zaterdag 11 februari 2017

Flanken van troost

Het was wat je noemt een welbestede, geslaagde dag, gisteren. Ik ging naar Amsterdam op zoek naar een Amerikaans boek dat ik in mijn stad niet kon vinden en ook niet bestelbaar was bij Bol.com of Amazon. En ik wilde museum-struinen: weer wat andersoortige dingen tot me toe laten. Tot nu toe voelde dat als een afleiding: dat ik toch niet helemaal aanwezig kon zijn, omdat ik genoeg had aan allerlei gedachten, sensaties, herinneringen, die als vanzelf zijn gekomen, na de dood van Moeder.

Ik vind het een soort van onderzoek naar de werking van je eigen brein: hoe gaat dat 'mechaniek van verdriet', wat gebeurt er in je, met je? Ik was in de Oude Kerk van Amsterdam en plotseling viel het me op, dat er op de rand van de geborduurde stoeltjes, woorden stonden. Ik vermoed dat ze in de juiste volgorde, iets van een psalmtekst schrijven. Maar nu stond er op drie stoeltjes naast elkaar: lied in treurzang. En op drie anderen:  flanken van troost. 

Zo toepasselijk! Alsof mijn eigen brein zich even aan mij melde. Er was een overzichtstentoonstelling van Marinus Boezem. Hij plante in Almere een groene kathedraal van populierenbomen. Het ruizen daarvan en het gekwinkeleer van vogels was nu in de kerk te horen. Een uitnodiging om verbinding te maken tussen daarbinnen en het buiten van die natuurkathedraal, waarvan  Marinus Boezem het helemaal niet erg vindt, als deze door stormen enzo, langzaam zou vergaan. Kerken en een plattegrond van een kathedraal: dat zijn de vormen waar hij het meest in ziet, al is hij zelf niet gelovig.

In een zijkamer borduurden vrouwen van de wallen en de buurt op een heel groot wit doek, in kleine kruissteekjes aan de plattegrond van de kerk. Elke dag, tot hun vingers te koud waren om verder te kunnen. Je kon met een bouwlift omhoog, tot de nok van de kerk en in een ronde spiegel jezelf weer tegenkomen, met daarop de woorden geschreven: Wait until you hear from me.

In de avond was ik in het Stedelijk Museum, waar tot 5 maart nog de bewegende machines van Tinguely zijn.In zijn begrafenisstoet, door de straten van Bern, ging er ook een kolossale 'machine' mee: een bewegend object dat nergens toe diende, geen slaaf was van de mensen, zoals alle andere machines dat wel zijn. Hij zei in 1959: 'Vandaag de dag kunnen we niet meer geloven in permanente wetten, vaststaande religies, blijvende architectuur en eeuwige koninkrijken'.

Daarna nog naar de tentoonstelling van de fotograaf Ed van der Elsken, ernaast. Wat een vitaliteit, wat een gulzigheid om de wereld te omarmen, wat een ode aan de verschillende soorten mensen, die er zijn. Op deze dag waren er vele flanken van troost. En ja, ik vond ook nog eens het door mij gezochte boek en nog een aantal andere verrassingen erbij.