donderdag 24 november 2011

Paradijsje

- Wat heb jij een bijzonder huis, ik moet er regelmatig aan denken, zei ik tegen de interieurverzorgster. Ze is een zachte vrouw en ze heeft een zachte man en een zachte zoon, ontdekte ik, toen ik bij hun in de kamer op de bank zat. Ze woont bij mij in de buurt en ik liftte met haar mee naar het wokrestaurant buiten de stad, vandaar.

In haar huiskamer is het wit met goud en er zitten of liggen en vliegen overal engelen, vooral barokke. Ze hebben een nep-openhaard gebouwd onder een nep-schouw en boven de schoorsteenmantel hangt een hele grote reproduktie van de twee handen die elkaar net niet raken, van Michelangelo. Aan de zijkant een schilderij van een moeder met een kind in een stralend licht.

Ja, het klinkt kitsch en dat is het ook voor het 'geciviliseerde', ontwikkelde middleclass-oog. Maar voor mij had de sfeer iets van een klein paradijsje. Vooral ook omdat moeder, zoon en man zo zacht en bedachtzaam met elkaar aan het overleggen waren, zo héél erg betrokken en zorgzaam voor elkaar. Zoals de engelen die hun van alle kanten bekeken, hun stille huisgenoten.

-Dank jewel !, ik had een keer wat extra geld en toen zei ik tegen P. dat ik daar iets speciaals van wilde kopen en toen zag ik dat schilderij, van die handen, van een man en een vrouw, denk ik, en wist meteen dat dat het werd. Dat is 13 jaar geleden. Die huizen van buiten, dat is niks, zo kaal en grijs, en veel mensen richten hun huis dan ook zo in, zoals de buitenkant is, maar ik zei tegen de buurvrouw: je kunt het van binnen toch helemaal anders maken?!

- Het stelt de hand van een mens en van God voor, ik heb het zelf ook in het klein... ik hoop dat ik het idee nou niet voor je bedorven heb.
- O, dat vind ik nog veel mooier!
- Daarom vind ik al die engelen ook zo leuk, het past zo goed bij elkaar. Ik snap nou ook helemaal, wat je bedoelt als je altijd zegt dat je het zo heerlijk thuis vindt en helemaal niet ver weg hoeft.

In de auto toerde haar man via kleine wegen, langs boerderijen en landschap dat ik nog nooit gezien had. 'Dat vind ik leuk, zei hij, niet de grote weg nemen, maar overal tussendoor.' Ze kwamen beide uit een andere achterstandswijk in de stad en moesten in het begin heel erg wennen om te wonen in een nieuwbouwwijk. Dat je je familie niet elke dag over de vloer hebt. Maar zo'n groot huis hadden ze anders nooit kunnen huren.

De volgende dag gingen ze samen in de tuin werken, een tuin die er rondom arbeidershuisjes ook niet zo zou zijn. Wat heerlijk om zo samen een eigen paradijsje te delen met elkaar.