Ik vind het bijna jammer dat de storm nu geluwd is. Het had wel wat dat loeien en bulderen, ik had de achterdeur steeds open en hoorde het uit mijn stenen huis. In het begin alert op het afdakje dat gemaakt is van allerlei materiaal van nul en gener waarde, zou die de storm doorstaan? ... Maar het staat als een huis, onbewogen stevig. Ik moest denken aan dat verhaaltje van de drie biggetjes: dan komt de wolf en blaast het huisje van stro en hout zó omver, maar die van steen blijft staan. Voor mijn gevoel zat er altijd een moraal onder: de luie varkentjes die maar wat deden en gauw een onderkomen bouwden worden gestraft, maar het varken dat constructief bouwde dat behield haar huis.
De Chinezen in Nederland roeren zich nu omdat door het coronavirus ze letterlijk in the picture komen. een carnavalslied met de tekst ‘weg met Chinezen’ vormt de aanleiding van een petitie die alras 30.000 keer ondertekend is. Ik twijfel nog... ik heb ook een gedeeltelijk Chinees uiterlijk en ben als kleuter ook nageroepen met IndaPinda-poepchinees... Dat voor de generatie Chinezen die gewoon in Nederland geboren is nu de maat wel vol is, dat begrijp ik ook wel. Maar het mooist zou ik het vinden als Nederlanders zonder een Chinees uiterlijk zo’n petitie zouden ondertekenen en in hun eigen ‘blanke’ kring anderen zouden aansporen om dit te doen. Dan pas raakt het uit de bubbel van weer een groep die opkomt voor zichzelf in barre tijden...
Om toch een bijdrage te leveren, noem ik hier de heel sympathiek graphic novel van Gene Luen Yang; American Born Chinese. Echt zo’n sympathiek fijn boekje in pocket formaat, met glad en stevig papier, heel speciaal vormgegeven omdat de beeldtekst steeds een vierkant in het midden van elke bladzijde is, met veel wit eromheen en een klein rode vierkant Chinese stempel erboven. Wat de Chinese letters betekenen weet ik niet, maar ik vermoed dat het de naam is van degene wiens perspectief je ziet en die in het begin van elk ‘hoofdstukje’ in beeld te zien is: het Chinese jongetje, de monkey-King, de oudere neef van het Chinese jongetje dat de familie in Amerika elk jaar bezoekt en dan dominant zich overal opdringt.
Het vierkant is in China ook het symbool van de aarde en het verhaal is deels ook aards. Het gaat over dat Chinese jongetje wiens ouders elk een week na elkaar op het vliegveld in Amerika aankwamen, maar elkaar pas een jaar later leerden kenden in de bibliotheek.En hij wordt geboren in San Francisco en ja, hij maakt op school mee dat hij gepest wordt door de blanke kinderen om hem heen. Hij droomt ervan ook zo te zijn. Tegelijk wordt ertussendoor de avonturen van Monkey King verteld, een van de vele figuren uit de godenwereld. Het geheel heeft een heel verrassende clue en twist waar het verhaal van het Chinese jongetje in Amerika en de godenwereld met elkaar gaan mengen... Het boekje is aan zijn ouders opgedragen, aan zijn moeder voor de verhalen over Monkey King die zij vertelde en aan zijn vader voor zijn verhalen over een Taiwanees jongetje uit een dorp...
Opnieuw weer zo verrassend, wat er in zo’n klein boekje allemaal verteld wordt: over discriminatie, zoeken hoe je kunt passen in de samenleving waarin je zit, hoe verhalen over goden en magie daarbij kunnen helpen... bij elkaar wordt er een stevig stenen huisje gebouwd wat niet zomaar kan omver waaien. Zoals gelukkig wel het geval is met dat carnavalslied dat al uit de ether is gehaald en de radiozender ook excuses heeft aangeboden. Dat was een gemakzuchtig niemendalletje, gemaakt van nog minder dan stro.