In Trouw vandaag stond ene leuk artikel over de kunstenaar Tino Seghal die dit jaar in 2015, elke maand een ander kunstwerk toont in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In deze zin, zit het uitzonderlijke: de werken van Tino Seghal hebben geen materialiteit, je kunt ze niet bewaren, ze worden ter plekke uitgevoerd, door, door hem uitgeselecteerde en getrainde dansers en acteurs. Het Stedelijk heeft een werk van hem aangekocht en dat betekent een uitgebreid scenario van de wijze waarop en hoe, met medeweten van hem, het word uitgevoerd.
Ik heb Tino Seghal leren kennen op de laatste Documenta. Het stond nergens aangekondigd. Je loopt een donkere zaal binnen, er waren hissende en neuriënde geluiden, mensen die vlakbij je kwamen en een interactie met jouw lichaamstaal aangingen. Ik ben meerdere keren binnen geweest, en elke keer was het nét anders, met toch iets van een vast terugkerend patroon daarbinnen.
Ook nu, mocht het Stedelijk geen reclame maken, dat er elke maand een nieuw kunstwerk in één van de zalen wordt uitgevoerd. Het moet aan je gebeuren. Je mag niet als een tevreden luie consument ernaar toe kunnen lopen. Ik wist ervan en heb tot nu twee kunstwerken van hem gezien. De eerste keer was er een volkomen lege zaal, waar ineens vanuit een hoek een fragiele man bewegingen ging maken. Kleine bewegingen langs de wand , deze aftastend, en af en toe voorzichtig grotere, naar de lege zaal.
Er waren mensen die er vlug doorheen liepen, het negeerden en niemand die werkelijk lang bleef kijken. De eerste keer. De tweede keer was daar ineens een jongmens, die er in kleermakerszit bij ging zitten en elke beweging minutieus volgde. Dat verdient zo'n performance wellicht ook, al vraagt het dan wat van je geduld en tijd. De gemiddelde tijd dat men voor een kunstwerk staat in een museum, is iets van 8 seconden. Ik bleef wel langer kijken, maar ook niet vanaf het begin tot het einde.
Het tweede kunstwerk speelde zich af in een zaal waar het kunstwerk stond van Jeff Koons: drie engelachtige kinderen duwen daar een groot varken voort: Ushering Banality, heet het. Er stond een bewaker bij, die op zijn beurt de mensen die rond dit kunstwerk liepen, uitgebreid ging bekijken. Heel af en toe stootte hij een korte klank uit. Ik was even vergeten dat Tino Seghal inpandig was, dus bij het horen van geluid wist ik eerst niet waar het vandaan kwam. Pas bij observatie valt het gedrag van die 'bewaker' op.
Er waren mensen die werkelijk niks doorhadden. Hoezeer er in hun nabijheid, die ene man zich om hen leek te verwonderen. Deze mensen hebben dus geen extra kunstwerk gezien. Anderen maken daaraan weer mee, dat deze mensen deel van het kunstwerk worden. Tino Seghal maakt zo scheurtjes in de werkelijkheid, puntig en precies, en drukt je op de huid dat er altijd rafelige randjes zijn. Of gouden randjes, zoals langs een zilveren wolk; dat hangt ervan af hoe je zelf in je vel zit.