Het was gisterenavond een perfecte zwoele zomeravond. Ik zat bij de rivier tot laat te lezen en na zonsondergang genoot ik van al die kleuren, van lichtblauw, naar gelig, oranje, roze, rood, violet, die de rivier telkens weer een andere kleur gaven.Zo'n rivier beweegt; onrustig in de kleine draaikolkjes en toch wel gestaag één kant op: naar de zee.
Laat op de avond wordt dit kennelijk het terrein van de hangjeugd uit Beuningen. Ze komen met fietsen en al naar het strand, een bal mee, blikjes drank. Fris toch vooral, zag ik bij aankomst, de blikjes slingerden in het zand. Wanneer het bijna donker is maken ze een kampvuurtje. Toen ik om 23.15 uur wegfietste zat een ander clubje op de bankjes aan de dijk.
Ik had al bedacht om een 'Moniek-momentje' in te voeren, als ik zou vertrekken en alle blikjes te verzamelen.Dit ben ik zo gaan noemen omdat Moniek op de wandelingen van de Franciscaanse Beweging, standaard twee grote lege plastic tassen meeneemt en echt alles wat ze aan afval ziet opraapt. Behalve dan op een gegeven moment, een volle ineengevouwen plastic luier.
Voor mij is dat een té grote opgave en ik zou dat ook niet willen, telkens maar je blik gericht op de grond en rotzooi. Maar kleine Moniek-momentjes las ik wel in op stille mooie plekjes, zoals in de duinen op Terschelling En nu dan als intentie,voor mijn eigen bestwil, om het strand zo schoon mogelijk te houden. Maar ik deed het niet met die jongeren in de buurt.
Watching the river flow, humde ik, dat liedje van Bob Dylan. Ik stel me daarbij voor dat hij bij de Hudson zit, in New York, waarom eigenlijk? Thuis keek ik naar de songtekst en dan kan dat ook wel kloppen: de stad en fabrieksschoorstenen zijn dichtbij en onvolkomenheid en mensen die overal ruzie maken, maar hij blijft zitten, tevreden : but this old river keeps on rolling, no matter what gets in the way and which we the wind blows: I sit here and watch the river flow.
Het was ook nog eens volle maan. Helder en stil gaf het licht op de gele koolzaden die nog bloeien in de uiterwaarden. Daar zijn weer haiku over.Met minder woorden zeggen die hetzelfde: alles komt en gaat, bloeit, verdwijnt, maar de maan die blijft. Daarom is het zo fijn om in de natuur te zijn, de hemellichamen te bewonderen, de zee horen ruisen, de rivier horen kabbelen. Zo troostrijk dat generaties en generaties voor mij en na mij datzelfde zien en horen.