Wat een merkwaardige dag. Het is de sterfdag van Moeder. Dat het alweer een jaar geleden is... We stonden in alle vroegte bij het graf, Zusje en ik. Ik had een klaproos en een madeliefje van keramiek van een kerstmarkt meegenomen en stak ze in de grond bij het voeteneinde. Een stengel roze stoffen passiebloemen in de hoek bij het hoofdeinde. Daar liggen nog kronkelige takken van de bloemstukken die de deksel van de kist versierden. Daar zaten ook veel roze bloemen bij. Een grafkaars ontstoken. Samen keken we naar een filmpje van Moeder in de auto voor haar oude studentenkamer in Utrecht. Dat ze zo van het uitzicht genoot op het Wilhelminapark.
Toen snel naar huis en daar kwamen ze aan: twee mannen, één met een takkenschaar in de hand, de andere, van het aannemersbedrijf, kloste er met een zwart petje op , achteraan. Ze gingen vast kijken aan de zijkant. Maar ik riep: Ho! Ho!; dat ik wilde praten. Twee mensen van de woningbouwvereniging stapten mijn huis binnen en ze waren vastbesloten om met het karwei aan te vangen, ze hadden niet voor niks die mannen meegenomen. Langzamerhand ontdooiden ze, gelukkig. En uiteindelijk werd er vandaag niks gedaan en gaan we in het nieuwe jaar echte afspraken maken. Waar ik helemaal vóór ben, want ik baal ook van die reeksen technische beheerders die ofwel de hedera, dat is de klimop, zeer schadelijk voor het huis achten, ofwel juist roepen dat het geen kwaad kan en juist goed is voor de isolatie.
Hèhè, wat een opluchting. En toen kon ik in alle rust een kerstkaart maken, waar ik gisteren al mee begonnen was, maar wreed verstoord werd door die brief in de bus, die ging over vandaag. Ondertussen draaide ook de film van vorig jaar door mijn hoofd. Dat na het overlijden een uur later al de begrafenisondernemer op bezoek is en je vanaf dat moment geraakt in een keten van keuzes en beslissingen die je moet maken en dat gaat eigenlijk door tot het moment dat je door de poort van het kerkhof weer naar huis gaat.
Wat had Moeder gevonden van haar kinderen, nu? Heeft ze ergens wel vermoed dat het niet allemaal van een leien dakje zou gaan? Ze sprak in de laatste periode nooit meer de wens uit dat ze hoopte dat we allemaal bij elkaar zouden blijven. Wél zei ze eenmaal dat er, als ze niet zo moe was, er misschien nog veel te doen was. Dat ze haar kinderen misschien te weinig had geleerd om zich in te leven in een ander. Waarop ik zei: als er iets is, waar ik teveel van heb, dan is het juist inleven in een ander. Ze zei niks meer. Wie weet waar ze eigenlijk op doelde?
Een deel van Moeder was zelf ook geen makkelijk persoon en in die zin is haar familie zoals die nu is, verbrokkeld, ook een deel van haar eigen erfenis... Tja. Je kunt er zelf niet veel aan veranderen. Vorig jaar ging mijn kerstkaart mee in de enveloppe van de overlijdenskaart. Sommige broers en zussen heb ik de kaart overhandigd tijdens de voorbereiding van de begrafenis en we stonden met ons allen rondom haar bed. Ik weet nu niet meer of Moeder mijn kerstkaart nog gezien heeft. Ik geloof van niet. Er stond een vlinder op, die wegvloog, een sterrenhemel in. Op de dag van haar begrafenis, vlak voordat ik uit mijn huis vertrok, opende een dagpauwoogvlinder bij mijn slaapkamerraam haar vleugels voor mij.