Die dikke reisboeken van de Lonely Planet en het Capitool, over India, die konden dus naar de bieb terug. Toch wel jammer, er is daar zoveel schoons te beleven. Een boek verleng ik: Negen levens van de Schotse historicus William Dalrymple (1965). Een zoektocht naar het heilige in het moderne India, is de ondertitel. In negen hoofdstukken komen negen mensen in het voetlicht, die ergens in hun leven een verbinding met het heilige maken. Zéér verschillend soorten van leven.
Hij ontmoet een Jainistische non met een grote melancolie in haar ogen. Ze vertelt haar levensverhaal: al zeer jong gegrepen door de levensvisie van de Jainisten: absolute geweldloosheid, je mag geen levend wezen, ook geen mier en ook geen mug doodmaken, laat staan opeten: alles wat leeft is heilig. Ze wordt bedelnon en, net als de zusters Clarissen, vertelt ze hoe geen bezit hebben, je werkelijk vrij maakt. Haar leven was soms hard, ze heeft honger geleden, want ze is afhankelijk van de vrijgevigheid van anderen om haar heen, maar het maakte haar niet uit. Alleen was ze niet helemaal onthecht: ze hechtte zich aan een vriendin, die ook non was geworden, samen zwierven ze rond, maar die vriendin is gestorven. Ze was al ziek, maar heeft zich uiteindelijk vrijwillig uitgehongerd, om vrij te kunnen sterven. Nu denkt deze non erover om hetzelfde te doen, want het leven heeft haar al alles gegeven wat mogelijk was.
Een ander verhaal gaat over een man die behoort bij de laagste kaste, de dalits, en vuilopruimer is, maar twee maanden lang dan is hij danser, dan komt de godheid in hem, mensen vereren hem dan. Als hij zijn zware maskers en kleding aandoet, begint te zingen en te dansen, dan vergeet hij zichzelf, hij treedt zelf terug, hij wordt overgenomen en hij ervaart zijn zegenrijke kracht. In zijn leven is het heel normaal om na die twee maanden het vuil bij een rijke brahmaan op te ruimen, die hem niet herkent, maar die tevoren nog zijn zegen afsmeekte.
Zo wonderlijk, deze verhalen waar er maar een hele dunne scheidlijn is tussen het goddelijke en het menselijke en hoe een ieder het maar doet met de omstandigheden, zoals die toevallig in dat leven van zo'n grote betekenis werden, dat je niet anders kan dan dit heilige een plek te geven. Het heilige vraagt als het ware vanzelfsprekend om een plek in te nemen.
Voor mij blijft het een altijd durend raadsel, dat dit sommige mensen overkomt en heel veel mensen niet. Waarom kan de ene er niet om heen iets te moeten en te willen met dat heilige, terwijl de meesten erlangs leven? Nou ja, niet erlangs: het bestaat gewoonweg niet en is van nul en gener waarde.
Het is een uitdaging om dat 'heilige' wanneer je er eenmaal niet omheen kan, een plek te geven in je allerdaagse leven. Maar de vraag hoe? is wellicht ook er eentje die omgeven is door Westerse weelde en luxe. In deze levens in dit boek zie je hoezeer de vorm waarin dat 'heilige' geleefd wordt, nauwelijks een kwestie van keuze is. Je wordt deels geleefd en in dat leven wordt het heilige.