Ik fietste dus naar de tweede vergadering om een stilte/meditatieviering vorm te geven in de kerk in de buurt. Helemaal klaar voor de hobbels en gladde stukjes op het traject en dan bedoel ik niet de weg zelf met smeltende sneeuw, regen en drab. Die oude wrevel omtrent die kerkelijke cultuur, die subtiele hiërarchie, dat brave en aangepaste, die moest ik toch kunnen overwinnen? Of niet? Hoor ik definitief niet bij 'kerkelijke mensen', met de nadruk op mensen, menschen, wij broeders en zusters in de Heer?
Ik had alle teksten die over de mail waren gekomen niet uitgeprint. Ik had alleen dat opgeschreven wat ik zelf graag wilde. Het wonderlijke is, dat er nu iets is uitgekomen, precies zoals ik me dat had voorgesteld. Al vergaderend merkte ik, hoe gek het is dat de stilte zichzelf wil vorm geven.
Je hoeft alleen maar te zeggen:' nee, dat is te veel, nee dan doorkruis je wat je probeert, die paar woorden, dat is genoeg, nee niet de stilte doorbreken als je merkt dat mensen onrustig worden, soms moeten ze daar doorheen, ja, wél de stilte langer laten duren als je merkt dat er verstilling is...'
De Stilte de ruimte geven, dat is alles. 'Nee ik hoef niet met de klankschaal, doe jij dat maar, twee mensen die iets doen lijkt me meer dan genoeg', reageerde ik. Er zijn mensen die héél graag willen voorgaan en iets willen doen, dan. Ik juist niet. Ik wil alleen maar dat er meer stilteplekken om mij heen onstaan en daar zelf in verwijlen. Op de klok moeten kijken dat de stilte de eerste keer 2 minuten en de tweede keer 5 minuten gaat duren, daar heb ik helemaal geen zin in!
De eerste keer 3 minuten, zoals ik opwierp vond men écht te lang. Dan gaat het over 60 seconden. Wat lijken mensen toch bang voor de Stilte. Dan is men eigenlijk bang voor datgene of diegene die zich in die stilte openbaart. Of vanaf de andere kant bekeken: bang voor de ontmaskering van al je eigen drukdoenerij en gewichtigmakerij. Zo moeilijk is dat: alleen maar ontvangen.