donderdag 14 april 2016

Hersenkneuzingtraject (1)

Het is me wat...Het gaat op mijn werk zó veranderen dat ik zo meteen niet meer mee kan... Ik was - of beter: bén - een beheerder-van-de-oude-stijl: verbindingen leggen tussen mensen, een luisterend oor zijn, mensen stimuleren om dingen te ondernemen,  lol hebben als mensen zich thuis voelen in een wijkcentrum. Maar de nieuwe beheerder wordt een vliegende kiep, die overal, door de hele stad heen,  inzetbaar is en ten alle tijden beschikbaar moet zijn.

Nu heb ik in 2003 een hersenkneuzing opgelopen. Daar heb ik jaren niet veel meer van meegemaakt, maar de voorspelling van toen is wel aan het uitkomen: op latere leeftijd zouden klachten kunnen terugkomen. Niet tegen fel licht kunnen, dat het broeit in mijn hoofd, fijne coördinatie die niet goed werkt, onbewuste handelingen, enzovoort:... het werd een hele waslijst, toen ik het op verzoek van de leidinggevende ging opschrijven.

Daarmee gingen we vandaag naar de bedrijfsarts en die vind dat ik in de loop van de tijd toch wel al veel heb moeten inleveren. Dat ik geniet van stilte en daar deels in woon, dat heb ik er niet bij verteld: s'avonds stil zitten, zonder tv, vind ik heerlijk, maar in het kader van een hersenkneuzing lijkt het inertie en niks meer kunnen doen.

Ik wil liever geen beheerder nieuwe stijl zijn, zie dat niet zo voor me. Met de hersenkneuzing is er een fysiek argument om het ook niet te kunnen... Dus wat nu? In mijn huidige wijkcentrumpje ben ik als een vis in het water, alleen hier werken, daarmee kan ik nog jaren voort. Maar vliegende kiep worden is de nieuwe functie-invulling.

Dus dit is het begin van een nieuw traject waar werknemer, ik dus, en werkgever kijken of er 'mogelijkheden voor aanpassingen' zijn. Zo niet; dan betekent het 'nadenken over alternatieven'. Hum. Ik ben een ambtenaar van de gemeente en er schijnen banen te zijn waar je geen vermoeden van hebt, dat ze bestaan, zei mijn leidinggevende.

'En er maar voor bidden' zei hij.  'Je kijkt erbij alsof ik een grapje maak?' Ik zei hem dat ik  de laatste tijd wel een andere kant van hem had gezien, maar inderdaad dan niet weet of dit een grapje is. 'Nee, dat is niet zo', zei hij. 'Voor mij is dat heel belangrijk. Ik heb ook een heel  zachte kant hoor.... die je niet meteen ziet.'

Ik ga het maar als een nieuw soort van avontuur beschouwen. Want vliegende kiep wil ik niet worden. Wordt vervolgd.