Ik voelde me buitengesloten! Ik las het Boekweekessay van Nelleke Noordervliet De leeuw en zijn hemd, over het ongemak van Nederlanders om trots op Nederland te zijn, waarom? Zij gaat daartoe als het ware op bezoek bij historische kopstukken uit de vaderlandse geschiedenis. Ze ziet prinses Wilhelmina schilderen in de duinen, maar spreekt ook met een Leidse lakenkoopman in de 17-e eeuw, ze ontmoet Rembrandt die even passé was. Nederland kende Gouden Tijden, de handel heeft hen rijk gemaakt, maar ten koste van wat? Ja, slavernij en kolonialisme, altijd de koopman en de dominee tezamen, de uitgestoken wijsvinger en de middelvinger..
Schaamte en trots om dat verleden, dat is de erfenis als je Nederlander bent. Maar dan gaat het wel om de autochtone Nederlander en de vanzelfsprekendheid waarmee Noordervliet dit doet, zonder ook maar een zin of een gedachte te besteden aan al die nieuwe Nederlanders: dat stak me. Juist daarin zit iets van pedanterie, van wel gewetensvol willen zijn, maar toch geheel gecentreerd zijn op het eigen van oudsher Nederlandse Ik: Voor mij staat daarom in dit essay de Leeuw waarlijk in in zijn hemd.
Pas trakteerde een vrouw van de internationale vrouwengroep in mijn wijkcentrum op taart. Want ze had de inburgeringscursus met goed gevolg afgelegd. Hier is een nieuwe Nederlandse die trots en verheugd is, om zich zo te mogen noemen. En ik herinner me mijn eigen Nederlandse-worden. Maar meer nog het gestage proces van mij Nederlandse voelen. Want alhoewel ik hier geboren ben, behoor ik toch tot een soort van tweede generatie import: een allochtoonse wier ouders niet Nederlands waren en een vader die dat ook echt niet wilde.
Nederlanders waren voor hem de uitbuiters en de kolonialen. Dat waren ze ook, maar het is tegelijk omonstotelijk waar dat ik alleen in Nederland geboren kon worden omdat er koloniën waren, en zo is de Nederlandse welvaart een deel van mij geworden. Maxima zei ooit: de Nederlander bestaat niet, en de natie viel over haar heen, want je bestaat wel: dit voorval haalt Noordervliet wel even aan. Maar opnieuw is dat de autochtoon, die zich op de tenen getrapt voelt.
Ik was blij met die uitspraak van Maxima. Ik herken de ervaring erachter: dat het je de vrijheid geeft om je ook Nederlands te voelen: ik met mijn kleurtje, mijn niet-doorsnee-nederlands uiterlijk. Alhoewel, zo ervaar ik dat niet eens meer. Ik zie steeds meer gekleurde mensen die vlekkeloos en accentloos Nederlands spreken en als ze dat niet doen dan willen ze zich er wel in behelpen en communiceren.
De leeuw en zijn hemd, heet dit boekenweekessay. 'Hup Holland hup, laat de leeuw niet in zijn hempie staan', zo gaat dat liedje. Maar kan de leeuw ook een tulband dragen, een sari, een hoofdoekje...? Ik mag hopen van wel.
Ik zette een mok koffie. Mmmmm... die geur troostte me. De nationale drank van Nederland is toch ook zomaar hier gekomen door de contreien waar mijn voorouderen vandaan kwamen. Ik hoef me niet buitengesloten te voelen, ook ik ben een deel van de Nederlandse gechiedenis, Nederlandse.