Met zonnebril in de regen of in de donkere nacht: dan verdwijnt de druk op mijn hoofd helemaal. Dan voel ik me 'normaal'. Tot wat voor nieuwe bezigheden, zal dat me brengen? Zal ik tot nachtwandelingen overgaan, nu ik toch vaker in de nacht wakker ben? De laatste week vraag ik me af, hoe erg zo'n oude hersenkneuzing, de bron is van de dingen die ik leuk vind.
Kamperen, bijvoorbeeld: dan is er nooit kunstlicht om je heen en dan zit je op je stoeltje buiten,met een kaarslichtje in het donker. Wandelen: de ruimte om je heen ervaren,waardoor, je niet hoeft na te denken of je ergens tegen aan stoot of dat je afstanden goed in schat. De stilte zoeken en daarin wonen: ja logisch, misschien toch, want dan zijn er niet al die impulsen en al dat gedoe waar je rekening mee hebt te houden... Ik heb de stilte ook leren kennen en ervaren, in het begin, na het ongeluk.
Vanuit dit perspectief ben je een levend organisme dat in feite onbewust steeds maar omstandigheden zoekt, om een optimaal leefklimaat om je heen te scheppen. Dan is er niet zoveel vrije wil. Een ieder doet dingen en meent ook dat dit de beste dingen zijn, omdat je jezelf daar beter bij voelt.
Trump is dan iemand die per ongeluk veel agressie en testosteron in zich heeft en dus fantastische omgevingen om zich heen maakt, waarin hij floreert. Bij relatief veel kloosterlingen, zo is mij opgevallen, hapert er iets aan hun gezondheid. Dan past orde en regelmaat heel wel bij je. Van sommige vrouwen straalt van kinds af aan een soort van moederkloek-impuls af: dus dan worden ze ook moeder... Enzovoort.
Het is wellicht een open deur. Hoe erg een mens afhankelijk is van de fysieke staat waarin deze zich bevindt. Meer hersenen is meer intelligentie, dus meer mogelijkheid tot macht, handigheid en praktisch zijn, muzikaliteit, kunstzinnigheid... ja, dat gaat soms van de ene generatie in de andere over. Dus daar moet je dan wat mee.
Maar we mogen niet zo denken... mannen en vrouwen? We zijn toch allemaal gelijk? Enfin, Waar deze gedachten naar moeten leiden, ik weet het even niet. Ik denk een beetje in het donker. Voor zover dat mogelijk is.