Ik was van plan om een dagje door Amsterdam te gaan zwerven. De weg te gaan die mijn DDR gasten de week ervoor gemaakt hadden, die ik hen zelf gewezen had en dan wellicht naar het Tropenmuseum waar nu een mooie tentoonstelling is over de dood (en dus ook het leven) over de hele wereld. Het zou niet moeten mogen dat zo'n museum waarvan je wereldburger wordt, een vitale subsidie kwijtraakt.
Maar er was een iets gebeurd op het treintraject bij Maarssen, dus de trein reed maar tot Utrecht. Daar was het station verstopt van de mensen, dus ik besloot dan maar Utrecht in te wandelen. Door de Zadelstraat, richting de Dom, even boekhandel De Wijze Kater in. Dan zie je wat Nederland inspireert: maar twee boekenkasten met boeken uit de christelijke traditie, de rest tjokvol van alles: van Wicca, tot engelen, tot zeer gespecificeerde literatuur uit alle stromingen van het boeddhisme.
Ik beluisterde wat muziek in het wereldmuziekwinkeltje ertegenover, kocht een cd met Afrikaanse muziek, en eentje met gezangen van Indianenenstammen rondom het Amazonegebied. Hé lekker, binnen een uurtje was mijn geest al over de wereld heen gezworven! Op naar het Aboriginal Art Museum, alwaar een interessante jubileumtentoonstelling is, waar tien conservators een werk van een aboriginal kunstenaar en een westerse kunstenaar bij elkaar brengen.
Wilde ik nog naar Amsterdam? Ja, best wel, dus terug naar het station. Mijn God, nog niks opgelost, 50 minuten extra reistijd naar Amsterdam. Fijn dat mijn DDR vrienden alleen soepele, rustige treinreizen hebben meegemaakt. Wat nu? Dan maar in Utrecht blijven. Ineens voelde het aan alsof ik zeeën van tijd had.
Ik liep terug richting Hoog Catherijne en liep zomaar tegen de stiltekapel aan, nog nooit eerder is me dat gebeurd. Vooruit dan maar, naar binnen. Daar bleek een lunchconcert net begonnen: een violiste speelde de sterren van de hemel. Dat is toch zomaar een cadeautje, dan. Terug, weer over de Zadelstraat. Zie ineens een oude pandgalerij met een kloosterachtige kruidentuin, ideaal voor mijn boterhammetje in de milde herfst.
Naar het Centraal museum en je laten raken door een videofilm van Joop Conijn, die een auto van hout heeft gebouwd en daarmee door Oost Europa is getrokken. De auto rijdt niet op benzine, maar op gestookt hout. Wat een verlaten landschappen, met mensen die daar wonen in vervallen en kapotte houten huizen. Diepgegroefde doorleefde boerengezichten. Voor mensen in de DDR was dit hun achterland, daar konden ze vrijuit genieten van ruimte en de natuur. Veel mensen in Dresden roemden de wilde natuur van Oost Europa. De beren niet, maar de wolven, die mogen nu ook naar het Westen komen, voor onze natuurbeleving.
Zo'n filmpje is natuurlijk ook zorgvuldig geensceneerd. De auto hobbelde over een ongeplaveide modderweg door de bergen en wij zien de auto van verre aankomen. Iemand met een camera is dus eerst op de bergtop gaan staan. Een oude vrouw met versleten bloemetjesjurk en oude laarsen leidt Joop Conijn naar haar donkere huis met gaten in het dak en schept yogurt voor hem op een bord. Ze heeft een trainingsjack van het automerk BMW aan. Heeft Joop die aan haar gegeven? Je weet het niet. Drie boerenvrouwen in een boomgaard in het gras duwen na de lunch de auto mee aan: is dat nou nodig? Je weet het niet.
Het is toch de macht en het alziend oog van het Westen, die dit mogelijk maakt. Kunst die ons, drukke decadenten even wakker moet schudden: kijk zo kan het ook: een houten auto temidden van mensen die in zo'n volstrekt ander tempo leven dan wij. Mijn tempo bleef heel slow en
ik prijs me gelukkig dat dit vaak zo is.
En Utrecht werd ineens een nieuw soort oningevulde kaart! Hoe je toch altijd je bekende rondjes draait, dezelfde wegen bewandelt. Letterlijk. Nu ik besloten had om zomaar ergens in te slaan, een steegje in wat er aantrekkelijk uitzag, nog steeds een beetje met de ogen van de beide U's uit Dresden, kwam ik langs zeven doodlopende steegjes met kleine arbeiderswoningen. Ik liep tegen de Geertekerk aan, een van de oudste kerken in Utrecht, waar ik niet in mocht toen de kerkdeur net open ging toen ik ertegenaan duwde. Ik botste tegen een sjieke meneer op en die zei dat er een besloten bijeenkomst was geweest. Jammer toch in Nederland, al die gesloten kerken.
De arbeiderswoningen bleken door een brouwerij gebouwd te zijn, bleek toen ik weer aan de Oudegracht belandde. En daar hebben ook o.a. de schilder Pijke Koch en de schrijfster Ina Boudier Bakker gewoond. En toen heb ik nog lekker rondgesnuffeld en vond in De Slegte gedichten van Primo Levi waarvan ik niet wist dat hij die geschreven had, een oud boekje van Thames en Hudson van een kunsthistoricus die het begin van het monikkendom aan de hand van de materie, de 'kunstschatten', uit de doeken doet.
En Mijn leven met Mozart van Ernst Emmauel Schmitt, voor 6,95 Euri die dus de ramsj is ingegaan. Een aanrader: Schmitt vertelt daar hoe Mozart zijn leven gered heeft als puber en hem so wie so altijd uit de donkere en duistere zones van zijn brein kan halen. De muziek op een cd krijg je erbij.
Het was een dagje dat aan al mijn verlangens tegemoet kwam en tot slot kocht ik nog een grote plastic sticker met een vaasje met bloemen voor op mijn raam, in zo'n kleurig hebbedingwinkeltje. Zodat de luxaflex wat meer omhooggaat en in de komende winterse tijden, bloemetjes in de buurt blijven en het licht meer naar binnen kan komen.
Maar er was een iets gebeurd op het treintraject bij Maarssen, dus de trein reed maar tot Utrecht. Daar was het station verstopt van de mensen, dus ik besloot dan maar Utrecht in te wandelen. Door de Zadelstraat, richting de Dom, even boekhandel De Wijze Kater in. Dan zie je wat Nederland inspireert: maar twee boekenkasten met boeken uit de christelijke traditie, de rest tjokvol van alles: van Wicca, tot engelen, tot zeer gespecificeerde literatuur uit alle stromingen van het boeddhisme.
Ik beluisterde wat muziek in het wereldmuziekwinkeltje ertegenover, kocht een cd met Afrikaanse muziek, en eentje met gezangen van Indianenenstammen rondom het Amazonegebied. Hé lekker, binnen een uurtje was mijn geest al over de wereld heen gezworven! Op naar het Aboriginal Art Museum, alwaar een interessante jubileumtentoonstelling is, waar tien conservators een werk van een aboriginal kunstenaar en een westerse kunstenaar bij elkaar brengen.
Wilde ik nog naar Amsterdam? Ja, best wel, dus terug naar het station. Mijn God, nog niks opgelost, 50 minuten extra reistijd naar Amsterdam. Fijn dat mijn DDR vrienden alleen soepele, rustige treinreizen hebben meegemaakt. Wat nu? Dan maar in Utrecht blijven. Ineens voelde het aan alsof ik zeeën van tijd had.
Ik liep terug richting Hoog Catherijne en liep zomaar tegen de stiltekapel aan, nog nooit eerder is me dat gebeurd. Vooruit dan maar, naar binnen. Daar bleek een lunchconcert net begonnen: een violiste speelde de sterren van de hemel. Dat is toch zomaar een cadeautje, dan. Terug, weer over de Zadelstraat. Zie ineens een oude pandgalerij met een kloosterachtige kruidentuin, ideaal voor mijn boterhammetje in de milde herfst.
Naar het Centraal museum en je laten raken door een videofilm van Joop Conijn, die een auto van hout heeft gebouwd en daarmee door Oost Europa is getrokken. De auto rijdt niet op benzine, maar op gestookt hout. Wat een verlaten landschappen, met mensen die daar wonen in vervallen en kapotte houten huizen. Diepgegroefde doorleefde boerengezichten. Voor mensen in de DDR was dit hun achterland, daar konden ze vrijuit genieten van ruimte en de natuur. Veel mensen in Dresden roemden de wilde natuur van Oost Europa. De beren niet, maar de wolven, die mogen nu ook naar het Westen komen, voor onze natuurbeleving.
Zo'n filmpje is natuurlijk ook zorgvuldig geensceneerd. De auto hobbelde over een ongeplaveide modderweg door de bergen en wij zien de auto van verre aankomen. Iemand met een camera is dus eerst op de bergtop gaan staan. Een oude vrouw met versleten bloemetjesjurk en oude laarsen leidt Joop Conijn naar haar donkere huis met gaten in het dak en schept yogurt voor hem op een bord. Ze heeft een trainingsjack van het automerk BMW aan. Heeft Joop die aan haar gegeven? Je weet het niet. Drie boerenvrouwen in een boomgaard in het gras duwen na de lunch de auto mee aan: is dat nou nodig? Je weet het niet.
Het is toch de macht en het alziend oog van het Westen, die dit mogelijk maakt. Kunst die ons, drukke decadenten even wakker moet schudden: kijk zo kan het ook: een houten auto temidden van mensen die in zo'n volstrekt ander tempo leven dan wij. Mijn tempo bleef heel slow en
ik prijs me gelukkig dat dit vaak zo is.
En Utrecht werd ineens een nieuw soort oningevulde kaart! Hoe je toch altijd je bekende rondjes draait, dezelfde wegen bewandelt. Letterlijk. Nu ik besloten had om zomaar ergens in te slaan, een steegje in wat er aantrekkelijk uitzag, nog steeds een beetje met de ogen van de beide U's uit Dresden, kwam ik langs zeven doodlopende steegjes met kleine arbeiderswoningen. Ik liep tegen de Geertekerk aan, een van de oudste kerken in Utrecht, waar ik niet in mocht toen de kerkdeur net open ging toen ik ertegenaan duwde. Ik botste tegen een sjieke meneer op en die zei dat er een besloten bijeenkomst was geweest. Jammer toch in Nederland, al die gesloten kerken.
De arbeiderswoningen bleken door een brouwerij gebouwd te zijn, bleek toen ik weer aan de Oudegracht belandde. En daar hebben ook o.a. de schilder Pijke Koch en de schrijfster Ina Boudier Bakker gewoond. En toen heb ik nog lekker rondgesnuffeld en vond in De Slegte gedichten van Primo Levi waarvan ik niet wist dat hij die geschreven had, een oud boekje van Thames en Hudson van een kunsthistoricus die het begin van het monikkendom aan de hand van de materie, de 'kunstschatten', uit de doeken doet.
En Mijn leven met Mozart van Ernst Emmauel Schmitt, voor 6,95 Euri die dus de ramsj is ingegaan. Een aanrader: Schmitt vertelt daar hoe Mozart zijn leven gered heeft als puber en hem so wie so altijd uit de donkere en duistere zones van zijn brein kan halen. De muziek op een cd krijg je erbij.
Het was een dagje dat aan al mijn verlangens tegemoet kwam en tot slot kocht ik nog een grote plastic sticker met een vaasje met bloemen voor op mijn raam, in zo'n kleurig hebbedingwinkeltje. Zodat de luxaflex wat meer omhooggaat en in de komende winterse tijden, bloemetjes in de buurt blijven en het licht meer naar binnen kan komen.