woensdag 18 juli 2012

Barbiepoppen

In de struiken in mijn tuin zaten eens twee barbiepoppen. Ik heb ze bij elkaar gevoegd na een Koninginnedag. De ene vond ik aan de ene kant van het Goffertpark en ik nam die mee omdat ik vroeger geen barbiepop mocht hebben: dat was tuttig speelgoed: ik willigde dus een oud verlangen in. Op het einde van diezelfde dag ging  ik ergens aan de kant zitten, keek op en geloofde mijn eigen ogen niet, aanvankelijk: daar zat een andere barbiepop met uitgestrekte armen richting mij! Ze moest dus ook mee. Vrij en naakt heb ik ze verenigd en keken ze vanaf een tak, mijn tuin in.

Nu vroeg vriend T. mij of ik oude knuffels had, hij had een idee voor foto's,  te maken voor een expositie die nu te zien is in de Nicolaaskapel in het Valkhof, een van de oudste kapellen van Nederland  en een van de  beeldiconen van Nijmegen. Daar hangen nu drie foto's met mijn knuffels, waaronder die barbiepoppen. We stonden in het halfduister in mijn tuin en hij wilde ze aanvankelijk helemaal niet meenemen, het zijn tenslotte geen knuffels, maar ik hield aan en nu zijn de barbiepoppen dus fotografisch vereeuwigd.

En nu komt het grappige: ik kan de foto niet anders dan bijna vrolijk duiden: het gaat voor mij over verlangen, het kiezen voor elkaar, gevonden zijn. Een andere vriendin zei erover: o, wat is die foto heftig en dreigend en vriend T. beaamde dat:  Het licht schijnt fel op ze, alsof er jacht op hen is gemaakt en dan die mannelijke figuren erachter en nabij. Voor mij horen die figuren op de achtergrond bij het domein van het niet echte, ze zijn een beetje vervaagd, wat echt is dat zijn die twee vrouwen. Het zou zelfs hun eigen verbeelding van het mannelijke kunnen zijn, opnieuw horend bij 'verlangen',  omdat de ene ook vage indiaanse trekken heeft.  Maar het zijn barbiepoppen! zegt T. daar weer op, ze zijn hard, hebben geen ronde vormen, nou nee, verlangen kan hij er niet in zien.

Het kan niet anders: het verhaal en mijn eigen fantasie rondom deze barbiepoppen, bepaalt mijn interpretatie en wel zo dat ik het niet meer anders kan zien. Zoals dat bekende plaatje uit de psyhcolologie in zwart-wit: je ziet ofwel een vaas, ofwel twee gezichten die naar elkaar toe zijn gewend. T. heeft het haar van de barbiepoppen met opzet niet gekamd, dat geeft iets van verwildering, ik zie er wildheid in, ongetemdheid. Zó zaten ze mijn tuin en zelfs het been van de ene is nog wat bemodderd.

Wie nieuwsgierig is geworden googelt op Thijs Rutten, dan zie je het vanzelf. Het overkoepelende thema van zijn werk is voor mij de vraag: Wat is echt en wat is onecht? Daar was T. het wel mee eens. Echtheid, blijkt dus ook te maken met het consistente verhaal of de context rondom dat wat je ziet. Daarom is het ook niet de bedoeling om te kiezen, maar om het te laten bestaan in alle ambuiguiteit. Je hoeft niet te kiezen, beide is waar. Zoals blijkt bij deze barbiepoppen.