Gisteren gaf ik weer de meditatie en na afloop zeiden vijf mensen tegen me dat ze het mooi vonden. Ik vind dat wel fijn om terug te horen en elke keer ben ik daar ook verwonderd over. Van tevoren had ik nog tegen zuster R. gezegd dat ik weleens denk dat alleen in de kapel zijn, een totaal andere wereld mee maken dan de 'gewone' , die zo snel is en vol haast en mensen bijna niet meer over kwetsbare gevoelens als verdriet, verlies, depressie, mislukking kunnen praten, genoeg is. Dat de woorden die je zegt er bijna niet toe doen, dat alleen stil-zijn al genoeg is.
Misschien dat mensen het gisteren mooi vonden omdat het juist ging over de donkere kanten van het leven: in jezelf en in anderen. Hoe hou je stand als je het gevoel hebt dat je verlaten wordt, dat mensen slecht over je spreken, roddelen, als het je gebeurd dat in de woorden van de psalmist: Zelfs mijn beste vriend op wie ik vertrouwde , die at van mijn brood, heeft zich tegen me gekeerd.
Ik begon de meditatie aldus: In elk leven is het een voortdurend terugkerend thema: Hoe verhoud ik me tot andere mensen? Hoe wil ik zijn, wat kan ik betekenen? Wíl ik wat betekenen voor anderen? "Ieder voor zich, God voor ons allen", is een bekend gezegde. De psalmist maakt in psalm 41 meteen iets duidelijk: In zijn ervaring maakt het je gelukkig om je te bekommeren om anderen, zorg en oog te hebben voor een ander: dat is levendwekkend.
Na lezing van de eerste zes regels uit de psalm, vervolgde ik met de woorden: Ook al is het leven wisselvallig, ben je zelf iemand van op-en-neer: ziekte kan je vellen, mensen kunnen je in de steek laten, je kunt zelf verstek laten gaan en uit het contact met anderen raken: Voor de psalmist is het duidelijk dat je God altijd kunt aanspreken.
Daar zit natuurlijk het geheim van de psalmwoorden: alle emoties, de donkere en de lichte kanten van het bestaan komen allemaal aan bod, er word geklaagd, gehuild, gejuicht en altijd opnieuw zijn deze emoties verweven met 'God'. 'God' als ijkpunt van licht en helderheid, van goedheid en betrouwbaarheid, 'God', het meest geheimzinnige woord in onze taal.
Maar wie stil is en bij zichzelf naar binnen gaat die ervaart deze levenwekkende kracht. Ik probeer in de meditatie altijd maar een beetje met woorden om dit geheim te cirkelen, zonder het zelf helemaal in handen te hebben wat ik dan zeg. De afsluitende zegewens ging als volgt:
Er is voor jou een weg te gaan
een weg van het donker naar het licht
een weg waar je fier recht op gaat
ook al weet je soms niet waarheen en waartoe.
Moge je vertrouwen in het leven
dat Gods adem je beademt:
zachtheid, liefde , mededogen
ook al struikel je soms;
stap voor stap
zal de weg zich voor je openen.
Vrede en alle Goeds.