'Buurvrouw, buurvrouw, ik heb wat voor je!' Ik zat met mijn campingstoeltje weer net buiten mijn eigen hek, in de ochtendzon. Hij wapperde met een papiertje. O, nee, hij zou toch niet willen dat ik iets mee-onderteken, of is het een schrijven van de huurvereniging voor het een of ander? Het bleek een kleurenprint te zijn. Ik stond erop, lezend in mijn campingstoeltje, aan de rand van het water. Gemaakt met een telelens (buurman is op safari in Kenya geweest), vanuit zijn raam op de bovenverdieping. Wat leuk!
Met het campingstoeltje de zon volgen, is wel mijn uitvinding van deze nazomer geweest. Ik ben in ene keer helemaal mobiel: van vlak achter mijn tuinhek, tot bij de eikenboom in het plantsoen of bij de eendjes aan het water. Tenslotte ook nog naast een struik tegen de voorkant van mijn huis.
En zo zie je nog eens wat. 'Mooie compositie', zei M. na de meditatie. Maar ik zag het gewoon, precies zo, vanaf mijn campingstoeltje:
De ochtendzon maakt
van de dauw en de regendruppels
op het gras
een glinsterend groen tapijt
De vogels in het park maken
het dak van de hemel
ruimhartig en vol melodie
Een grootvader kijkt
naar zijn kleinkind
die met wankele pasjes en laarsjes aan
spettert en danst in een waterplas
Dit is het leven: Hier
leef, adem, heradem
generatie op generatie
in vogelvlucht
met beide voeten op de grond
We kunnen ons baden
in het altijd aanwezige
warme Licht
dat ruimte maakt
voor stilte
en ons zacht doet glanzen.