Gisteren was ik voorde tweede keer in korte tijd in de Stadsschouwburg. Naar de schouwburg gaan is doorgaans boven mijn budget: om 29 euro uit te geven aan een voorstelling van pakweg anderhalf uur, die als je het niet boeit, je het niet, zoals een boek weg kan leggen, dat risico wil ik niet nemen. Maar nu werkt W. als vrijwilliger bij Schouwburg en Vereniging en als honorarium mag zij naar alle voorstellingen die er plaatsvinden en ook mensen meenemen voor 12,50 euro. Kijk, dat verandert de proporties: voor dat bedrag plus een drankje in de pauze, laat ik mij graag verrassen.
Nu sprongen de herinneringen rondom dit gebouw allemaal naar boven. Toen ik kind was, zat ik jarenlang op ballet bij Elly Charlotte van Dijk en een keer in de twee jaar was er een grote voorstelling voor de ouders. Heel professioneel, met mooie decors die vanaf boven naar beneden zakten en hele verhaallijnen. Ik was een keer viooltje in een bloembed, in een tovertuin vol bloemen, die door een fee tot leven werden gewekt. En een keer landloper in een schilderij in een museum, waar ook alles ging leven. En ik beeldde het kinderliedje 'Tussen Keulen en Parijs' uit. Nu denk ik; hoe sterke groeven maken dergelijke ervaringen in jou, wellicht bijna zoals een tatoeage? Nog steeds krijg ik een week hart van tuinen en viooltjes, musea en landlopers en ‘op-weg-gaan’.
Dus ik ken het vanachter de coulissen: de kleedkamers en dan werd er omgeroepen dat je alvast naar de gangen moest gaan, heel lang wachten in het trappenhuis steeds dichterbij het toneel en dan vlak achter het podium bij de donkere gordijnen wachten op je opkomst, de donkere zaal inkijken en misschien was die reflecterende bril in het midden, die van je vader of je moeder.
Op de middelbare school, vijfde klas, stond ik nogmaals op het toneel, als moeder van een van twee gezinnen in het toneelstuk Our Town van Thornton Wilder. Het stuk begon in stilte, in mime zie je het stadje ontwaken, met de stem van een verteller.’Kijk, daar komt de melkman aan, moeders dekken de tafel... Ik was de eerste die sprak, nee schreeuwde: Wakker worden!!! Anders komen jullie te laat op school!!! Ik weet nog dat er een geroezemoes door de hele zaal ging en op de video die ik er later van zag, de eerste keer dat ik me zelf in beeld en geluid zag, meende ik te begrijpen waarom: ik had een soort van Indisch accent...
Nu was ik er dus en keek naar Wijn, een ‘thrillerkomedie’ werd het genoemd, een beetje misleidend, want daardoor zat ik te wachten tot er een moord ofzo gepleegd zou worden, tussen vijf vrienden die elkaar treffen bij hun jaarlijkse wijnproef avond, altijd bij Charles en Charlotte, gespeeld door Porgy Franssen en Carine Crutzen. Hun acteerwerk was een waar genoegen om mee te maken, scherp en subtiel wisselend van gemoedstoestanden. Ze speelden een echtpaar uit een zeer gegoed milieu, zij heeft nooit hoeven werken, en op bezoek komen een sociaal-psychologe die denkt dat alles meetbaar en oplosbaar is met haar man die iets van een niet doorgebroken broodschrijver is. De vriend die dit jaar niet uitgenodigd was omdat hij te dronken was geworden het jaar ervoor, verschijnt toch ook, evenals een geadopteerde dochter.
Het blijkt de dertigjarige verjaardag te zijn van Olivier, de zoon van Charles en Charlotte, die in Chili verongelukt is. Het was zijn vergeet-reisje voor het liefdesverdriet dat hij had opgelopen doordat Guusje, de dochter van het andere stel het uit had gemaakt. Diep verdriet dus, onuitgesproken verwijten onderling, en dat al jarenlang weggedronken met zeer dure wijnen... Nu heb ik het ‘plot’ van de’thriller’ misschien weggegeven. Enfin.
Al die maskerade, het vilein, de opgekalefaterde agressie, het vluchten naar keuken en wijnkelder, de onderlinge kortstondige bondjes die de ene met de andere sluit, om elkaar daarna weer te verraden: het leuke aan live-toneel is dat je dan de zaal rondziet en alle mensen ziet lachen en reageren op wat er gebeurd en je gewaar wordt dat alles bij een ieder resoneert en herkenbaar is.