zaterdag 18 februari 2017

Obsessies

Voor het eerst fluiten de merels weer keihard, lente! Bijna! Ik heb alvast een optie erop genomen, door op mijn Afrikaanse krukje in het tuinpad tegen de struiken aan, met een dik vest aan, te lezen. In Obsessie van A. Byatt, een keuze uit de boekenclub. Het is al een wat ouder boek en ik ben het tweede hands al heel vaak tegen gekomen,. Waarschijnlijk omdat het een dik boek is, dat teveel ruimte vraagt in een boekenkast. En dat je waarschijnlijk echt maar één keer leest, omdat er een thrillerachtig element in zit, gecombineerd met een romance. Dat drijft je ook voort in het lezen, maar zometeen weet je de uitkomsten.

Het boek heeft twee dingen bij mij bewerkt: het opende de deur naar een verleden van me, waar ik veel studeerde en ook bezeten kon zijn, zoals de titel van het boek, van iets wat je aan het bestuderen en aan het onderzoeken was. Hier zijn de twee hoofdpersonen, een man en een vrouw, verbonden aan twee verschillende universiteiten, driftig  op zoek naar de wellicht met elkaar verstrengelde levensgeschiedenissen van twee beroemde dichters, ook een vrouw en een man. Ik kreeg als spinn off  ook weer zin om te duiken in iemand, de Amerikaanse dichteres Elizabeth Bisschop, waarover een andere keer meer.

Ook opende het boek weer de sfeer van rivaliteit en machtsspelletjes die er ook in de universitaire en academische wereld aanwezig zijn. Hoe je subtiel kunt meemaken dat een ander met een idee van jou aan de haal gaat. Hoe een interessant gesprek, waar je denkt samen te bomen en te onderzoeken, door een ander ineens wordt afgebroken en dat dan later pas het kwartje valt, dat die ander de info heeft gekregen van je, waar die naar op zoek was, en dus zo gauw mogelijk maakt dat die wegkomt. Er zitten scenes in het boek die ik zo ongeveer wel heb meegemaakt.

Dit alles is een zeer lange inleiding tot dat waar ik eigenlijk over wilde bloggen: de film Spotlight die ik gisteren  zag. Het gaat over het onderzoeksteam van The Boston Globe, die in 2003 de Pulitzer Prize won voor een grootse journalistieke daad: het blootleggen dat het het instituut van de katholieke kerk is, met de kardinalen aan de top, die in feite het jarenlange seksuele misbruik van priesters van minderjarigen faciliteerde, door priesters steeds weer te laten verhuizen naar andere parochies, waar het misbruik weer verder ging. 89 priesters in Boston hebben zich daar 30 jaar lang schuldig aan gemaakt.

Dor dit onderzoek is de sneeuwbal wereldwijd gaan rollen: na het eerste artikel in die krant stroomden de telefoontjes van slachtoffers binnen, waarna de krant nog 600 artikelen hieraan gewijd heeft. Ook in Nederland was het even een hot item en ik hoorde uit bijna de eerste hand, de getuigenis van een  hartverscheurende situatie waar twee broers elkaar zagen op de openbare bijeenkomst die een katholieke middelbare school, vroeger gerund door Jezuïeten, had belegd voor oud-leerlingen die mogelijk ook slachtoffer waren geweest en die huilend tegen elkaar zeiden: 'Dus jij ook...' Beide waren misbruikt, beide bezworen om te zwijgen.

Priesterschap: het kan mannen aardig vervormen. Hun narcisme wordt voortdurend gevoed omdat ze toch gezien worden als representanten van God, ook in deze tijd. Ergens gaan ze zichzelf ook beschouwen als een uitzonderlijk soort mens. Ze zijn speciaal voor veel vrouwen, die niet weten dat velen van hen homo zijn, en dat het dus voor hen geen kunst is om vriendschappelijk met vrouwen om te gaan. Is er dan wel ooit sprake van echte vriendschap? Of past het priesters ook, om wel een openbare vriendschap met een vrouw te hebben, maar die toch niet als gelijkwaardig te beleven? En priesters onderling, tot de hoogste regionen, houden elkaar de hand boven het hoofd, misstappen en fouten worden liefdevol van  elkaar vergeven, want 'we zijn allemaal toch maar gewoon mensen'.

De link met die academische wereld zit voor mij ook in een priester:  Een docent die voor mij, onder zijn begeleiding, wel een glansrijke carrière voor ogen zag binnen de universiteit. Totdat ik een relatie kreeg met zijn beste vriend. Hij zijn voet tussen mijn voordeur zette, om hem te bereiken, ik hem de toegang weigerde en de deur voor zijn neus dichtduwde. En ik daarmee mezelf ook uit de academische wereld wegduwde.