Dat had ik nog nooit meegemaakt: Scheveningen in de zomerzon, het hele strand vol bakkende mensen. Alle strandtenten afgeladen, zo ongeveer op het strand drinken en eten. Wat zou Nederland een andersoortig land zijn wanneer het gegarandeerde mooie zomers had gehad: een hele kustlijn vol vakantiegangers, van Zeeland tot Den Helder.
Ik zal anders nooit met mooi weer een tocht door het land maken naar de zee: het rivierengebied en het water erom heen is bij mij zo mooi: elke keer weer denk ik in een idylle terecht te zijn gekomen. Maar nu dus wel: want 's avonds was het pret, dankzij Appie: naar de musical Billy Elliot: twee kaartjes voor de prijs van één. Wat een zware rol voor een jongetje van 12 jaar. Plaatsvervangend vond ik het spannend als hij zijn pirouettes en ingewikkelde danspassen maakte. Het was de allerlaatste voorstelling voor deze Stijn: bij de staande ovatie, nog niet eens bij het einde, zag ik door de verrekijker dat zijn oogjes nat waren en tegelijk straalden.
Ach...Gisteren was het plots weer kouder en ik knutselde een tuinhekje in elkaar van bamboe uit mijn bamboe-bosje. Allemaal om die ene witte poes ('Het is zo'n schatje, ze wacht me altijd op!' kirde de buurvrouw vanochtend nog), weg te houden. Want ze wacht niet alleen op de buurvrouw, ze loert en jaagt op de vogeltjes in mijn tuin. Ik betrapte haar in mijn appelboom, vlak onder de mussenkolonie. Pas lag er een dode jonge merel.
Vanochtend de laatste maandag-meditatie, voor het zomerreces. Mij vielen de volgende regels te binnen, passend bij het op-en-neer van deze dagen:
Moge het zo zijn:
Het vertrouwen
dat wat in scherven uiteenvalt
door het verlangen naar heelheid
nieuwe vormen zal krijgen
en
de eeuwige Liefde in je
die gevonden wil worden
en alles en allen verbindt.