Eigenlijk zou ik dit jaar ook wel net zo graag weer naar Venetië gaan. Die stad zit al een jaar in me en dit weekend las ik Venetië, een literaire reis, samengesteld door Leen Huet. Met fragmenten van door de eeuwen heen en oude foto's. Casanova is geboren in Venetië en Vivaldi componeerde er, en men kon er vijf maanden lang met maskers rondlopen, een langgerekt carnaval en daardoor was het mogelijk dat er zoveel geheime liefdes bloeiden en iedereen roemt het unieke en bijzondere van deze plek. Maar ik ga niet, want het is geen Biënnale, dus ook hierbij is het wachten tot ? ...
Een citaat daaruit van Joseph Brodsky, dat weer komt uit Kade der ongeneeslijken (1998):
Ik had net geluncht in een kleine trattoria op het stille stuk van de Fundamente Nuove, vis van de grill met een halve fles wijn. Met dat in mijn binnenste ging ik op weg naar mijn logeeradres om mijn koffers te pakken en op de vaporetto te stappen. Ik liep een paar honderd meter over de Fundamento Nuovo, een bewegend stipje in een reusachtige aquarel (...) Het was een warme zonnige dag, de lucht was blauw, één en al heerlijkheid. En met mijn rug naar de Fundamento en San Michele, knipperend tegen de zon in, had ik ineens het gevoel: ik ben een kat. Een kat die net vis heeft gehad. Als iemand me op dat moment had aangesproken, dan zou ik hebben gemiauwd. Ik was volkomen en dierlijk gelukkig. Toen ik twaalf uur later was geland in New York, kwam ik natuurlijk prompt terecht in de ergst denkbare janboel van mijn leven - zo leek het op dat moment althans. Maar iets van de kat leefde nog in mij voort, zonder die kat zou ik nu ergens in een dure inrichting tegen de muren opklimmen.
Dat doet Venetië met je. Je raakt er van de wereld in een ander element, je laat je oplossen in de straten en je krijgt de lenigheid van een kat: je springt op een muurtje en loopt langs de richels van dak naar dak, de hele wereld ziet er anders uit vanaf deze hoogte.
Dat is een heel andere vakantiebestemming, die je dan creëert: Géén nieuw indrukken, geen nieuwe werelden om tot je te nemen, maar plekken zoeken waar je als een kat wordt: dierlijk, spinnend, niet-talig meer. Naar Griekenland, ergens in een wit gehucht, olijven eten uit grote kruiken, vis uit de zee, bonen van het land, op zo'n pleintje waar je meegetroond wordt de keuken in van madame de kok en je kiest uit een van de grote pannen die er op zo'n heel groot fornuis aan het pruttelen zijn...