woensdag 2 november 2011

Allerzielen

Het blonk weer uit van eenvoud: het namen noemen van alle doden van het afgelopen jaar tijdens de Vespers bij de Clarissen. Het is Allerzielen, vandaag en het zijn zulke dagen die de waarde uitmaken van de katholieke traditie. Dat je weet dat er over de hele wereld op deze dag gedacht wordt aan de doden. Dat ze daardoor in onze herinneringen nabij en levend blijven.

Het rook er naar witte fresia's ! bij binnenkomst in de kapel. Zo is het met degenen die vertrokken zijn, dacht ik: een zoete zware geur die om je heen blijft hangen, al is de ander niet tastbaar meer aanwezig. De geur bleef mijn neusgaten beroeren in de koorbanken. Het thema witte bloem was voortgezet: bij het altaar zweefden er een paar als witte vlinders boven een klein kruis van twee takken, daaronder zwaardere witte chrysanten op een paars kleed. Daar werden uiteindelijk op een plak van een boomstam één voor één de brandende kaarsen gezet, die uiteindelijk de namen van allen die heen zijn gegaan het afgelopen jaar vertegenwoordigden.

Géén lezing uit de Bijbel maar een verhaal over drie bomen. Al googelend heel snel te vinden, ontdek ik tot mijn verrassing. Van Evert Landwaard, het is kennelijk iets wat vaak gebruikt wordt bij rouwverwerking. Dat rouw en verdriet tijd vraagt. Alleen dan groei je werkelijk verder: wie pijn vergeet, gaat dood.

Dat zo'n tekst gebruikt is bij Allerzielen, is eigenlijk een totale nederdaling van God naar de aarde. Géén troost of verwijzing naar een hiernamaals: nú leven in plaats van doods te zijn. Want ook onder de levenden waart de dood rond. Waar mensen niet bereid zijn om over hun eigen schaduw te stappen, wanneer je genegeerd en doodgezwegen wordt, wanneer je gewoon maar kunt zeggen dat je niet wilt dat duizenden Mauro's 'ons land' overspoelen.

De dood is overal. We zouden elke dag Allerzielen moeten vieren: daar waar alles ziel is, we bezield raken, we ziel zijn.