Wat was het een bijzondere dag. Met Moeder en Zusje naar onze oude familieplek in de Hoge Veluwe. Vroeger... Toen gingen we in de weekenden, wanneer het mooi weer was, met de wagen vol geladen naar de Hoge Veluwe. Daar had de familie een jaarabonnement op. Geldig met twee kinderen, dus de anderen moesten bij de ingang duiken, onder een dekentje in de kattenbak.
Binnen, kwamen we op de heenweg vaker een familie everzwijn tegen. Die waren toen heel tam, ze scharrelden langs de kant van de weg, met mooie glanzend gekamde donkerbruine vachten en de jonkies, lichtbruin met spikkeltjes. We reden naar die ene plek, en maar hopen dat die nog niet bezet was, en meestal was dat niet zo. Een hellende zandverstuiving met dennenbomen eromheen.|
Onderaan werd de Simca-stationcar geparkeerd, het picknicktafeltje, de bodem van de kattenbak, werd uitgeklapt, de tassen met boeken en broodjes, de kleden en de scheppen werden eruitgehaald, de campingstoeltjes uitgeklapt en de dag kon beginnen.
Zo slim verzonnen, denk ik nu, door die ouders van mij. Ze hielden zelf erg van lezen. Ik herinner me op zaterdag in de stad bij het winkelen, dat die standaard in Kloosterman, de boekhandel, eindigde en wij, de kinderen naar de kinderafdeling werden gestuurd. Het wachten tot ze klaar waren duurde eeuwen. De kinderafdeling was nog niet zo'n belevingsruimte als dat het nu is: er waren maar enkele schappen met kinderboeken en die kende je ondertussen wel. Daar kochten ze dus hun leesvoer voor de Hoge Veluwe.
Konden ze de hele dag rustig in de schaduw van een grote dennenboom met overhangende takken lezen, terwijl hun kinderen zich in die levensgrote zandbak vermaakten. Ach, de tijdsbeleving van een kind... urenlang met scheppen in de weer, takken zoeken, kuilen graven, hutten bouwen. Alleen maar af en toe naar beneden rennen voor wat limonade en een broodje. Heel soms ging ik languit liggen op de paarse deken en keek ik naar de luchten, herinner ik me. Volgens mij las ik zelf dan niet.
Daar waren we nu. De zandverstuiving is helemaal begroeid geworden, de grote dennenboom leek kleiner, maar Zusje kon er nog met hetzelfde gemak als vroeger in klimmen. Moeder, met moeite, op het picknickkleed, we aten mijn zelfgebakken marmercake en crackers met Kip Samurai: een salade die ik onlangs ontdekt had en die moeder ook zeer goed beviel: die wilde ze ook voor het inwijdingsfeestje van haar nieuwe woonplek met de familie de volgende dag.
Vroeger gingen we reeën zoeken bij zonsondergang bij het bosje van Staf en met een tekening daarvan won ik er ooit een tweede prijs, nu kwamen we tijdens het rondtoeren op de terugweg zomaar families reeën en everzwijnen tegen. We bewonderden ze als vanouds en maakten heel veel foto's. Dat doet men tegenwoordig, vroeger niet.
Binnen, kwamen we op de heenweg vaker een familie everzwijn tegen. Die waren toen heel tam, ze scharrelden langs de kant van de weg, met mooie glanzend gekamde donkerbruine vachten en de jonkies, lichtbruin met spikkeltjes. We reden naar die ene plek, en maar hopen dat die nog niet bezet was, en meestal was dat niet zo. Een hellende zandverstuiving met dennenbomen eromheen.|
Onderaan werd de Simca-stationcar geparkeerd, het picknicktafeltje, de bodem van de kattenbak, werd uitgeklapt, de tassen met boeken en broodjes, de kleden en de scheppen werden eruitgehaald, de campingstoeltjes uitgeklapt en de dag kon beginnen.
Zo slim verzonnen, denk ik nu, door die ouders van mij. Ze hielden zelf erg van lezen. Ik herinner me op zaterdag in de stad bij het winkelen, dat die standaard in Kloosterman, de boekhandel, eindigde en wij, de kinderen naar de kinderafdeling werden gestuurd. Het wachten tot ze klaar waren duurde eeuwen. De kinderafdeling was nog niet zo'n belevingsruimte als dat het nu is: er waren maar enkele schappen met kinderboeken en die kende je ondertussen wel. Daar kochten ze dus hun leesvoer voor de Hoge Veluwe.
Konden ze de hele dag rustig in de schaduw van een grote dennenboom met overhangende takken lezen, terwijl hun kinderen zich in die levensgrote zandbak vermaakten. Ach, de tijdsbeleving van een kind... urenlang met scheppen in de weer, takken zoeken, kuilen graven, hutten bouwen. Alleen maar af en toe naar beneden rennen voor wat limonade en een broodje. Heel soms ging ik languit liggen op de paarse deken en keek ik naar de luchten, herinner ik me. Volgens mij las ik zelf dan niet.
Daar waren we nu. De zandverstuiving is helemaal begroeid geworden, de grote dennenboom leek kleiner, maar Zusje kon er nog met hetzelfde gemak als vroeger in klimmen. Moeder, met moeite, op het picknickkleed, we aten mijn zelfgebakken marmercake en crackers met Kip Samurai: een salade die ik onlangs ontdekt had en die moeder ook zeer goed beviel: die wilde ze ook voor het inwijdingsfeestje van haar nieuwe woonplek met de familie de volgende dag.
Vroeger gingen we reeën zoeken bij zonsondergang bij het bosje van Staf en met een tekening daarvan won ik er ooit een tweede prijs, nu kwamen we tijdens het rondtoeren op de terugweg zomaar families reeën en everzwijnen tegen. We bewonderden ze als vanouds en maakten heel veel foto's. Dat doet men tegenwoordig, vroeger niet.