In het Journaal blijkt dat Modi, de huidige premier van India, bijna de absolute meerderheid van stemmen heeft. Daar zullen alle Indiërs die ik gesproken heb, blij mee zijn. Ze waren allemaal voor Modi: van de reisleider in de bus door Noord-India in december, iemand met een modaal inkomen, ook zeker door de vele fooien en extra uitstapjes die hij wist af te troggelen, tot Ganesh, de jongen in Kajuraho, die er nog van droomt om gids en reisleider te worden.
En ook het intellectuele lieve echtpaar in Chennai waar ik overnachtte hoopte vurig dat Modi zou winnen. Hij is de eerste die na Mahatma Gandhi werkelijk een hart voor India heeft, zeiden ze. Alles wat ervoor was, was corrupt en had banden met de Italiaanse maffia. Zij hadden er nog een hard hoofd in, omdat veel andere partijen door middel van het geven van geld kiezers probeerden voor zich te winnen.
In Mahabalipuram dacht ik vaak aan ze. Regelmatig kwamen daar autoriksja’s het stadje in denderen met zelfs een groot glimmend gouden vierkant cadeau met een grote strik boven op het dakje gebonden,vrolijke muziek uit luidsprekers, er waren verkiezingsoptochten en iets buiten de bebouwde kon kon je naar een bijeenkomst met gratis eten. Als het volk, de ongeletterden, maar niet zo dom zijn om daarin te trappen, hoorde ik ze dan zeggen. Maar ik zag ook regelmatig serieuzere samenscholingen, waar er een ernstige, toegewijde sfeer hing en mensen er luisterden naar degene die iets vertelde over het verkiezingsprogramma. In het Food Center zaten er dan ineens in de middag stadse jonge mensen te eten.
Modi dus, en dat hij vanuit de laagste kaste al premier is geworden, is zowel zijn eigen verdienste als India’s verdienste. Het is nu dus mogelijk om niet in je eigen kaste vast te zitten. Modi heeft zeer veel gedaan voor de gewone mensen, zei een ieder. De mogelijkheid dat er een school is op ten hoogste vijf kilometer afstand van een dorp, dat er overal waterpompen zijn en een toiletvoorziening. Dat er vrachtauto’s rijden die rijst brengen naar gebieden waar er gebrek is, zodat niemand honger hoeft te leiden. Alle projecten van Modi hebben als vignet het ronde ziekenfondsbrilletje van Gandhi en ik zag het regelmatig. Ook bijvoorbeeld met voorlichting over seksueel geweld tegen vrouwen.
Wat ik ook een goede regeling vind, is dat een mobiele telefoon voor velen financieel bereikbaar is en je daar vervolgens gratis mee kan bellen door het hele land en je er ook maandelijks een gigabite, was het geloof ik, aan internetmogelijkheid bij krijgt, voor 500 rupi, dat is ongeveer 7 euro. Één mobieltje kan er zo voor zorgen dat veel mensen online kunnen zijn en waar ook in India, met elkaar kunnen praten. In het Food Center had Wiki zijn iPhone laten vallen en was aan het sparen voor een nieuwe, maar onderwijl leende hij en anderen, die van de zoon van de baas en kon zo dus alles opzoeken wat hij wilde. Hij liet me zo de omgeving van Nepal zien en speciale groenten en gewassen die daar groeiden. Modi dus, ik ben blij voor ze.