Vandaag, de hele dag donker en regen en wind. Wat ben ik blij dat ik gisteren besloot om alsnog te gaan wandelen. Ik kwam uit bij Rheden als beginstation. En toen ging ik dwalen en dat is het allerleukste. Gewoon een bospad nemen, die volgen en zo kwam ik bij de Posbank uit. In plaats van die te doorkruisen, de zon in het gezicht houden: zo wist ik dat ik richting Arnhem zou lopen.
De vogels zongen keihard: Lente, Lente, Lente! Het was pure overmoed, zo blijkt vandaag. Tijdens de wandeling schreef ik de volgende woorden:
Omdat wij je willen zien, god
gebeurt het
grenzeloze liefde,
behoedzaamheid
wonen in warmte, wonderlijk.
De wind waait door de wouden,
de geest woelt in mijn hart.
Misschien mag het zo zijn:
Ogen van de ziel
die verder kijken
dan het sterfelijke lichaam.
Een god wordt mens,
een mens ziet god.
Het goddelijke:
Thuiskomen,
Wedergeboorte,
Verrijzenis.
Het zijn woorden, waar een ander deel van mezelf van hoopt dat ze niet uit overmoed voortkomen. Dat het werkelijk zo kan zijn, dat ik met ogen van de ziel kijk. Dat we ons weten te bevrijden uit de beperkingen van ons sterfelijk lichaam, zowel de lichamelijke beperkingen als al die gedachten, veronderstellingen en rationaliseringen die je kunt hebben om alleen maar je eigen ego op te poetsen en hoog te houden.
Woorden met een religieus of geloofstintje, de zelfverzonnen en al die woorden die in de vele tradities tot ons zijn gekomen: ze zijn niks waard, als je ze niet praktiseert in je eigen hier en nu. Je kunt niet over liefde en mededogen en licht preken,als je niet bereid bent om je hand naar iemand anders uit te steken.
Woorden met een religieus of geloofstintje, de zelfverzonnen en al die woorden die in de vele tradities tot ons zijn gekomen: ze zijn niks waard, als je ze niet praktiseert in je eigen hier en nu. Je kunt niet over liefde en mededogen en licht preken,als je niet bereid bent om je hand naar iemand anders uit te steken.
Er zijn heel veel redenaties en woorden nodig,om het ego te laten gloreren. Vaak zijn die gewenteld in een slachtofferschap: Jullie doet me dingen aan, jij bent dit en jij bent dat en ik ben onschuldig. Werkelijk luisteren naar de anderen ,op zoek naar wat die nodig hebben, is er dan niet bij. Er zijn maar heel weinig woorden voor nodig om werkelijke nabijheid te scheppen. Zoals 'Het spijt me'. En: 'Ja, ik wil... verbondenheid en ik zal daar naar handelen'. Op de plaats, rust.
Lente! Lente! Lente! Gisteren waren de vogels overmoedig, maar uiteindelijk zal het gaan gebeuren: De lente komt. Misschien zal dat ook zo zijn met woorden als 'wedergeboorte', 'verrijzenis', 'thuiskomen'. Dan verandert chaos in creativiteit.