Vriendin W. maakt een rondtoer van 3 weken door heel Nederland, op vrienden en familiebezoek. Een strak schema. Ze was mee naar de boerderie in Kranenburg. Zij voelde zich terug in de kindertijd: een binnenerf, rode dakpannen, beesten die erom heen grazen. Beelden van heel vroeger, waar wijdse landschappen en nu een permanent uitzicht op een meer omringd met bergen voor in de plaats kwamen.
We boften met het weer: gisteren een stralende zon, buiten zitten, lang ontbijten; ja of nee, nog weg? Toch een lange rondwandeling gemaakt langs het Reichswald, de glooiende landerijen, waar het koren wuifde. Twee fietsers daar midden doorheen: Nederlandser kon niet, volgens W. Haar ouders maakten lange fietstochten, soms 125 kilometer op een dag. We wandelden door de Bruuk, een uniek nat moerasgebiedje in het midden ervan.
En nu luister ik naar een jonge singer-songwriter uit Nieuw Zeeland: Mel Parsons, een meegebracht cadeautje. 'Hé, het is net of ik thuis zit', zei W. 'Tot een volgende keer!" zijn dan de laatste woorden in de deuropening van de bus.
Hoe mensen elkaar met zich meedragen door de jaren en jaren, over de continenten heen. Je snapt niet hoe het kan, het is het mysterie van de menselijke geest. De zon breekt weer door.