zaterdag 28 mei 2016

De woorden wisselen






Iets in mijn tijden is aan het veranderen; the times they are changing, a la Bob Dylan. De woorden wisselen. Ik ben aanweziger in de buitenwereld met mijn woorden: ik communiceer, dialogiseer, schrijf puntige mailtjes om dingen voor elkaar te krijgen, meld me als er iets in me op komt waarvan ik vind dat een ander het moet weten, ik benoem hardop de stemmingen van vrijwilligers in het Wijkcentrum, omdat ik ontdekt heb dat dit als een spoelprogamma werkt. Alleen gadeslaan houdt de was vuil.

Het gevolg is, dat ik in en voor mijn binnenwereld nauwelijks meer woorden heb of gebruik. Zonder woorden draait er een soort van intern spoelprogamma mee en in de mate waarin ik me levendig voel, weet ik dat het spoelprogamma draait. Ik doe, ik leef.

Poes Sammie is steeds om me heen, hij wordt de schuwere genoemd, maar is dat bij mij niet. Hij kijkt me aan, miauwt met een kirrend geluidje, strijkt langs me heen, geeft kopjes en wil af en toe op schoot. Zo'n warm levend wezen om me heen: ik mis dat thuis, soms.

De paars-lila bloemen in de bonenstruiken zijn in een paar dagen wel 20 centimeter meer de hoogte in gegaan, er bloeien nog meer witte bloempjes die allemaal peulen en erwten worden. De Gelderse roos bloeit. Er hangt een mist over de weilanden, koeien grazen in de verte. Gisterenavond laat was het vol vogelengezang, alsof ik me midden in een klankschaal bevond.

Moeder wilde niet door de voordeur naar binnen, maar hobbelde met haar rollator naar achteren: even kijken, wat is daar te zien? De geest van een mens blijft op ontdekkingstocht. Zij wist een heel fijne buitenplaats: De Gelderse Poort aan de dijk, bij Millingen aan de Rijn, vlak bij het pontje naar Lobith.We aten er een pannenkoek met brie en honing en noten, die had ze er eerder gehad en een stoofpotje met wildvlees en patat, allemaal gedeeld met zijn drieën.

We zagen een ooievaar hoog in zijn nest. We volgden en tuurden naar een ander die met grote takjes vloog en later verdween in de verte. Waar komt het verhaal toch vandaan, dat die kinderen brengt?, vroegen we ons af.

Door de mist komt nu langzaam de zon door. Weer een nieuwe dag.