dinsdag 14 mei 2019

Sunjay en ik

Gisteren was ik op een preview-avond van het nieuwe seizoensaanbod in Schouwburg en Vereniging, die er een nieuw aanbouw bij heeft gekregen. Kon je zien hoe een kleedkamer eruit ziet. Mooi, luxe lekkere relax- bank en een douche. De schminck en grime moet dan wel ergens anders zijn. Korte optredens van het kamerorkest, opkomend caberet-talent Casper van der Laan, veelbelovend met feeling voor het publiek en zanger Jeangu Macrooy, warme stem die ik al van Oerol kende en hij speelde eens Judas in The Passion.

Maar ik draai met deze intro om de ervaring heen die mij er overkwam: Ook het Gelders Orkest was vertegenwoordigd met twee mensen die cello en contrabas speelden. De compositie was van een Vlaamse componist. Ik zou nu willen weten wie, maar ik geloof dat ze het zelf ook niet eens melden, ze vertelden wel dat het eerste deel hen deed denken aan een zondagse wandeling. En toen gebeurde het: ik zag ineens Sunjay en mijzelf in de muziek die uit die cello en die contrabas kwam. Ik zag zijn gezicht, zijn ogen waarin ik verdronk, dat ik helemaal niet echt met hem kon praten, want zijn Engels was te slecht en hij eigenlijk alleen maar twee dingen tegen mij heeft gezegd: You are good en I will never forget you.

Hij resoneerde zo diep in mij. Maar wat was het dan? Alsof hij mijn jongere broer was uit een vorig leven? Of waren  we ooit een eeneiige tweeling? Of zag ik in hem iets geopenbaard van wie ik zelf ten diepste ben? Maar hij verdween en liet Wiki in pijn achter, is het ook dat deel, een kwetsbaar en zacht deel dat niet durfde te verschijnen, dat mij zo raakte? Zijn actie heeft niks van mijn beeld van hem veranderd. Maar er was misschien helemaal geen beeld...

Er was een samen opgaan, zoals in die muziek van die cello en die contrabas, we maakten zonder daar wat voor te doen muziek met elkaar. Zonder woorden, alleen maar een glimlach en een blik. Er overvalt mij weemoed als ik aan hem denk... die had ik al toen ik nog in India was en alleen nog maar Wiki in het Food Center ontmoette.

Ik snap helemaal niet wat mij daar is overkomen. Er is geen rationaliteit of een beredenering hoe en waarom ik met deze twee mensen zoiets intens ervoer. En het blijft ook onbegrijpelijk waarom Sunjay ineens weg was...

Hoe zou het met ieder van hen gaan? We hebben uitgewisseld met elkaar, zo expliciet en in herhaling, dat echte vriendschap altijd blijft, ook al zal je elkaar nooit meer zien... dat je de ander nooit zult vergeten... Zoals die muziek uit een cello en een contrabas, zo zijn Sunjay en ik, onze melodie zal in mij blijven klinken.