Gisteren was ik in Museumpark Orientalis, het vroegere Bijbels Openlucht Museum in Heilig Landstichting. Het was een stichtelijke plaats voor katholieke jonge gezinnen, met echte oude huisjes, waterputten en mensjes en zo, waar ik als kind inderdaad voor het eerst iets levend zag worden van de ouderwetse bijbelse prenten uit de kinderbijbel.
Nu maakt het museum een grote ommekeer door: het heeft 500.000 euro geschonken gekregen van de sjah uit Oman, voor een huis van de Koran. Van bijbels naar inter-spiritueel: er komen huizen van het Christendom, Jodendom, Islam en een spirituele tuin en de nieuwe slogan van Museumpark Orientalis is nu: OPEN YOUR MIND.
Het is de lijfspreuk van Frank Zappa: 'Your mind is like a parachute, it does not work when it is closed.' Dat is een geweldige uitspraak, maar wat is dat dan: een OPEN MIND? In het museum belandden A. en ik, al in de avondschemering, tegen sluitingstijd op het binnenpleintje van de Romeinse straat, die daar jaren geleden al is aangelegd. Het was er stil, maar er klonken stemmen en muziek vanachter een gesloten deur.
Wij naar binnen. We belandden in een pastelkleurig roséoranje achtig beschilderde ruimte, met een quasi-ronde ligbank alwaar vanaf grote televisieschermen steeds maar glimlachende, blije mensen met een soort nepzonnebank opgesmeerd bruin, vertelden dat elke religie voor de vrede is en iedereen daar geld geeft aan arme mensen. Achter hen in het hemels blauw, witte spiraalvormige nevelen, die je al draaiende in hogere sferen hoorden te brengen, denk ik.
Aan de andere kant was nog een gesloten deur, waar geluid uit kwam. Nu stonden we in een kelderachtige ruimte, geheel bespoten met gekleurde graffiti. Je kon er alleen maar staan en op deze tv-schermen ging het over het geweld in alle religies. Beelden van de Twin Towers, huilende en aanstormende mensen, agressie, geweren, rookbommen gelardeerd met Nederlandse cabaretiers, Hans Teeuwen en Lanette van Dongen die grapjes maakten over het geloof.
Moet dit nou je MIND openen? Aan de ene kant een alleluja-sfeertje met alle clichés die daarbij horen, en het laatste beeld sloeg alles: zo'n Amerikaans-achtige meneer met een tandpastaglimlach die ik associeer aan die bekeer-geld dominees. Aan de andere kant een sfeer van een agressieve jongerencultuur, straatleven, hard, beton, asfalt.
Een werkelijke manier om de parachute van je geest te openen, lijkt mij om de thematiek van beide ruimtes te wisselen. Vertel over openheid, verbondenheid, respect in de ruimte van het straatleven en zet luxe banken neer waar mensen naar de beelden van geweld kijken. Zo is het in het echt toch ook?
Vanaf de luie stoel kijkt het rijke westen naar de ellende van de wereld, terwijl graffiti vaak vertelt over het verlangen naar een wereld die heel is: protest tegen onrechtvaardigheid, vreemd gevormde figuren die hun gang gaan, grapjes maken, het onbenul van de wereld laat zien. Niet voor niets heeft graffiti de musea al bereikt.
Een open mind onstaat niet door dat welbewust te willen. Het groeit uit scheuten die je niet kunt voorzien en plannen en illustreren. Op onverwachte plekken. Waar men iets hemels suggereert is vaak verborgen ellende. In het nog niet gearticuleerde duister, gloort vaak het licht.