In Trouw van vandaag een groot artikel met de titel: Noodklok luidt voor kerken en kloosters. Het gaat over het behoud en hergebruik van deze gebouwen, 'Religieus Erfgoed' geheten. Het jaar 2008 had dit als focus. Maastricht is hier het voorbeeld van, hoe het kan. De Kapucijnenkapel bijvoorbeeld, is er filmhuis geworden en de Dominicanenkerk een boekhandel. Heel mooi gedaan, vind ik, je verheft je geest gelijk op met de bogen van de gotische ramen. Als boekhandel staat hij ergens bovenaan op een Amerikaanse lijst van 's werelds mooiste boekhandels.
Ik realiseer me dan, hoe ambitieus het project Nieuw Velp eigenlijk is. Dat is: alles rondom het kapucijnenklooster waar ik een kamer heb. In feite proberen we het religieus én spiritueel erfgoed van de plek te bewaren. Als er een leefgroep komt die capabel is, dan zullen de Kapucijnen uiteindelijk alles voor een appel en een ei overdragen.
Maar ja, het vraagt nogal wat. De Kapucijnen zijn capabel in hun eigen traditie van het kloosterlijke leven, de leken die nu aanleunen komen uit héél verschillende hoeken. Er is een Musicus, een Architect, een Huisarts, een Psychotherapeut en ik: een geflipte Theoloog...
De toekomst lijkt mij een ui. We gaan voor een dikke en volle, maar misschien wordt er elke keer een laag afgepeld. De eerste laag die wellicht sneuvelt, omdat deze het kwetsbaars is, is toch het spirituele erfgoed. De oude kloosterlijke vorm op de helling en dan?... Niemand wil er meer fulltime wonen als een soort semi-Kapucijn.
Niemand wacht op een richtingenstrijd tussen hupserige flups vieringen en traditionele kerkdiensten. Sommigen, waaronder ik zelve willen graag meditatieve overwegingen met veel ruimte voor stilte, anderen vinden daar helemaal niks aan. Komen we hieruit?
De kaarten voor een behoud van het religieus erfgoed, het gebouwen en de tuin lijken beter geschud. Architect is al bezig met het gebruik van stilte en ruimte in zijn ontwerpen. Hij brengt ook eventueel eigen kapitaal mee. Hij droomt van studiootjes in de tuin, waar hij met zijn vrouw ooit nog eens hun kleinkinderen kunnen ontvangen. Ik gruwel weer van die gedachte...
Maar ik heb geen kapitaal en moet het helemaal hebben van de wind, de geest die waait. Als niemand die geest wil pakken, dan waai ik uiteindelijk over. Er is gelukkig een geest die van ons allen is en daarin het verlangen om ook deze een thuis te geven. We zullen zien.