Het is een prachtige tentoonsteling: Meer licht in museum De Fundatie in Zwolle. Over schoonheid en het sublieme, over de natuur als bron van inspiratie, maar ook plek van het ongrijpbare en controleverlies. Zoals Rudolph Otto ooit heeft verzonnen over het heilige ; een uitspraak die een klassieker is geworden: Tremendum et fascinosum: het heilige doet je op je grondvesten trillen, je kunt er zelfs een beetje bang van zijn én het fascineert.
Aan het begin van de tenoonstelling staat een schilderij van William Turner: Wolken en water. Klein en in een wanstaltige lijst. In de Tate in Londen hangen hele grote werken, en omdat ik die ken komt de sfeer van Turner wel binnen: veelkleurig licht, een vage horizon, wellicht een bootje daarop, licht dat op uitspatten staat, waar de natuur het bijna overneemt.
De verhouding van de kunstenaar met die grootse natuur, je erdoor laten gezeggen, erin aanwezig zijn , het naar je hand proberen te zetten, erdoor letterlijk en figuurlijk overrompeld worden: dat is wat alle werken van de 19 kunstenaars met elkaar verbindt. Heel mooi bij elkaar samengesteld door Hans de Hartog Jager die in een intervieuw in Trouw van 7 Oktober zegt dat hij het mooie weer terug in de kunst heeft willen brengen, het was een non-item geworden.
Hertjes die in de sneeuw bij het prikkeldraad bij het concentratiekamp van Auschwitz rondhuppelen, gefilmd met een mobieltje: onschuld die het van de wreedheid heeft overgenomen. Een perfect kabbelende zee met een ruime lichte lucht, waarin je zou kunnen verdrinken. Wat daar ook letterlijk gebeurd is, lees je dan: hier verloren 192 mensen het leven, want hier zonk de Herald of Free Enterprise in 1987.
Twee vrienden bespelen op 5 videoschermen op verschillende plekken in de Rocky Mountains, alle instrumenten van een oude bluesnummer. Op een locatie sneeuwstormt het, de handen bevriezen bijna, het ziet er precies zo uit als twee vrienden op een rots bij Casper David Friedrich. Je hoort perfect en glashelder in de beschutting en intimiteit van dat museumzaaltje het bluesnummer, terwijl op de verschillende schermen, de twee musiceren. Ze nemen de ene keer een slok whiskey uit de fles die overal wel ergens ligt, op een ander scherm loopt de ene weg van de andere die aan de vleugel zit, de sneeuwvlakte in , soms wachten ze tot ze weer aan de beurt zijn, stoten elkaar eens aan, ze bewegen mee met het ritme met hun dikke jassen en bontmutsen op. Hoe de moderne techniek het mogelijk maakt om de thematiek van het sublieme van een grootse natuur, muziek en vriendschap aan één te smeden.
Een prachtige video installatie van David Clearbout die The Long Goodbye heet uit 2007, de favoriet van de samensteller. Het begint alsof je naar een schilderij kijkt: het gezicht van een vrouw tegen een donkere achtergrond aan. Veel geschilderde vrouwenportretten sijpelen in je geestesoog door deze ene heen. Dan blijkt ze te staan in een deuropening, ze heeft een blad met een thee servies in de hand, ze loopt, heel erg in slow motion ,een zonnig terras op van een Italiaanse villa. Ze schenkt de thee in en dan kijkt ze je ineens aan. Ze zwaait, het licht gaat snel ineens, schaduwen komen, het wordt donker: tremendum et fascinosum.
Er zijn ijstekeningen: de kunstenaar Spencer Finch wilde laten zien wat hij in een Nieuw Zeelande gletcher zag. Daartoe kleurde hij water, vroor het in en liet het op papier weer ontdooien. Kijken we nu allereerst naar een product gemaakt door mensenhanden, of is het de natuur die deze schilderijen gemaakt heeft?
Gaat de videofilm waar een man rustig over het ijs wandelt met in zijn kielzog een gigantische ijsbreker, vlak achter hem, nu over de overwinning van de mens op de natuur? Of is het juist de natuur die hem verder draagt met de dreiging van menselijke vernietiging achter hem?
Héél erg de moeite waard, deze tentoonstelling. Er is één installatie waar kunst en religie samensmelten: Gol van Derk Thijs. Gol is een Noors plaatsje waar een mooie houten staafkerk staat uit de twaalfde eeuw. Je loopt hier het beeld in, en staat plotsklaps in de binnenkant ervan, alsof je ineens in een kapelletje staat. Licht van buiten dat gemanipuleerd word en daardoor ineens iets verheffends krijgt en je in het het donker laat reiken naar het sublieme.
Aan het begin van de tenoonstelling staat een schilderij van William Turner: Wolken en water. Klein en in een wanstaltige lijst. In de Tate in Londen hangen hele grote werken, en omdat ik die ken komt de sfeer van Turner wel binnen: veelkleurig licht, een vage horizon, wellicht een bootje daarop, licht dat op uitspatten staat, waar de natuur het bijna overneemt.
De verhouding van de kunstenaar met die grootse natuur, je erdoor laten gezeggen, erin aanwezig zijn , het naar je hand proberen te zetten, erdoor letterlijk en figuurlijk overrompeld worden: dat is wat alle werken van de 19 kunstenaars met elkaar verbindt. Heel mooi bij elkaar samengesteld door Hans de Hartog Jager die in een intervieuw in Trouw van 7 Oktober zegt dat hij het mooie weer terug in de kunst heeft willen brengen, het was een non-item geworden.
Hertjes die in de sneeuw bij het prikkeldraad bij het concentratiekamp van Auschwitz rondhuppelen, gefilmd met een mobieltje: onschuld die het van de wreedheid heeft overgenomen. Een perfect kabbelende zee met een ruime lichte lucht, waarin je zou kunnen verdrinken. Wat daar ook letterlijk gebeurd is, lees je dan: hier verloren 192 mensen het leven, want hier zonk de Herald of Free Enterprise in 1987.
Twee vrienden bespelen op 5 videoschermen op verschillende plekken in de Rocky Mountains, alle instrumenten van een oude bluesnummer. Op een locatie sneeuwstormt het, de handen bevriezen bijna, het ziet er precies zo uit als twee vrienden op een rots bij Casper David Friedrich. Je hoort perfect en glashelder in de beschutting en intimiteit van dat museumzaaltje het bluesnummer, terwijl op de verschillende schermen, de twee musiceren. Ze nemen de ene keer een slok whiskey uit de fles die overal wel ergens ligt, op een ander scherm loopt de ene weg van de andere die aan de vleugel zit, de sneeuwvlakte in , soms wachten ze tot ze weer aan de beurt zijn, stoten elkaar eens aan, ze bewegen mee met het ritme met hun dikke jassen en bontmutsen op. Hoe de moderne techniek het mogelijk maakt om de thematiek van het sublieme van een grootse natuur, muziek en vriendschap aan één te smeden.
Een prachtige video installatie van David Clearbout die The Long Goodbye heet uit 2007, de favoriet van de samensteller. Het begint alsof je naar een schilderij kijkt: het gezicht van een vrouw tegen een donkere achtergrond aan. Veel geschilderde vrouwenportretten sijpelen in je geestesoog door deze ene heen. Dan blijkt ze te staan in een deuropening, ze heeft een blad met een thee servies in de hand, ze loopt, heel erg in slow motion ,een zonnig terras op van een Italiaanse villa. Ze schenkt de thee in en dan kijkt ze je ineens aan. Ze zwaait, het licht gaat snel ineens, schaduwen komen, het wordt donker: tremendum et fascinosum.
Er zijn ijstekeningen: de kunstenaar Spencer Finch wilde laten zien wat hij in een Nieuw Zeelande gletcher zag. Daartoe kleurde hij water, vroor het in en liet het op papier weer ontdooien. Kijken we nu allereerst naar een product gemaakt door mensenhanden, of is het de natuur die deze schilderijen gemaakt heeft?
Gaat de videofilm waar een man rustig over het ijs wandelt met in zijn kielzog een gigantische ijsbreker, vlak achter hem, nu over de overwinning van de mens op de natuur? Of is het juist de natuur die hem verder draagt met de dreiging van menselijke vernietiging achter hem?
Héél erg de moeite waard, deze tentoonstelling. Er is één installatie waar kunst en religie samensmelten: Gol van Derk Thijs. Gol is een Noors plaatsje waar een mooie houten staafkerk staat uit de twaalfde eeuw. Je loopt hier het beeld in, en staat plotsklaps in de binnenkant ervan, alsof je ineens in een kapelletje staat. Licht van buiten dat gemanipuleerd word en daardoor ineens iets verheffends krijgt en je in het het donker laat reiken naar het sublieme.