zaterdag 7 mei 2016

Klompenroute

Wat heerlijk om weer in je t-shirt en een korte zomerbroek aan, te fietsen naar de bieb. Een koel windje waait door je kleren heen... mild makend, op alle fronten. Gisteren ook een heerlijk dag: met vriend E, na anderhalf jaar revalidatie zijnerzijds, eindelijk weer samen te kunnen wandelen: een rondgang van 11 kilometer, de Klompenroute bij Leuvensheim.

O! Wat is het toch een prachtige, prachtige lente!En dat komt ook door het koude weer tevoren. Langs oude boerderijen, de uiterwaarden bij de IJssel, door weilanden heen, onder  frisgroene hoge bomen, witte bosanemonen in verscholen laantjes: geweldig. Vriend E. heeft ook de kringloopwinkel ontdekt als zeer goedkope schattenvinder en nu schalden in de auto, de Nederlandse levensliederen die ik door de wekelijkse kaartavonden goed ken. Tegelijk is het zo lekker camp: ' O, kleine, kleine jongen...'

Ondertussen in mijn tuintje, nieuwe natuurbelevingen: als ik in het donker thuiskom, dan plonzen er allemaal kikkertjes vanaf de rand tussen de planten, het water in. Plons, plons, plons, blub, blub. Zoveel kikkers heb ik nog nooit gehad. De oude padden lijken verdwenen. Boven op mijn provisorisch gemaakte afdakje, waar de klimop overheen is gaan groeien, heeft zich een merelpaar gevestigd. Tijdens mijn ontbijt buiten, scharrelen ze rondom mijn voeten en gisterennacht bij kaarslicht hoor ik ze tjirpend piepen: dan zie ik ze als het ware in hun nestje liggen, en zich tevreden omdraaien.

Bij stromende regen zag ik een volkomen traditionele rolverdeling, zou je kunnen zeggen. Mannetjes merel hipte in de tuin op zoek naar eten en regenwormen en vrouwtje zat onder het tentzeil van mijn afdakje alleen maar rond te kijken te wachten tot haar wat werd toegestopt.

Vanuit mijn slaapkamerraam zie ik in de ochtend de musjes als kolibries met hun vleugels trillen, alvorens ze de bruidssluier in duiken en soms blijven ze hangen aan een krullende tak daarvan. Wanneer ik laat op de middag kom aanfietsen vanuit het parkachtige plantsoen, dan hoor ik vanuit mijn geheel begroeide hoekhuis een en al vogelgezang. Dan voelt het alsof ik een paradijsje betreedt, als ik mijn eigengemaakte hek van bamboestengels, oud gaas,touw en aan elkaar gestrikte oude sjaals, open schuif. Ik doe mijn plastic klompen-crocs aan en ben dan alleen maar domweg gelukkig