vrijdag 31 mei 2019

Ambachtsmarkt, Rolling Kitchens

Ik had op Hemelvaartsdag wel zin in iets kneuterigs, gewoon simpel wat leven in de brouwerij, zoals je in India overal op straat dat tegenkomt. Maar waar vindt je dat? Er is hier nou eenmaal niet hetzelfde soort van buiten leven als in India... Ik kwam op de Oude Ambachtenmarkt in Soest, die daar al dertig jaar op Hemelvaart is.

Het bleek een schot in de roos. Door het groene dorp met rieten daken her en der, vanaf de oude kerktoren, slingerden de kleurige kraampjes naar een groot weiland. Ik zag er dingen voor het eerst. Hoe van dun sisal-touw een springtouw gemaakt wordt, een oude man spande op en neer lopend acht draden aan een oude fietspedaal, er zat een draaistel aan, die eerst twee touwtjes ineen draaide, zodat er vier touwen ontstaan en  die werden in omgekeerde richting ook weer ineen gedraaid, en zo was er dan een dik touw, waar de kleine haartjes van weg werden gebrand.

En kleine kraaltjes, eerst met een naald geregen aan een draad en daarna werden ze gebreid! Jawel met naaldsoort één en bij elke steek dan een kraaltje vooruit duwen en mee laten vallen. Van tevoren maak je eerst de lange draad en bij een patroon dien je dus eerst kraal voor kraal uit te rekenen hoe het straks valt. Wat een  onmiskenbaar monnikenwerk, wat een tijd gaat daarin zitten en ook hier alleen oude mensen. Ik denk dat de jeugd die langzame tijd helemaal niet meer in het gestel heeft, dit gaat uitsterven.

Heel modern was een ouder echtpaar bezig met sieraden van titanium, als je die aan vuur blootstelt, dan verandert de kleur ervan in alle kleuren van de regenboog. Ik zag broches in de vorm van een blaadjes en rondjes en de man had zelf verzonnen dat je die middels een heel sterk magneetje  aan je kleren vast kon hechten. Daar wist hij technisch meer vanaf dan van het echt rond knippen van het metaal en er zaten net niet alle kleuren van de regenboog in, anders had ik er eentje gekocht. Zijn vrouw reageerde teleurgesteld toen ik niet tot aankoop overging. Ik dacht: vast een verliespost, zoveel broches gemaakt met zulke sterke unieke magneetjes...

De sfeer was genoeglijk, er waren ook ouderwetse standwerkers die wonderzeepjes en wonderpoetsdoeken en de aloude geweldige snijapparaten voor groenten aanprezen. Ik zag een  vrouw de hand van iemand masseren met paardenvet of iets dergelijks. Ze vroeg erna of ze iets voor me kon betekenen. ‘Nou, ik zag u bezig met die kromme vingers en ik heb een duim die ineens krom staat en niet meer terug kan.' Ze begon te masseren en ze constateerde artrose. Jeetje, nu heb ik dus een  atrose-duim! en daar is niks meer aan te doen en dat zag ze via verharding in de palm van mijn hand onder de vingers... daar kan het dus ook erger worden. Heel veel bewegen is het enige dat helpt. 

Al met al was ik er de hele middag aan het slenteren. Ik dacht maar gewoon weer naar huis te gaan, al had ik een keuzevrije dag met de trein en kon nog overal heen. Maar ik moest in Utrecht bijna een half uur op de aansluiting wachten en kon wél meteen nog in de trein naar Amsterdam springen. Ik had dat al als optie in gedachten gehad: naar de Rolling Kitchens op het terrein van de Westergasfabriek. Maar ik meende wel al genoeg mensen gezien te hebben, voor vandaag.

Wat was ik blij. toen ik Amsterdam weer zag en via de Haarlemmerdijk richting het eetfestijn liep! Eindelijk weer leven op straat en al die verschillende nationaliteiten. Ik vind toeristen helemaal niet vervelend, het zijn allemaal vrolijke mensen die erop uit zijn om een fijne tijd te hebben, ergens waar ze het niet kennen. Wat is Amsterdam toch uitnodigend, met al die terrasjes op straat, winkels met lage etalages, al die fietsen tegen de bruggen. Twee jongens waren aan het metaalvissen wanneer er geen rondvaartboot voorbij turfde en de geinige Amsterdamse opmerkingen waren niet van de lucht en toen ik uren later terug liep waren ze er nog.

Rolling Kitchens is ondertussen een geolied festival geworden met wandelpaden en grote overdekte tenten en muziekpodia. Jaren geleden was ik er per ongeluk beland op de eerste versie: er stonden toen her en der wat van die omgebouwde campertjes en bestelbussen met keukentjes erin, het was een nieuw concept. Maar ook deze keukens op wielen zijn geheel geprofessionaliseerd. Het was er stampend en stampend druk, vol jonge mensen, elke vierkante meter was bezet. Een mevrouw pakte even mijn arm vast:’ Wat heb jij een leuk vestje aan!’ Leuk om even doorheen te wandelen, maar ik at buiten het terrein iets: heerlijke Chinese dumplings bij een streetfood-tent bij de Nassaudijk, vlakbij het tunneltje naar de Spaardammerbuurt. Wat was dit weer een dag vol mensen, in al hun diversiteit.

woensdag 29 mei 2019

Eerste lakentje & peignoirtje

Mijn eerste lakentje... zo klein, flinterdun wit met een werkje erin, al wat verwassen... ik vond het terug in een doos, de laatste dozen nog in de garages van mijn ouders...de familie had er geen tijd meer voor gehad op de ultieme beslissings- en verdelingsdag van de laatste spullen. Een blik in die garages leek alleen maar troep te zien, heel oude boeken, oud tuin meubilair, echte meuk. Dus we hadden besloten het maar zo te laten.

Maar er waren nog dozen die al heel lang geleden vol leuke spulletjes zaten voor een ideëel kringloopwinkeltje, dat veel werk maakt om alles leuk uit te stallen. Met speciaal hen in gedachten waren er dingen uit de inboedel voor hen opzij gelegd, nu alweer meer dan twee jaar geleden en ze werden vanmiddag dan eindelijk opgehaald. Zodoende kwam ik toch in de garages en begon toch nog in andere dozen te kijken.

En daar waren dus dozen, waarvan ik me ineens herinner dat Moeder, toen ze nog wat vitaler was, ze vast had ingepakt. Ook een  doos vol oude eerste kleertjes en ik zag iets lichtroze schemeren en wist meteen: dat is mijn eerste peignoirtje! Ik haalde het tevoorschijn. Zó klein met een capuchonnetje,  dat was ik vergeten. Maar ik ervoer meteen hoe behaaglijk en warm ik me erin voelde, ik was er echt aan gehecht. Het was helemaal rafelig bij de mouwen, ik droeg het tot ik er niet meer in paste. Zelfs nog, toen ik het niet meer dichtgeknoopt kreeg. Ik hield het omhoog: dat kan bijna niet waar wezen, zó klein, een kleutermaatje  en toch zulke sterke herinneringen...

Van dat lakentje weet ik natuurlijk niks meer. Daar lag ik op... als baby'tje  de eerste materie die mij opving, waarop ik mij ten ruste legde. Dat het bewaard is gebleven... Ja, ik neem beide mee naar huis. Het eerste lakentje, mijn eerste peignoirtje... ik zou er eigenlijk iets speciaals mee moeten doen, Als ik kunstenaar was zou ik het misschien wel inlijsten en tentoonstellen en er iets bij zetten als ‘Mijn Oorsprong’. Het zegt iets over een wereld waarin ik welkom was, die mij beschutting wilde geven, een thuis. 

dinsdag 28 mei 2019

OV staking, lezend naar India

Vandaag is het de grote staking van het openbaar vervoer. Het laatste wat ik dacht voor het slapen gaan was dat ik dus moest fietsen! Ik dacht eerst dat alleen de bussen staakten en bij de vorige staking lukte het me zo om met de trein en de bussen die wel de route naar de ziekenhuizen reden, toch in de speeltuin te komen. Maar vandaag staken ook alle treinen. Langzaam alleen maar omhoog moeten fietsen en dan op het einde een steile klim en dan nog uren moeten werken... ik dacht dat dit toch wel veel gevraagd is van mijn oudere lichaam...

Maar ik werd wakker en het regent! Hoera, nu hoef ik niet te twijfelen of ik wel al dan niet ga, bij regen mag ik thuis blijven. Dat wordt dus een dagje heerlijk binnen zitten in mijn hol, fijn lezen over de geschiedenis van India in het dikke boek van Ramachandra Guha; INDIA, de geschiedenis van de grootste democratie ter wereld. En dat ga ik afwisselen met stukjes uit Terug naar India van V.S Naipul. Hij heeft korte ontmoetingen met mensen uit alle lagen van de bevolking en sommigen kende hij al van eerder. Telkens ervaar ik ook iets bekends in die beschrijvingen...

Hiervoor las ik Thee met Himalaya, een reisjournaal uit India (2005) van Greet van Thienen. Zij bezoekt zeven plekken in India en bij alles wat ik las was het van : daar wil ik ook wel een poosje zijn. India overbluft alleen al door de cijfertjes, de grootte van het land, de hoeveelheid mensen... Gisteren las ik dat er in India meer christenen zijn dan in heel Nederland. Een paar cijfers die ik uit het laatste boek opgeschreven heb:

Er woonden in 2005 dus, 1 miljard en 200 miljoen mensen in India, 60 miljoen is huisarbeider, 8 miljoen wonen er in de sloppenwijken van Mumbai, dat is de bevolking van België.  Bangalore, dat een gunstig klimaat heeft en ooit Garden City is gedoopt, is nu dé IT-stad van India. Van 800.000 inwoners in 1951, zijn het er in 2005 al 7 miljoen. De dochter van het lieve echtpaar in Chennai werkt er ook en woont met twee anderen in een appartement en hebben een kok in dienst die voor hen kookt.

400 miljoen van de Indiërs is onder de 25 jaar, dat is 1 op de 3 mensen en dat betekent dus dat er een piepjonge generatie aan het opgroeien is. Ik denk dat hierdoor het oude waardenpatroon van bijvoorbeeld de gearrangeerde huwelijken wat nu nog gangbaar is, over een generatie wel is veranderd, want de huidige huwbare meisjes en jongens strijden met de last om hun ouders hierin wel of niet tegemoet te komen. Dat zullen ze hun eigen kinderen niet willen aandoen. 

300 miljoen mensen leeft onder de armoedegrens van 1 dollar per dag en een derde is analfabeet... Datwas dus 14 jaar geleden, ik vermoed dat dit getal nu gezakt is omdat iedereen de gelegenheid heeft om naar school te gaan, binnen een straal van 5 kilometer. 

India heeft ook de meeste diabetici op de wereld, 30 miljoen mensen en men verwacht dat dit er in 2030  zeventig miljoen zijn en dat is dan 7% van de bevolking. Hier keek ik wel van op: ik sprak in 
India met een man die een vergelijkend onderzoek naar voedselpatronen deed in Scandinavië en India, hij was geboren in Mahabalipuram en kon er nu dus fijn er vier maanden zijn. Hij had gewoon zijn baan opgezegd met de zekerheid dat hij hij in de voedselindustrie wel weer meteen een  baan zou vinden. Hij vertelde dat Scandinaviërs veel koolhydraten aten tegen de kou, terwijl men in India veel bonen eet. Het laatste zou gezonder zijn. De mensen zien er tanig en gezond uit, vond ik en hij beaamde dit. Nu denk ik dat de rijkeren natuurlijk wel dikker zijn en overgewicht hebben, en in een land van de grote van India, zijn dat er dus ook weer meteen veel.

Ik vind het moeilijk om me écht iets voor te kunnen stellen bij al die grote getallen. Maar bij het 
Songfestival kreeg ik er wel ineens een beeld bij: heel Europa kijkt dan met ongeveer 180 miljoen 
mensen. Terwijl in India 900 miljoen mensen naar de stembus konden. Vandaag dus fijn de hele dag lezen. Het motto van het boek is van Robert Blackwell, woorden die hij in 2003 uitsprak bij zijn vertrek als VN-ambassadeur: India is een pluralistische samenleving die op magische wijze gestalte geeft aan democratie, de rechtsstatelijk en individuele vrijheid, aan de betrekkingen tussen de gemeenschappen en de (culturele) diversiteit. Wat een plek voor een intellectueel! (...) Ik zou wel tien keer geboren willen worden om India steeds opnieuw te ontdekken.

zondag 26 mei 2019

Verhalen vertellen

Wassilissa
Na India word ik me steeds bewuster van het belang van een  diversiteit aan verhalen: dat het mensen goed doet en het ze open maakt als ze die aan elkaar kunnen vertellen. Gisteren zat ik op een stoeltje voor het atelier van vriend T. die deelnam aan de Kunst en Kitsch-route in Groesbeek. Bij zijn naam was er een afbeelding van een pop en een  pinguïn, die oorspronkelijk bij mij vandaan kwamen. Een mevrouw sprak mij aan: waar zij die afbeelding kon zien, want zij had iets met poppen.

Ze bleek verhalenverteller te zijn, en poppen speelden al haar hele leven een rol. Ik vroeg haar hoe dan. Er waren twee verhalen die al heel lang met haar mee gingen, waarom wist ze niet, maar ze had het idee dat het wel belangrijk was. De ene  was het sprookje 'Wassilissa' uit de Kaukasus: het ging over een oude vrouw die stervende was. Een jong meisje zit bij haar en wil niet dat ze dood gaat. Dan haalt de vrouw onder haar rokken een popje tevoorschijn, geeft het aan het meisje en zegt dat zolang ze dit popje bij zich draagt, zij, de oude vrouw, haar altijd zal helpen en beschermen.

Het andere was een islamitisch verhaal. Een jongen wordt in vijandig gebied in een diepe put gegooid. Op de bodem ligt er klei en hij gaat daar allemaal kleine popjes van boetseren. Kinderen kijken over de rand van de put. Hij kan niet met ze praten, hij is in vreemd gebied, met een vreemde taal, maar hij gooit de popjes naar boven. Dan komt er het moment dat hij uit de put gehesen wordt door de vijand, zij denkt dat het moslims zijn, om gedood te worden. De jongen begint heel hard te schreeuwen en te roepen. De kinderen aan wie hij de popjes heeft gegeven, die komen eraan en leiden de vijandige man af, zodat hij kan ontsnappen. 

Er is iets met deze verhalen, waar ze niet de vinger op kan leggen, maar wat haar al heel lang intrigeert. Zelf maakt ze ook poppen als ze bezig is om een verhaal te verzinnen, maar ze gebruikt ze niet op het podium als ze aan het vertellen is, alleen voor zichzelf. Wel heeft ze voor elk kleinkind een popje gemaakt. 

Ik vraag haar of ze de film kent met Tom Hanks, Cast Away, waar Hanks een schipbreukeling is, op een zelfgebouwd vlot op zee, hopend dat hij land zal vinden. Hij neemt een oude voetbal mee van het eiland waar hij zijn vlot heeft gebouwd en daar heeft hij een gezichtje op getekend. Gedurende zijn reis op zee, wordt dat zijn beste vriend en vlak voordat hij land ziet en er een storm op zee opkomt, gaat hij de voetbal, die geen voetbal meer is, een pop, met gevaar voor eigen leven in de golven redden,

Wij komen er samen op, dat poppen misschien iets met het verlengde van je ziel te maken hebben, dat door poppen en sowieso alles wat we met materie doen,we die ziel verder kunnen brengen en we zo verbinding met elkaar en de wereld om ons heen kunnen maken., we opener kunnen worden, zoiets? Vriend T. geeft workshops waar hij het zoeken naar zin verbindt met schilderen. In het ene dagdeel praat hij dan met mensen over zingeving en de dag erop gaan zij dan daarover schilderen. Dat lijkt de mevrouw heel interessant. ‘Dan moet ik nog eens goed nadenken, wat ik dan wil zeggen’. “Juist niet!”, zeggen T. en ik tegelijkertijd. Dit was een middag met mooie ontmoetingen’ zegt ze als ze weggaat, en ik beaamde het.

Bij het eten 's avonds, vertelt iemand over een vrouw die heel inspirerend mensen verderhelpt en door de inzet van allerlei soorten ‘therapieën’, zoals NLP, Familieopstellingen en ook iets met een stokje van metaal met een rond ding aan het uiteinde, waarmee ze het lichaam van iemand aftast en dat stokje zegt dan op vragen ‘Ja’ of ‘Nee’. Ze zegt al uit zichzelf dat T. dat natuurlijk onzin vindt en T. beaamt dat hij probeert een neutraal gezicht op te zetten. Dan worden er gesloten vragen gesteld en die kunnen ook teruggaan naar een vorig leven. Ja, daar moet je dan misschien wel in geloven... bijvoorbeeld: is het in de 17e eeuw gebeurd, dat je een blokkade hebt opgebouwd? Het stokje zegt ja of nee. Toen je tussen de 10 en 16 was? Enzovoort. Zo kom je steeds dichterbij en daarna volgt een soort van therapie, bijvoorbeeld massage op een plek.

Het is zo’n moment waarop ik dan ook moeite moet doen om mijn neutrale gezicht op te zetten. Ik denk razendsnel na. De kern is dus, dat het helpt. ‘Naar de sauna gaan’, kan ook helpen zegt M. ook aan tafel, het kan ook het placebo-effect zijn. Maar dat vind ik ook niet juist, om het maar af te doen met ‘placebo’, want het hélpt, iemand komt er echt verder mee. Dan bedenk ik, dat het eigenlijk ook over verhalen vertellen en  echt aandacht geven, gaat. Via die stok en steeds maar cirkelen rondom de pijn die met loslaten te maken heeft, en het verhaal wat zo ontstaat, kom je verder. En misschien doen al die nieuwe therapieën precies dat: ze genereren nieuwe verhalen en die worden waar en gebeuren in zekere zin ook echt, omdat ze verteld worden...

In India heeft zowat elk tempelcomplex een eigen verhaal over het ontstaan ervan, op die plek. En alle Goden die er wonen hebben ook een eigen verhaal en die kan van plek op plek ook weer iets anders verteld worden. Er is een festival van de godin Durga, waar iedereen haar namaakt van riet en klei, haar aankleedt en op het einde van het feest haar  mee geeft aan de rivier, de heilige rivier de Ganges, op, de levensader van India, of een van de andere rivieren die daarmee verbonden zijn....

Ja, we hebben verhalen nodig. Ze houden ons levend, poppen worden er levend van, ze worden levenwekkend en zelfs echte Goden en Godinnen. De wereld wordt mooier, als we elkaar mooie verhalen vertellen, ook omdat we daar pijn en verdriet een plaats in kunnen geven. Wie vast zit in maar één verhaal, doet waarschijnlijk zichzelf en anderen tekort, er is zoveel méér mogelijk.

zaterdag 25 mei 2019

Museum Voorlinden, Do Ho Suh

Daar lig ik dan in het blog van Lucie Theodora in het gras bij blauwe irissen in de parktuin van Museum Voorlinden. Na een rit over mij onbekende snelwegen in een rommelige randstad kom je dan ineens via een laan vol sjieke villa’s  in een oase van ruimte, harmonie en rust. Je zou daar maar gewoond hebben in dat grote landhuis, gebouwd in de Engelse stijl in een gebied van 40 hectaren, glooiend, met waterpartijen en bos, aan de rand van de duinen van Wassenaar.

Het museum zelf, een rank, laag bijna zwevend gebouw met veel glas is in een lichte kuil gebouwd en bevat weinig kunst, het is alsof er een etherisch wit ruimteschip gedaald is midden in de tuin en dat je die betreed en de uitnodiging dan is: dwaal rustig rond, geniet van de uitzichten op onze lange groene banken en kijk wat we voor je meegenomen hebben, in elke zaal staan een paar cadeautjes. 

Voel je er klein en groot tegelijk: een levensecht ouder reuzen-stel zit in badkleding onder een strandparasol in de ene zaal (van Ron Mueck)  er zijn minieme liftjes als muizenholletjs op de grond (van Maurizzio Cattelan). Droom weg in de luchten in Skyspace van James Turrel, duik de diepte in het water met Swimmimg Pool van Leonardro Erlich, ervaar dat de muren bedrog zijn met Dog from Screen Memory en voel de tegenstellingen die in het leven bevat zijn met Open Ended van Richard Serra. Daar raak je een gevoel van proportie kwijt door de hele hoge wanden die van roestig bruin staal gemaakt zijn, maar evenzogoed ga je denken dat het hout is, het is er lichter en donkerder door de krommingen van hol en bol, de weg loopt soms dood, denk je, maar keert zich en je kunt weer verder. Van boven kun je zien dat het als een scherp gesneden blad van een boom is.

We kwamen voor de tentoonstelling van de Koreaan Do Ho Suh.  In twee grote zalen in het verzadigde, gefilterde  daglicht grote gazen installaties. In de ene heeft hij tussenruimtes van bestaande gebouwen waar hij geleefd heeft tot in detail vormgegeven, je ziet de lichtknopjes, een waarschuwing waar de branduitgang is, ze zijn aan elkaar geschakeld en je kan erdoor lopen, in milde kleuren. Ze heten Suitcase Homes: je kunt ze opvouwen en zo weer meenemen. In de andere zaal zweeft een grote rode ruimte met een halve trap waar je niet op kunt, ik associeer het met je eigen reservoir vol gevoelens en belevingen, die rood als de liefde in je hersenpan hun thuis hebben. Dat is ook het thema van Do Ho Suh: wat is jouw thuis, waar is het, hoe geef je het vorm? Hij woonde in Seoel, NewYork, Berlijn en London. 

Dat thema ‘thuis’, dat overal en nergens kan zijn, daar stopt hij al zijn energie in: Hij bouwt een deel van zijn traditionele Koreaanse ouderlijke huis, nog door zijn vader ontworpen, schuin geklemd tussen twee oude Victoriaanse gebouwen in London na, hij laat een lieflijke Cottage met tuin en al landen op de hoek van een flatgebouw op een studentencampus in Amerika. Op filmpjes kun je de actuele bouw daarvan  zien met gesprekjes met aannemers over de bijna onmogelijkheid ervan. Ook door daar naar te kijken, naar het moeizame, beleef je mee hoe ontheemd Do Ho Suh zich ook gevoeld moet hebben toen hij vanuit Korea in het Westen ging studeren. Hij laat een campertje in een stad rijden dat In Between Hotel heet, het is exact als maquette nagebouwd met een deurmatje waarop staat: Home is everywhere and nowhere. De achterkant, de ingang heeft een bakstenen frontje, zodat wanneer je het in een steegje rijdt in een oude wijk, het in de omgeving wegvalt. Op een filmpje zie je een gast met haar rolkoffer er voor een nacht haar intrek te nemen. En dan springt hij naar de generatie van zijn eigen dochtertjes,  je rijdt met hun mee in een buggy door London en Seoel en door witte gangen in een appartementengebouw en je realiseert je dat voor hen hun ‘thuis’ de ruimte van hun buggy is en een vader die hen overal heen brengt: thuis is ook de vertrouwdheid van die stem boven je en samen een liedje zingen, wat babbelen... En er is nog meer te zien, het is een prachtige, rijke tentoonstelling.

Van daaruit belandde je in de maffe stippen wereld van de Japanse Yayoi Kusama, 90 jaar, ze wist al als kind dat ze kunstenares wilde worden en had ook van jong af aan  psychotische aanvallen. Haar stippen bepalen haar universum en houden deze bij elkaar...dat kunst dit mogelijk maakt, altijd scheppend bezig zijn. Ze gaat de kunstgeschiedenis in als the queen of polkadots en ze woont sinds 1977 vrijwillig in een psychiatrische inrichting. Je loopt door een gangetje vol spiegelende stippen en in de Infinity Mirror Room sta je 45 seconden in een donker heelal vol steeds van kleur veranderende lichtstipjes, er liggen grote zilveren ballen op de grond, ze schildert en maakt van stof driedimensionale stipjes, uitgerekt en dat biedt weer andere associaties.

Dan waren er nog zalen met een collectietentoonstelling die Less is More heette. En dat mag wel het motto van het hele Museum Voorlinden zijn. Fantastisch, ik heb dit museum in mijn hart gesloten.

donderdag 23 mei 2019

Modi

In het Journaal blijkt dat Modi, de huidige premier van India, bijna de absolute meerderheid van stemmen heeft. Daar zullen alle Indiërs die ik gesproken  heb, blij mee zijn. Ze waren allemaal voor Modi: van de reisleider in de bus door Noord-India in december, iemand met een modaal inkomen, ook zeker door de vele fooien en extra uitstapjes die hij wist af te troggelen, tot Ganesh, de jongen in Kajuraho, die er nog van droomt om gids en reisleider te worden.

En ook het intellectuele lieve echtpaar in Chennai waar ik overnachtte hoopte vurig dat Modi zou winnen. Hij is de eerste die na Mahatma Gandhi werkelijk een hart voor India heeft, zeiden ze. Alles wat ervoor was, was corrupt en had banden met de Italiaanse maffia. Zij hadden er nog een hard hoofd in, omdat veel andere partijen door middel van het geven van geld kiezers probeerden voor zich te winnen.

In  Mahabalipuram dacht ik vaak aan ze. Regelmatig kwamen daar autoriksja’s het stadje in denderen met zelfs een groot glimmend gouden vierkant cadeau met een grote strik boven op het dakje gebonden,vrolijke muziek uit luidsprekers, er waren verkiezingsoptochten en iets buiten de bebouwde kon kon je naar een bijeenkomst met gratis eten. Als het volk, de ongeletterden, maar niet zo dom zijn om daarin te trappen, hoorde ik ze dan zeggen. Maar ik zag ook regelmatig serieuzere samenscholingen, waar er een ernstige, toegewijde sfeer hing en mensen er luisterden naar degene die iets vertelde over het verkiezingsprogramma. In het Food Center zaten er dan ineens in de middag stadse jonge mensen te eten.

Modi dus, en dat  hij vanuit de laagste kaste al premier is geworden, is zowel zijn eigen verdienste als India’s verdienste. Het is nu dus mogelijk om niet in je eigen kaste vast te zitten. Modi heeft zeer veel gedaan voor de gewone mensen, zei een ieder. De mogelijkheid dat er een school is op ten hoogste vijf kilometer afstand van een dorp, dat er overal waterpompen zijn en een toiletvoorziening. Dat er vrachtauto’s rijden die rijst brengen naar gebieden waar er gebrek is, zodat niemand honger hoeft te leiden. Alle projecten van  Modi hebben als vignet het ronde ziekenfondsbrilletje van Gandhi en ik zag het regelmatig. Ook bijvoorbeeld met voorlichting over seksueel geweld tegen vrouwen.

Wat ik ook een goede regeling vind, is dat een mobiele telefoon voor velen financieel bereikbaar is en je daar vervolgens gratis mee kan bellen door het hele land en je er ook maandelijks  een gigabite, was het geloof ik, aan internetmogelijkheid bij krijgt, voor 500 rupi, dat is ongeveer 7 euro. Één mobieltje kan er zo voor zorgen dat veel mensen online kunnen zijn en waar ook in India, met elkaar kunnen praten. In het Food Center had Wiki zijn iPhone laten vallen en was aan het sparen voor een nieuwe, maar onderwijl leende hij en anderen, die van de zoon van de baas en kon zo dus alles opzoeken wat hij wilde. Hij liet me zo de omgeving van Nepal zien en speciale groenten en gewassen die daar groeiden. Modi dus, ik ben blij voor ze.

woensdag 22 mei 2019

De Vis uit Venetië

‘En nu is mijn huis compleet’, dacht ik zo-even, maar waar slaat dat op? Mijn huis is als de Indiase samenleving: er is op elke vierkante meter, en in de proporties van een huis is dat dus elke decimeter, wel weer wat anders te zien. . Er kan niks meer bij en vanaf nu zou het goed zijn de andere beweging te maken: rechtsomkeert, mee met de Japanse opruimgoeroe Maryse Condo.

En vandaag is dan het omslagpunt, omdat ik nu alle spullen om mij heen heb vanaf het verre verleden in mijn kindertijd, naar mijn laatste aankoop: een op zijde geschilderd tafereel volgens de Noord-Indiase traditie in donkerblauw. Het hing provisorisch tussen een elektriciteitsdraad en de roze muur geklemd in mijn kamer in India. Nu hangt het, ingelijst en wel aan mijn rode muur en als ik ernaar kijk sta ik tegelijk ook in die kamer in India en zie ik mij weer de deur uitlopen, naar de zee of de straat op. Ik keek best vaak naar dit schilderijtje, daar: een tuin vol activiteit, een stroompje en een waterbron

Ik heb de laatste grote stukken uit het huis van mijn ouders naar mijn huis gebracht. Waaronder Het Topstuk, zoals de broers en zussen het noemen: een vis uit Venetië, van glas van Murano, plat, ongeveer 45 cm lang en 20 cm hoog, met rode streepjes in het glas, een zwart abstract oog, een gaatje achter, waardoor het golvend glas, zoals een halve vlag, een achtervin krijgt. Een kopie van deze vis staat op het graf van mijn ouders en  het had een prominente plaats, met een schijnwerper erop, in mijn ouderlijk huis. Daaronder keken we op de grond op kussens naar tv, geleund tegen een oranje muur met zonnen.

De vis is het begin geweest van een gigantische vissenverzameling van mijn ouders, die nu de huizen van hun vijf kinderen zijn binnen gezwommen.Ik kijk nu naar de vis, in mijn bijna donkere kamer,en gisteren heb ik er het plekje voor gecreëerd, op een witte doek en met een lampje erachter, tussen twee boekenkasten, Deze vis heeft de groei van de familie doorgemaakt, heeft al het lief en leed gezien, zwom mee naar het appartement bij de Waal, bijna in haar element, en is nu in een nieuwbouwwijk terechtgekomen in een huis dat op een hol lijkt, tussen de bomen in een oerwoudtuintje.

Alle spullen in mijn huis kunnen weer langzaam verdwijnen, maar ik denk dat deze vis met mij mee blijft zwemmen tot het einde. De Vis uit Venetië, heet ze in de familie, maar wanneer zij exact is komen aanzwemmen, weet niemand. Venetië was indertijd vooral een klank, een plaatsaanduiding. Nu roepen de woorden een stortvloed van beleving en herinnering op. Dat deze vis nu bij mij is, is...? ja dat is de betekenis ervan: mijn huis is nu compleet.

maandag 20 mei 2019

Beer en Broertjes

En toen nam ik de teddybeer van Broer mee naar huis. Die was even een menselijk, speels object op een bed in het huis van mijn ouders, om de kopers mild te stemmen. Maar het huis is verkocht en de laatste beslissingen moeten gemaakt worden over de spullen die er nog liggen, zoals fotoboeken e.d. Maar dit beertje, de onschuld zelve, zou zonder overleg door Broer meegenomen kunnen worden, want het was zijn teddybeer.

Hij herinnerde het zich niet. Dus Beer mocht wat hem betreft gewoon door de ontruimer op  de stort of zo gegooid worden. Weet je dat écht niet meer? vroeg ik hem. Ik zie hem zó Beer in zijn armen houden... Ach arme Beer... Dus Beer zit nu bij mij op de bank.

Andere Broer zocht naar losse foto’s van zichzelf, als peuter. Maar hij weet zelf niet hoe hij er toen uitzag! De twee Broers schelen maar een jaar en een paar maanden en werden vroeger vaak voor een tweeling versleten. Ben ik dit? vroeg hij steeds aan mij bij elke nieuwe foto die hij vond. Nee, dat ben je niet...En dit dan? Nee, opnieuw, nee...

En ineens realiseerde ik me dat 2-3 jaar leeftijdsverschil in een gezin heel veel uitmaakt, in den beginne, wanneer het leven net ontstaan is en zich ontwikkeld. Ik heb de broertjes als baby al in mijn armen gehouden, ik ken hun gezichtjes door en door en heb ze zien veranderen naar peuter en kleuter. Ik heb ze al jaren gezien, lang voordat ze zichzelf zagen... En ik was die oude, oude zus , die ze tegelijk konden weren, toen ze groter groeiden en ze spannende watergangen groeven in het zand rondom het bungalowhuisje in Elburg. Ik was een meisje, dat mocht niet mee doen en dat was dat.

En ik moest ze naar de kleuterschool brengen, terwijl ik al op de Grote School zat. Wat konden ze lekker langzaam zijn en ik maar bang  zijn dat ik te laat zou komen, iets waar kleuters nog geen idee van hebben, dat er tijd is: de twee soorten scholen zijn twee verschillende universums. In de ene mag je spelen en in de andere moet  je leren.

En dan word je groot en dan verdampt dat leeftijdsverschil: 2-3 jaar, dat is niks. Maar in die eerste tijd heb ik gezien dat Beer een levend wezen was voor Broer en daarom is Beer nu mijn compaantje geworden, hij blijft in de familie.

zaterdag 18 mei 2019

Arcade, parallel

Het lijkt erop dat  Nederland niet het songfestival gaat winnen en dat terwijl het bij de bookmakers een winkans had van 45%. Een tweede deceptie voor het nationale  bewustzijn na het verliezen van Ajax, waar een winkans van meer dan 80% voorspeld was... Zelf vind ik het ook wel jammer. Ik heb heel veel jaren helemaal geen songfestival gekeken, maar dit jaar nog nooit zo meegeleefd als ooit, omdat Arcade mijn liedje is van mijn India-tijd.

Ik zie me het nog voor het eerst zien bij DWDD, ik had net ontdekt dat ik dat kon ontvangen, het was in de eerste week van mijn onbestemde tijd aldaar , in het half donker onder de klamboe in mijn roze kamer op bed. Het bleef meteen hangen, ook na de akoestische live-versie twee dagen later. Dat was ik natuurlijk, kijkend naar die bal van licht, zoals het op het podium van Tel Aviv gestalte kreeg, beeld van hoop, ofwel mijn Exit uit India, waarheen ik zwom...

Nog steeds leef ik in een soort van parallelle werkelijkheid, zonder dat ik dat altijd zo bewust ben. Zo was ik  van plan om vandaag asperges met ei te eten, maar lezend in mijn hangmat dacht ik aan vis, dát wilde ik gaan eten. Pas toen ik het bereidde bedacht ik ineens dat ik al die weken in Mahabalipuram op de zaterdag naar het strand ging, om daar vis te eten... en vanaf dat moment werd het een bewuste parallelle werkelijkheid. Ik at buiten in de tuin, keek naar de bamboe, de violen in de bloempotten, de akelei die is gaan bloeien, de twee tomatenplanten op het terras. En ik hoorde simultaan de branding van de zee, zag in het half donker de vrouw de visjes bakken en mensen om mij heen op plastic krukjes ook visjes eten...

Vorige week betrapte ik me op dat parallelle, dat zich ook op het eetgebied afspeelde. Ik had de boodschappen gedaan voor mijn oud-studie-genotenclub. Voor de lunch had ik een paprikasoep gemaakt en had daar gewone sneeën volkorenbrood bij bedacht, dat was dan het hartige deel van de lunch, dacht ik, en verder had ik krentenbollen gehaald, het zoete deel. Maar iedereen miste de magarine en of er niet iets zoets voor op brood was, iemand smeerde uit nood maar wat mayonaise op brood, die ik had meegenomen voor de sla van de avondmaaltijd. Was het nog een geluk dat er niet door mijn toedoen, op het laatst nog wat vleeswaren waren gehaald...

Zó dacht ik dus in India: dan at ik zoete gepofte  rijstballetjes en haalde als hartigs twee pasteitjes ofzo en van te voren dronk ik dan thee bij een stalletje... dat was dan meer dan genoeg. Dus ik dacht dat een zelfgemaakte paprikasoep van pure paprika, wortel en ui heel rijkelijk was... Sorry, zei ik, het is mijn  lunch-denkwijze uit India. En ik had waarschijnlijk ook veel meer snacks voor laat op de middag moeten halen: een bakje olijven en amandelen, een blauw kaasje en een zak  chips leek mij meer dan genoeg, en voor de feestelijkheid had ik er nog een zak popcorn bijgehaald.... Ik snackte in India alleen kleine zakjes chips, er was ook niet veel anders.

Ik zie in India steeds  maar al die mensen op het strand met alleen een flesje water bij zich en ben de eetcultuur van veel lekkere hapjes die bij gezellige bijeenkomsten hoort, dus wat kwijt. Ik sta ook nog steeds versteld wat er hier allemaal in supermarkten te koop is en eerlijk gezegd duizelde me het ook wat toen ik vorige week die boodschappen voor de groep deed: A small town boy in a big arcade. Voor het avondeten had ik weer een te grote hoeveelheid van alles ingekocht, dus iets in de proporties van alles is een beetje in de war. 

Nou, het is ongelofelijk! Het is Duncan wél gelukt om te winnen! Ik zapte met iPad zonet nog terug en zag dat Nederland met de vakjury van de landen ergens op de achtste plek bungelde en net keek ik weer en toen zag ik Jeroen Pauw de extra uitzending van morgen aankondigden! Door de televoting, dus.  Hè, ik vind dat toch leuk. Kan ik nog een dag langer mijn gewoonte voortzetten om op internet dagelijks iets te bekijken rondom Arcade. 


vrijdag 17 mei 2019

Tuin/woestijn, Grand Hotel Europa

Ik moet eraan wennen dat je, wanneer het licht is, niet zomaar naar buiten kan lopen en het er dan aangenaam genoeg is om buiten te zitten. Ook in de avond, als het nog tot tien uur schemert. In India was het altijd aangenaam buiten, al was het in de hete middaguren koeler onder een ventilator, binnen. Daarmee snapte ik wel, dat de lunch de uitgebreidste maaltijd was in het Food Center.

Als je in beweging bent, is het wel te doen, buiten. In de speeltuin was het  leuk om ‘metertjes te maken’: onkruid die om de grote waterspeelpaats  in een week tijd welig is gaan  tieren, weg te schoffelen. Metertje voor metertje het weer vrijgekomen zand daarna netjes aanharken, heel voldoening gevend. Dus gisteren zette ik deze praktijk in het klein voort, aan de zijkant van mijn huis.

Daar had ik vorig jaar een zakje zaadjes gestrooid, die een bloemenweelde van wilde bloemetjes beloofde. Maar er kwam alleen maar gras uit, dat steeds hoger werd. Maar gisteren heb ik er een zwart bedje gemaakt met kleine stekjes van Nieuw Zeelandse spinazie, die ik van I. en J. gekregen had. Ik smul van die spinazie als ik op hun poezen en moestuin pas, maar zij hadden er juist genoeg van en wilden het een jaartje overslaan. Op mijn geweeklaag dat ik dat jammer vond, heeft J. kleine stekjes geoogst. En ik heb aan weerszijden van dat bedje twee keer een meter graspollen weg gehaald en daar Oost-Indische kers zaadjes, ook uit hun tuinen, gezaaid.

Ondertussen, als de zon er even was, las ik Grand-Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer uit. Ik weet niet wat ik van dit veelgeprezen boek vind. Het leest als een trein, maar hoe substantieel is het? Een van de stellingen erin is, dat het oude Europa bezwijkt onder de last van haar verleden en daardoor geen toekomst meer heeft. Heel Europa is een soort van toeristisch pretpark aan het worden, waar niet meer in geleefd wordt, zoals al in Venetië het geval is.

Veel Venetië dus, ook in het boek. Ik kom er al zes jaar ofzo, op bijna een rij. Natuurlijk zie en ervaar ik ook die toeristenstroom. Maar ik vind het juist zo leuk, om te zien hoe inwoners zich daarbinnen handhaven. Op het einde van het boek maakt de hoofdpersoon, die Ilja Leonard Pfeijfer heet en ook een ietwat corpulente schrijver is, de Biënnale van Venetië af met dilettantisch gefröbel, en geeft hoog op van de tentoonstelling van Damien Hirsch die er terzelfder tijd was: Treasures from the wreek of the Unbelievable. 

Daar valt hij voor mij toch een beetje door de  mand. Hij jubelt over de prachtige enorme torenhoge marmeren beelden die zogenaamd van de bodem van de zee zijn gehaald als zijnde niet van oude antieke beelden te onderscheiden. Ik vond dat je meteen kon zien, dat ze ook een Walt Disney gehalte hadden... Hij lijkt waarde te hechten aan Kunst met een eeuwigheidswaarde, die de tand van de tijd kan doorstaan, maar wellicht hoort bij de evolutie van de kunst en de veranderende tijden, dat dit nu, in dit tijdsbestek niet mogelijk is.

Ook de veronderstelling dat de hele wereld naar Europa gaat om er het verleden te gaan bewonderen is in wezen een volstrekt Europacentrisch gedachte. In India is een roemrijk verleden vol kunstschatten die veel ouder zijn dan die van Europa, waar toeristen, vooral veel Indiërs zelf,op af komen. Voor een Indiase Christen moet het wel weer  fantastisch zijn, om in Europa oude kerken en kloosters te gaan bezoeken omdat de kerken en kathedralen daar nog minder dan een Eftelinggehalte hebben, van eenvoudig materiaal gemaakt en met popperige heiligen, volgens Europese maatstaven...

Dus ergens wringt het. Ik denk dat Europa voor Europeanen zo zonder toekomst lijkt, omdat er geen inspirerende verhalen meer zijn die grote groepen tegelijk begeesteren, met een beweging vooruit. Alles is individualistisch los zand geworden, gericht op behoud. Van de eigen welvaart, met name. 

Dat is wel een wending in het boek dat tot nadenken stemt: zijn vriendin krijgt een baan aangeboden in Abu Dubai in de kunstwereld, bij oliesjeiks die zich niet echt in kunst interesseren. Een baan in de woestijn. En Ilja, die aanvankelijk dus afscheid van haar heeft genomen, hij heeft het oude Europa nodig om te kunnen leven en in Grand Hotel Europa zijn intrek heeft genomen, om dit boek te schrijven en zich te bezinnen over zijn toekomst, gaat weer naar haar terug, naar de woestijn.

De woestijnervaring is in de Europese spirituele traditie, de plek waar het nieuwe kan ontstaan, waar een mens werkelijk geraakt kan worden door dat wat hasr het meeste aangaat, aangrijpt en van betekenis is. Even niks laten groeien... en dan weer metertjes maken?....

donderdag 16 mei 2019

Catellum ...?

En daar was hij weer, de aardige sociale wijkbeheerder T., wiens halfjaarlijks contract niet is verlengd. En weer ging het over de mussenkolonie, die op zal houden te bestaan als M. (een  nieuw aangetreden beheerder sinds januari) haar zin krijgt. Ik blogde eerder over haar in ‘Een vreselijk mens’ en ik hoopte dat ze in de tussen tijd een beetje bij zinnen was gekomen, T. zou zijn best ervoor doen. Niet gelukt, dus.

Ik kreeg alweer tranen in mijn ogen uit onmacht. Hij zei dat hij  me heel goed begreep, maar niks kon doen. Toen vertelde hij wat hem zelf ooit is overkomen: hij heeft gediend in het leger en is uitgezonden geweest naar o.a. Afghanistan, dan heb je als het ware je leven willen geven, zei hij. Daarna solliciteerde hij voor een functie als chauffeur op een ambulance. Hij heeft met  vrachtauto’s en tanks door oorlogsgebied gereden. Hij moest een lijst afvinken en daar stond: gebruikt u medicijnen die uw rijvaardigheid beïnvloeden? Hij kijken, hij heeft AEHD en slikt daar al jaren pilletjes voor. Ja, dus... zo stond er in de gebruiksaanwijzing, dus dat vinkte hij aan. En daarna werd hij behandeld als een crimineel, hij werd zelfs gesommeerd tot een gesprek met een psychiater; hoe hij het in zijn hoofd had gehaald te durven te solliciteren!

Dus hij begreep mijn ervaring, behandeld te worden als een asociaal,niet meewerkend persoon met een torenhoog dossier, heel goed. Dat deed me wel goed, zijn verhaal. Hij hoopte van harte dat mijn eventuele klacht bij de klachtencommissie van de woningbouwvereniging zou worden gehonoreerd, maar hij gaf me niet veel kans, omdat er immers een brief is waar zwart op wit een snoeihoogte is aangegeven...mondelinge afspraken tellen waarschijnlijk niet. Ook al was het een half jaar ervoor, toen ik voor het eerst snoeide op de hoogte zoals die met iemand van de woningbouwvereniging en een hovenier is vastgesteld , wel goed.

Ik snap zo’n M. vanuit mijn eigen 30-jarige praktijk als beheerder wel. Er loopt nu ook in de Leemkuil zo’n nieuwe beheerder rond: je bent nieuw en je wilt je graag profileren. De beheerder in de Leemkuil liet iemand voor de tweede keer een rekje met folders schoonmaken, dat in de ochtend al door iemand was gedaan, meldde ik. Maar het moest nog een keer. Met een schuursponsje; een rekje voor folders,  dat al glansde! De student die het moest uitvoeren, trok heimelijk een scheel gezicht naar mij. Deze M. doet hetzelfde.

Ook heb ik genoeg beheerders meegemaakt, die langlopende kwesties in een wijkcentrum wel even dachten op te lossen. En dan al doende ontdekten dat ze dan een hele wijk tegen zich kregen. Of de sfeer in een wijkcentrum hartgrondig verpest werd en mensen, wanneer jij dienst had , hun hart kwamen luchten, waarna ik dan vervolgens met zachte hand zo’n collega de andere zijde probeerde te laten zien...

Zij heeft een eenmensbedrijf dat Catellum heet. Ze biedt woon- en zorgdiensten aan. Je zou denken dat het Castellum zou moeten zijn, kasteel dus op zijn Latijns. Ik ben al bijna geneigd om te denken, dat zij in haar onzorgvuldigheid de ‘s’ is vergeten... Op haar sites, er zwerven er twee rond, staat dat ze ‘ondersteuning, handjes, biedt en advies op maat aan corporaties’. En dat je van haar kunt verwachten dat ‘ik een opdracht altijd vol induik’. Mooi, toch, een dossier van tien jaar even wegwerken? In haar logo iets van gekleurde streepjes en een schakel. Nou, zou ik zeggen, wie haar in dienst  neemt, haalt een heel zwakke schakel binnen.
Hé, hé, mijn hart is gelucht, soms moet dat toch maar even, ook in dit blog.

dinsdag 14 mei 2019

Sunjay en ik

Gisteren was ik op een preview-avond van het nieuwe seizoensaanbod in Schouwburg en Vereniging, die er een nieuw aanbouw bij heeft gekregen. Kon je zien hoe een kleedkamer eruit ziet. Mooi, luxe lekkere relax- bank en een douche. De schminck en grime moet dan wel ergens anders zijn. Korte optredens van het kamerorkest, opkomend caberet-talent Casper van der Laan, veelbelovend met feeling voor het publiek en zanger Jeangu Macrooy, warme stem die ik al van Oerol kende en hij speelde eens Judas in The Passion.

Maar ik draai met deze intro om de ervaring heen die mij er overkwam: Ook het Gelders Orkest was vertegenwoordigd met twee mensen die cello en contrabas speelden. De compositie was van een Vlaamse componist. Ik zou nu willen weten wie, maar ik geloof dat ze het zelf ook niet eens melden, ze vertelden wel dat het eerste deel hen deed denken aan een zondagse wandeling. En toen gebeurde het: ik zag ineens Sunjay en mijzelf in de muziek die uit die cello en die contrabas kwam. Ik zag zijn gezicht, zijn ogen waarin ik verdronk, dat ik helemaal niet echt met hem kon praten, want zijn Engels was te slecht en hij eigenlijk alleen maar twee dingen tegen mij heeft gezegd: You are good en I will never forget you.

Hij resoneerde zo diep in mij. Maar wat was het dan? Alsof hij mijn jongere broer was uit een vorig leven? Of waren  we ooit een eeneiige tweeling? Of zag ik in hem iets geopenbaard van wie ik zelf ten diepste ben? Maar hij verdween en liet Wiki in pijn achter, is het ook dat deel, een kwetsbaar en zacht deel dat niet durfde te verschijnen, dat mij zo raakte? Zijn actie heeft niks van mijn beeld van hem veranderd. Maar er was misschien helemaal geen beeld...

Er was een samen opgaan, zoals in die muziek van die cello en die contrabas, we maakten zonder daar wat voor te doen muziek met elkaar. Zonder woorden, alleen maar een glimlach en een blik. Er overvalt mij weemoed als ik aan hem denk... die had ik al toen ik nog in India was en alleen nog maar Wiki in het Food Center ontmoette.

Ik snap helemaal niet wat mij daar is overkomen. Er is geen rationaliteit of een beredenering hoe en waarom ik met deze twee mensen zoiets intens ervoer. En het blijft ook onbegrijpelijk waarom Sunjay ineens weg was...

Hoe zou het met ieder van hen gaan? We hebben uitgewisseld met elkaar, zo expliciet en in herhaling, dat echte vriendschap altijd blijft, ook al zal je elkaar nooit meer zien... dat je de ander nooit zult vergeten... Zoals die muziek uit een cello en een contrabas, zo zijn Sunjay en ik, onze melodie zal in mij blijven klinken.

maandag 13 mei 2019

Zoveel God

Een, voor mijn doen, druk sociaal weekend gehad. Gisteren een wandeling van Zutphen naar Lochem met de vrouwenwandelclub. Weer ontdek ik hoe intens ik van deze lente geniet, nog nooit zo in deze mate en dat komt door India, nog zo dichtbij. De dag ervoor in een B&B in Grafwegen, onder de rook van Nijmegen. Ook hier genot in dat unieke glooiende landschap met een heuvelachtige horizon, druivenranken en oude bomen in een afdaal- en weer omhoog bos.

Ik hoorde het horror-verhaal, a continuing story, van iemand van de oud-studie-genotenclub. Hoe een geloofsgemeenschap, zogezegd op weg naar een nieuwe toekomst om tesamen een spirituele plek te worden met grootse plannen, elkaar in feite afmaakt, verraadt onder ‘de bezielende leiding’ van een voorganger die het klaarmaakt om in een preek zich welbewust te richten tegen de in zijn ogen raddraaiers van zijn grootse plannen... 

Ik verzuchtte helemaal klaar te zijn met het christendom, dat door dat heilsverhaal het ook mogelijk wordt dat dit soort verschrikkelijke dingen in de kerk kunnen gebeuren, iemand anders zei daar wel meer over te willen horen, maar ik mompelde dat dat zo’n abstract verhaal wordt, ik niet precies weet waar ik moest beginnen... misschien bij het ontbijt dan?, vroeg zij. Dat is er niet van gekomen, dus nu hier een mijmering erover.

In India ervaarde ik zo’n contrast, wanneer ik van een hindoeïstische tempel in een katholieke kerk hopte. In de ene is er een voortempel-plein, waar mensen zitten en praten en waar op gezette tijden er ook maaltijden worden verstrekt, het is er rommelig met potten en pannen, er worden soms dingetjes verkocht, etenswaar en bloemen voor de goden. Daar is in het midden ook de grote metaalachtige paal waarvan men geloofd dat daarin al de goddelijke energie is samengebald en daarachter wordt het donkerder en is het overdekt met al die verschillende tempeltjes van verschillende goden. Daar lopen meerdere priesters rond, om sommige van die tempeltjes, als kleine huisjes, te openen, er lichtjes bij te zetten, wierook te branden, mensen te zegenen. 

Dan kom je als contrast in de katholieke kerk. Daar zijn alleen maar heel veel stoelen in rijen en voor of in het midden, staat alleen dat ene podium centraal, waar die ene priester hét heilige ritueel als enige mag voltrekken, de eucharistie en voordat het zover is, komen daar eerst de schriftlezingen en de preek die de gelovigen als het ware klaar maakt om met een gelouterd hart daarna het brood dat het lichaam van Christus is geworden, te ontvangen. En ook als je dat niet gelooft, zoals bij de protestanten: alles draait om de overweging van de voorganger, die put uit de Bijbel.

Hiermee wordt maar één verhaal geconstrueerd en verteld en in het hier-en-nu weer nagespeeld: er wordt geloofd in die ene God, die zijn ene zoon naar de aarde heeft gestuurd, om alle mensen te verlossen. Die ene zoon heeft geleden, is gekruisigd, gestorven en begraven, hij is nedergedaald in de hel, om op de derde dag weer op te staan en te verrijzen uit de doden. Alles draait om die ene zoon van God, die ons is voor gegaan en die Jezus die zijn volgelingen vond en door het heilige land trekt, had in het Oude Testament een voorganger: daar was dan Mozes die het volk uit de slavernij naar het beloofde land bracht. 

Beide figuren: Jezus en Mozes, ondervonden op hun weg, waar zij trachten om de goeden om hen heen te verzamelen, heel veel tegenwerking en obstakels en dat moesten zij overwinnen. Zie hier de blauwdruk voor het zelfverstaan van voorgangers, priesters enzovoort, ziehier hoe het mogelijk wordt dat iemand die denkt dat hij het volk om hem heen naar een nieuw beloofd land brengt, niet meer open kan staan voor andersoortige geluiden en meent dat hij in een overweging voor de hele geloofsgemeenschap een andere groep daarbinnen, volstrekt de grond in mag praten,onder het mom van het brengen van elan en inspiratie...

In hindoeïstische tempels zijn er altijd meerdere priesters en zij zijn in hun rituelen, het wassen van de godenbeelden, ze opnieuw aankleden, ze behangen met bloemkransen, ze vereren met vuur en wierook, slechts de bemiddelaars voor de mens die tracht zijn kleine ego te doorbreken en kapot te slaan, vaak door het breken van een kokosnoot bij de ingang. Zij geven de zegen van de goden door, verzoenen de mens met het krakkemikkige bestaan en een ieder zoekt het eigen verhaal waarmee dat mogelijk wordt, door een bezoek te brengen bij dat ene  tempelhuisje van een God of Godin, die in het bij horend verhaal iets van heil en geluk bewerkstelligt.

De geest en het brein en het handelen van mensen wordt vorm gegeven door verhalen. Wij zijn niks zonder een bij behorend verhaal dat we aan onszelf en aan anderen vertellen. Hoe meer ruimte voor verschillende, andersoortige verhalen, die naast elkaar kunnen bestaan en waaruit je niet hoeft te kiezen en die er alleen maar zijn om een ieder in vrede met zich zelf en met elkaar, tesamen éėn beweging,  te laten leven: Leven en laten leven, wordt dan het motto en de leidraad... hoe meer wij als mensen zullen floreren en elkaar tegemoet kunnen komen....

Aan een ieder die maar in één verhaal gelooft en deze tot werkelijkheid maakt en bovendien in dat verhaal altijd aan het strijden is met vijanden op het eigen pad...  Er is niet één weg naar een beloofd land. Er is een woud vol verwachting, een zee aan mogelijkheden, een luchtruim waar veel verschillende vogels in vrijheid kunnen vliegen, er zijn landschappen vol verschillende tinten groen,  zoveel verschillende soorten en vormen van blad, omzoomd door fluitenkruid... fluitend samen door dit wonderbaarlijke leven gaan, dat komt voor mij het dichtst bij God.

vrijdag 10 mei 2019

Het (lente)bal

Wat was het gisteren een prachtige dag. Ik genoot intens van het Sonsbeeck- en Zijpendaalpark in lentetooi. De grote oude rode beuk, een nijlgans bij de oever van een beekje,een  glooiende veld vol boterbloemen omzoomd door oude bomen,  een paarse rododendronstruik voor de hoge, ijle bomen in de hoogte erachter, twee eenden die eronder zwommen. En overal dat hele lichtgroene blad. De vlakte naar de dierentuin, het laatste stukje uit het bos, was lichtgrijs van de paardenbloembollen met zaadjes met gele vlekken erdoorheen.

In de dierentuin het nieuwe verblijf van de ringstaart-maki’s bewonderd en ze zaten allemaal verstrengeld in elkaar tegen het glas gedrukt, één warme harige langwerpige bol met streepjes erdoor en kopjes met ogen die rondkeken, soms dwars door jou heen. Zo innig en in één toon, eentonig wilde ik eerst opschrijven, maar dat is iets anders. Konden mensen maar vaker samen zo’n sfeertje met elkaar maken. Een nieuw soort beest gezien: de rode neusbeer scharrelde in een groepje buiten rond met een lentebuitje, kruidige  aardse geuren langs je neusvleugels. En de zeekoeien hadden een jonkie, de draagtijd is één jaar, dus dat is lang hoopvol wachten of alles goed zal gaan, vertelde een biologiestudente mij, die als vrijwilligster daar in de mangrove rondloopt.

Om kwart over vijven terug wandelen, en nu was het nog helemaal licht in volle  glorie en het was opgeklaard met flarden blauwe lucht, de vorige keer was het al donker. De wandeling terug is langzaam dalend en dat gaf de sensatie alsof ik zweefde af en toe. Bij het station at ik in de zon het kindermenu van Burgers King, een soort van gewoonte van jaren her, alleen te bezigen als ik uit ben, in Venetië of aan het strand bij Scheveningen, voor het eerst gedaan 30 jaar geleden ofzo, in Bangkok.

Ik had het maaltijdje net op en daar mailde W., ze had een trein eerder en was al in de stationshal. Wij gingen naar Le Bal, het dansfeest van de eeuw van de theater-dans-mime Jakob Ahlbomy Company met live-muziek van Alamo Race Track. Wat geweldig! Je kijkt naar één danslokaal dat steeds van scéne wisselt, een hele eeuw lang, te beginnen in de twintiger jaren met een declaratie dat vrouwen niet geschikt zijn om het kiesrecht te verkrijgen. Dan wervelt het door de tijd en door de continenten heen: Costuums, liedjes, dansen, wijzen van omgang met elkaar verschuiven...

Je ziet twee ruimtevaarders zweven, de ruimtewedloop tussen Amerika en Rusland, Hitler bezwijken onder de zwaarte van jassen over zijn opgeheven hand van de Hitlergroet, de inval in de homobar van Christopher Street, Josephine Baker, wier dansen aapachtig werd genoemd, de segregatie tussen zwart en blank, het uitdelen van voedsel in de crisisjaren, de gezinspolitiek van de DDR tegenover de groei van het individualisme in het Westen, en nog veel meer. Allemaal achter elkaar, zonder woorden maar met muziek en dans vorm gegeven. Een tweede keer kijken levert vast weer nieuwe associaties op in dat danslokaal.

De laatste scène kwam helemaal binnen. Een groep aanvankelijk nog gezellig een feestje bouwend met elkaar, gaan gearmd in een kring bij elkaar staan, zoals die ringstaart- maki’s eigenlijk. Dan tellen ze af alsof het Oudjaar is en dan springen ze allemaal op, met ieder ineens een mobieltje in de hand, een ieder ineens geïsoleerd verdiept in een eigen wereldje in hun hand. Uit hun onberispelijk schoon en modieus midden verschijnen onverwacht  twee mensen in gehavende kleding met plastic zakken in de handen. Met een zoekende en vragende blik. Niemand ziet hen.

Dat is natuurlijk meteen geassocieerd met vluchtelingen. Maar ik zag ook het samenleven van India tegenover die van het westen. Op de ene plek wonen en leven mensen, met emoties en interactie op allerlei wijzen in een kleurrijk pallet. In het andere werelddeel is het emotieloos, de mensen leven op afstand lang elkaar heen op straat en wat er verborgen in hun hoofden en in hun huizen gebeurd, je weet het niet, je voelt niks. Ja, ik moet nog steeds erg wennen in Nederland...

donderdag 9 mei 2019

Voetbalwedstrijd

Ik heb het laatste kwartier ofzo, gekeken naar Dé Voetbalwedstrijd. Wanneer zelfs politici zoals Lodewijk Asscher en Kasha Olongren het hebben over een historische wedstrijd, waar hun kinderen als ze oud zijn het er nog over zullen hebben bij M, en na het programma naar de Johan Cruijff-Arena zullen snellen, om het met hun familie te gaan beleven, Kasha ook met haar vrouw, dat wist ik niet, tja dan, kan ik toch moeilijk besluiten om in de stilte van mijn huis een boek te gaan lezen.

Dus ik zocht op, waar je dat dan ziet. Niet bij de publieke omroep, zoals ik verwachtte, maar bij Veronica. Moest ik daartoe eerst mij aanmelden met wachtwoorden en al. Toen was ik al bijna weer vertrokken, want daar ben ik nu een beetje allergisch voor, sinds India en de aanvraag van een Exit Permit dat alleen per internet kon.

Toch doorgezet en de sfeer en energie uit die Arena, die stroomde in vloedgolven de kamer in. Maar om nu echt te gaan kijken? ... Dus ik las er toch een boekje bij en bekeek de eerste twee doelpunten in de herhaling. Dat commentaar dan, in de pauze, dat het erop lijkt dat Ajax zo de finale in zal gaan wandelen... en ook alle reclame van te voren om kaartjes te gaan kopen voor die finale. Wat een optimisme, dacht ik, zelfs al is het statistisch zo, dat de kans 88% was, dat ze zouden winnen, in deze thuiswedstrijd.

En toen werd het héėl snel 2-2 en pas tien minuten daarna, kon ik me toch niet meer concentreren in mijn boek. Tevoren las dat best wel lekker met zo’n stroom aan uitzinnige, eendrachtige vreugde als achtergrondgeluid. Dus ik nam de iPad op mijn buik. Jee... wat spánnend meteen! Ik weet alleen dat 
de bal door elk 11 mensen ofwel de ene kant ofwel de andere kant op moet... en zag meteen de vechtlust, de ijzeren wil van die in het groen gestoken mannen. Leeuwen, tijgers, dinosariërs tegenover... zulke jonge ook zeer fanatieke jongens... maar meer van het soort Golden Retriever...

Natuurlijk ging ik voor rood-wit... en wat werd élke minuut ineens kostbaar en van belang... en ik dacht: Nee, dat gaat ze niet lukken... Wat een flitsend, zenuwslopend spel, wat een alles-willen-geven aan beide kanten. En toen kwam dat doelpunt. Ik dacht: dit is déjà vu. De vorige keer dat ik naar voetbal keek, was waarschijnlijk in 2010, toen Nederland verloor van Spanje met één doelpunt, ook in de extra tijd. Ineens is het dan gebeurd. Zei de commentaarstem een minuut ervoor nog, dat de Arena zich klaarmaakte voor een collectief orgasme... het werd de voetbalhel. Ik vond het wel sportief van het publiek, dat Ajax toch na afloop zoveel applaus kreeg. Dat is je zelf snel weer oppakken, na een bijna-orgasme.

dinsdag 7 mei 2019

Duncan, Silver Metz, André van Duin, enzo

In India waren er op mijn kamer alleen twee felle tl-buizen als verlichting. Eén in het voorstukje als ik de kamer in kwam en één boven het bed. De laatste was nooit aan, ik deed het dus met het indirecte licht uit het voorstuk. Dan ging ik onder mijn klamboe liggen, gelukkig had ik die meegenomen, en ging ik ‘aan-de-iPad’, waar immers ook licht vandaan komt. En nog steeds doe ik nu hetzelfde als toen: ik begin met bij YouTube te  kijken bij Duncan Laurence.

ARCADE is hét liedje, dat ik elke dag beluisterde via de reacties van anderen, of een nieuwe uitvoering van hemzelf. Elke dag was er wel iets nieuws te zien.  En nu doe ik dat nog steeds en zag de eerste repetitie met laserlicht in Tel Aviv. Pas ná het songfestival zal deze gewoonte van mij wegebben, schat ik zo in.



Thuisgekomen, heb ik een ander favorietje ontwikkeld: het is het 11-jarig hoogbegaafde jongetje Silver Metz, die uiteindelijk The Voice Kids gewonnen heeft. Wat een schatje, zoals hij Kleine Jongen zingt en Ik huil alleen bij jou, met Ali B. De simpelheid van zo’n liedje en de frisheid van jong talent: in India had het iets bemoedigends, zo iemand die de wereld verovert en Silver Metz is hier nu het vervolgprogramna van Animalcrackers, Banana Split en scetches van André van Duin, die ik in India bekeek.

Daar keek ik thuis dus nóóit naar en nu dus ook niet meer. Maar ik ben het nu gewend om mij op IPad bezig te houden tot ik ga slapen, het is nog niet veel anders, een avondprogamna op IPad voor het slapen gaan en o, ja, een blogje schrijven hoorde daar ook bij, dat hielp me om in balans te blijven. De volkomen simpelheid van pratende beesten, mensen voor de gek houden en de absurditeit van de dialogen van André van Duin. Vroeger vond ik het flauw, geloof ik, als ik het eens zag, maar in India vond ik het bijna geniaal. Het maakte de absurditeit van mijn situatie daar tot iets behapbaars.

Simpele liedjes, steeds maar in herhaling, als een mantra...Fijn hoor! En dat drempelgevoel wat ik bij Arcade en Silver Metz krijg: zouden beide in de toekomst de wereld gaan veroveren? Silver wil graag acteur in Hollywood worden en Duncan wil binnenkort graag gaan winnen. Voorwaarts! Het soort van energie die ik in India koesterde: hoe het ook met je is, het komt vast wel weer goed, er komen betere tijden.

zondag 5 mei 2019

Boeken en (India-)ervaring

Dan heb ik ook nog Boekenclub gehad. Door mijn toedoen was de laatste keer in december 2018! Eerder hadden we al geconstateerd dat een ieder het wél miste, de regelmaat van ongeveer een keer in de twee maanden en dat dit óók leuk is om te constateren. Twee boeken in twee maanden: het blijft een goede formule, en ditmaal waren het boeken die ik allebei al gelezen had, al bij het voorstel. Beide bijna een half jaar geleden dus en daardoor wel de moeite waard om ze te herlezen. 

Ook na mijn India-ervaring: Ik was wel benieuwd wat de boeken mij nu zouden doen. Lezen ofwel ‘de werking van taal’ blijft mij intrigeren. Hoe het mogelijk is dat woorden hele gebieden in je kunnen raken en dat één en het zelfde bij een ieder heel verschillend kan binnenkomen. Over het eerst besproken boek De paradox van geluk van Aminatta Forna hadden we dezelfde leeservaring: een mooi boek. Voor mij vielen nu heel erg de beschrijvingen van de stad Londen op, vorig jaar was ik daar. Nu, na India werd Londen een andersoortig gebied, een andere biotoop, waar ik óók geweest ben. Ik zie mijzelf tegenwoordig van bovenaf, als een vogel, lopen in verschillende entourages, tegelijk...

Ik herkende volkomen, nu, de wijze waarop Atilla, een wetenschapper, gespecialiseerd in oorlogstrauma’s uit Sierra Leone, door deze westerse, schone, weldoorvoede stad loopt. Alsof iedereen er als in een toneelstuk op het podium is, hun voorstelling aan het uitvoeren, om erna terug te keren achter de schermen in de beslotenheid van hun huizen... Zo ervaar ik het nu ook: een soort van steriliteit, alsof je weinig echte mensen ontmoet, maar acteurs die hun rol in het openbare leven kennen. Een half jaar geleden las ik over deze beschrijving heen en nu komt het erg binnen.

Het andere boek, De zoon van de verhalenverteller van Pierre Jarawan, leverde het voor mij verrassende resultaat op, dat de anderen het niet zo’n overtuigend boek vonden, allemaal niet zo geloofwaardig, terwijl ik beide keren er helemaal door werd meegesleept. De eerste keer las ik het  op Tenerife te midden van dat magische landschap met die dode vulkaan in de buurt en de zee. Maar twee vormen van input, en verder geen afleiding en misschien dat de magie van verhalen waarover het boek ook gaat, versterkt is geworden door het landschap waarin ik was.

De tweede keer was nu, dus, de afgelopen tijd, waar ik met het ene been in Nederland sta en met het andere in India. Misschien dat ik mijn eigen leven hierdoor als een verhaal beleef, en de gemoedsgesteldheid van Samir die in Duitsland is geboren maar in een Libanees milieu leeft, met een vader die prachtige verhalen vol weemoed over Libanon kon vertellen en die ook nog eens plotseling verdwijnt... Dat deze gemoedsgesteldheid dichtbij die van mij, nu, komt.

Het lijkt alsof ik hier maar tijdelijk zal zijn, alsof ik met de ogen van een tourist de dingen beleef en tegelijk is alles mij ook vertrouwd. Gek, nu ik dit zo schrijf hier, zijn dat exact de woorden die ook bij mij pasten, toen ik in India was...

zaterdag 4 mei 2019

Voet voor voet door alle goeds

Dit is het jaar, waar kennelijk alles anders gaat dan voorheen... Al jarenlang ga ik naar een Dodenherdenking in mijn stad of elders omdat het één van de weinige gezamenlijke rituelen is, die Nederland kent. Ik vind het bijzonder om in het openbaar, publiekelijk met zijn allen twee minuten stil te zijn. Uit het Wijkcentrum staan me beelden bij, dat mensen midden in de gang met een dienblad met koffie stilstonden, of met de kaarten in hun handen, die dan op tafel  rusten.Maar nu lig ik alleen met moeie voetjes op mijn bank en zal het zometeen via internet meemaken.

En ondertussen zijn die twee minuten alweer voorbij. Ze gingen véél sneller op de bank thuis, dan te midden van een mensenmassa waar in de stilte dan soms een vogeltje in de gedragen sfeer fluit. Het was een mooie herdenking op de Dam in Amsterdam. Wankelende oude mannen en vrouwen rondom de negentig, zwaar leunend in de armen van hun kleinkinderen, nauwelijks meer in staat, want te stram,  om te buigen, na het leggen van de krans, namens het verzet of namens slachtoffers, de Sinta, oud militairen., die gesneuveld zijn, lang geleden of niet ver van het huidige heden. 

En buigen was de laatste gezamenlijke handeling die we in een kring deden, na een prachtige rond wandeling van 14 kilometer over zandwegen en klompenpaden vanaf station Wolfheze. Scherpe wolkenluchten met zon, hagel die viel, paraplu even op, zitten op een windstille plek. O! Deze extreem door mij beleefde lente dit jaar, gele brem die bloeide, de schermbloemen langs beekjes, weide en bomen in al die tinten groen! Piepkleine bosviooltjes die  bloeiden, paarse bloemetjes,die het aanzien gaven van heide, maar dat was het niet.

Buigen voor de ander, buigen voor jezelf... Dat zijn mooie gebaren en daartoe werd je uitgenodigd door M. die deze wandelingen één keer in de twee maanden op de eerste zaterdag van de maand organiseert. Ontstaan, mede doordat ik vorig jaar op het einde van de Pinkstervoettocht van de Franciscaanse Beweging zei dat ik dat wel miste gedurende het jaar, zo’n wandeling met een Franciscaans tintje. Ja, ik heb ze járen geleden zelf nog mee georganiseerd, maar daar was de klad in gekomen. Wil je dat écht?  vroeg M. Ja, dus. En toen zei hij dat ik dan nog wel een uitnodiging kon verwachten.

En zo werd het najaar,  het gerucht ging in mijn omgeving dat er een wandeling bij Mook, vlakbij Nijmegen was, maar een uitnodiging kreeg ik niet. Iets mis met het internet, bleek achteraf. En toen ging het vieren van een speciale verjaardag voor, en toen zat ik in India... Maar nu, eindelijk dan, was ik van de partij. Ik herinner me dat ik tegen M had gezegd: nou, ik hoef dan  niet veel op zo’n wandeling hoor, een bezinningsmomentje, het zingen van een liedje ofzo, dat is wel genoeg. Maar M. bereidt het heel degelijk voor, met een keuze uit een keur van teksten en hij loopt de gehele wandeling voor. Wat een lieve, zorgzame man is het toch, die iedereen graag aandacht wil geven...

Met iemand wisselde ik uit, dat het een beetje als familie aan voelt, de mensen met wie je dan samen wandelt, als je zelf al zolang verbonden bent aan die Franciscaanse beweging. En dan hoor je weer eens een wijsheidsspreuk van Franciscus of vertel je elkaar van een ontmoeting met een ander, een dialoog, die werkelijk iets in je leven heeft veranderd... Ik vertelde over Wiki en Sunjay. Dit zijn mooie dingen voor de mensen en M. heeft deze wandelingen de volgende naam gegeven: Voet voor voet door alle goeds.

donderdag 2 mei 2019

Beam me up

Dat is me ook wat. Kom je de avond tevoren van een heel leuk verjaardagsfeestje buiten de stad, heel laat terug en dan moet je de volgende dag om 8.00u de cv-installateur ontvangen op een andere adres aan de andere kant van de stad. Het huis aan de Waalkade is verkocht en dus zat ik daar buiten bij de voordeur de krant te lezen, in afwachting van... mensen verdwalen nogal eens in de gangen van dat appartementencomplex, dus ik dacht hiermee een service te verlenen: samen naar binnen.

Maar er kwam niemand. Na een uur had ik de krant wel uit, had ondertussen allemaal bewoners de ochtendkrant uit de brievenbus zien halen, al vele boten zien voorbij varen en veel activiteiten met hijskraantjes, schepmachientjes etc. waargenomen. Er wordt nu een parkje met veel groen onder gebouwd. Maar ik zal daar van bovenaf dus niet meer van kunnen genieten, nog even en het huis moet leeg worden opgeleverd...

Ik besloot naar binnen te gaan en boven verder te wachten.Ik dacht aan mijn afscheidsrondje in India, in Mahabalipuram. Hoe ik voor het laatst die hele wandeling maakte: door de straatjes, naar de oude rotstempels, naar de hindoeïstische tempel, een winkeltje in, naar zee, over het strand...Daar loopt jouw lichaam dan, door die fysieke werkelijkheid en zal daar niet meer lopen, ik krijg net zoals in Star Trek binnenkort maar één beweging waaraan ik me moet overgeven: Beam me up, Scotty!

En nu is het ook zo...ik liep door alle kamers en van voor naar achteren, onder de lichtkoepels en overal dat geweldige uitzicht op de Waal en aan de andere kant het Valkhofpark, de Stevenstoren, de daken van de benedenstad. Het huis is al leeg, niet meer zoals mijn ouders het bewoonden, er ligt dat nieuwe zandkleurige tapijt overal, de kleur van het strand in India, en ik was er met dezelfde gedachte: hier ben ik nu, maar zometeen helemaal nooit meer...

De installateur is niet gekomen. Waarschijnlijk heeft hij bij de achterdeur staan bellen, terwijl ik voor buiten stond. Dus ik mag nóg een keer. En als er een radiator moet worden vervangen, nóg een keer. En dan de laatste spullen uit het huis. En dan is het op. Beam me up, ik vertrek weer naar een ander heelal.