utrecht.
Ik mis de meditatie op zich niet. Iets voor anderen doen, is eigenlijk juist uit de beslotenheid treden, dus de 'kloosterdag' zonder dit, is eigenlijk veel meer een contemplatieve kloosterdag dan in al die acht jaren hiervoor. Maar iets in en rondom het klooster mis ik wel of houdt me nu anders bezig, getuige mijn nachtdromen.
Ik droom eigenlijk al jaren bijna nooit. Heel zelden, had ik dan wel een heel heldere, duidelijke droom, alsof ik in een speelfilm was beland. Maar nu wordt ik bijna elke ochtend wakker en weet ik dat ik iets rondom het klooster heb gedroomd. Er komen zusters in voor en het vreemde is, dat ik dan met hen ergens buiten het klooster ben: op een busreisje, in een landschap, ergens iets doen met een groep erbij.
Wat zou dit betekenen? Geen idee. Ik kan er wel allerlei interpretaties op los gaan laten, maar het blijft allemaal gissen. Misschien is het gewoon mijn brein, dat prikkelingen van jarenlang aan het verwerken is. Maar toch... het houdt ook levend dat ik me ergens, ten diepste, wellicht toch een beetje een soort buitenzuster voel. Of in ieder geval iets van een 'besloten leven' koester.