zondag 2 februari 2025

MIJN stad; dansend


 Het uitzicht vanuit mijn bed in mijn huis in de stad. Ochtendzon en de bamboe verborgen achter licht bevroren condens op het raam. Dat kan ik niet zien in mijn boshuisje. Daar begroet ik de zon door het rolgordijntje bij het keukenraam omhoog te trekken en dan komt de zon gloren en stijgt op boven de bosrand.


Mijn stad blijft MIJN stad, welke andere steden waar ook ter wereld, ik kan waarderen. Hier stroomt mijn rivier en hier daalde ik al naar af in een tussenuur op de middelbare school. Hier vond ik in de ooit nog vervallen onderstad, de oude huisjes langs de oever van de Waal, in de berm, met vriendinnetje Saskia een zwerfhondje dat ons bleef volgen, de bovenstad in, tot bij de poort van de school, die aan de deftige Oranjesingel lag. Ik weet niet meer wat er daarna gebeurde… Ik geloof niet dat het hondje is blijven wachten toen wij onze schoolles moesten vervolgen. Al heb ik ook een herinnering dat de vader van Saskia een strenge militair bleek te zijn en zij mij eens huilend vertelde dat er geen enkel beest bij hun over de vloer mocht komen. Ik denk toch niet dat het over dit hondje ging, iets met een klein poesje? … Saskia was het eerste vriendinnetje waarmee ik, enigszins onschuldig, maar het was wel mooi en intens, hand in hand liep in de buurt van de rivier.
Toen werd haar vader overgeplaatst en verdween zij ineens uit mijn leven.


Zo’n wandeling langs de Waal, nu met hoog water, is in alle opzichten een sentimental journey. Kijk, daar woonden mijn ouders ooit, met het mooiste uitzicht van Nijmegen, vond ik altijd en hun huis heette in de familie simpelweg De Waalkade. Nu waren al hun uitzichten door de ramen geblokkeerd met lelijke witte schemerlampen in elk midden…nauwelijks voorstelbaar dat de nieuwe bewoners kennelijk niet aan het uitzicht hechten…En hun achterbalkon, ooit een tuin met grote plantenbakken, bamboe, rozenstruiken, de groots mogelijke boomachtige planten: alles weg en geheel kaal: ik zag één ronde bol; geschoren buxus, bij het ijzeren traliewerk dat nu goed zichtbaar was. 
De Waalkade zag ik nu voor het eerst geheel autovrij, daar is een discussie van tientallen jaren over heen gegaan. Op de oude parkeerplaatsen staan nu kleurige, kunstig geschilderde plantenbakken. Er is nu wat gras met de terrassen van de café’s er boven en rondom. Wie bij de rivier wil zitten, moet dus een consumptie nuttigen. Natuurlijk gaat mijn voorkeur dan uit naar New York, waar alle openbare ruimte bij de rivieren juist vrij toegankelijk is, met bankjes en picknicktafels. Er is daar zelfs een lange strook waar men kan BBQen.



Ach ja… MIJN stad…aan de oever van mijn rivier…en s’avonds ging ik swingen in Kekerdom; dat wil ik wel vaker doen. Heerlijk om je lichaam weer helemaal mee te maken; dansend.