Al die planken stonden in mijn woonkamer en ik wilde het eigenlijk naar de schuur brengen en bedacht toen, dat ik ook een oud bed kon weghalen in een kamer die al veel langer als hobbykamer fungeert en daarvoor in de plaats die boekenkast weer kon opbouwen. Dus daar hield ik me gisteren, de Zondag, mee bezig. En ik nam de platte-scherm-tv over en die moest ook aangesloten worden op de slaapkamer. En zo banjer je een hele dag door je eigen huis.
Alles en alles van Moeder weg. Zij zelf is weg. Zij komt nooit meer terug en ook de laatste plek, waar ze nog zulke mooie maanden heeft beleeft, is nu ook weg. Tenminste: ik vond het mooie maanden. Hoe zal ze die zelf beleefd hebben? Ik nam wat religieus getinte boeken mee, die ze als laatste daar las. Ik zie wat ze zelf heeft onderstreept.
Wat een worsteling ook, Wat een intens verlangen om God te zoeken en te kennen en elke keer weer is 'hij' daar, waar liefde en licht overwint van het duister, en daar waar mensen dat samen gestalte geven. Ik zag haar dat doen, die laatste periode: ze probeerde zoveel mogelijk lief en stralend te zijn. Ik denk dat ze dat ook zelf meer zo ervoer, er waren heel wat mensen om haar heen, de bezoekjes droogden niet op, na haar tijd in het hospice. Maar het was er natuurlijk nooit 24 uur per dag, altijd.
Wat is er anders, of je nu in de bloei van je leven bent, of helemaal tegen het einde, of 'iets er tussenin', je weet het tenslotte ook nooit: ook dit kan van mij de laatste dag zijn.., wat is er anders, dan elke keer weer je wenden naar het licht en de warmte, naar plekken van verbondenheid, naar harmonie?
En hoe moeilijk blijkt de mens het te hebben met dit 'simpele' verlangen. Ik kijk terug en weet hoe moeilijk het was om dit met Moeder zelf gestalte te geven...terwijl zoveel dat ze las en wat ze beoogde, gericht was op contact, op het zoeken naar 'samen'. Dat schrijnt ook: alsof ik haar onvermogen nu vanuit haar beleef.
Het is niet anders: in een mens kan het tegelijk zomer en winter zijn. De bloemenzee waarnaar je verlangt kan bevroren zijn in een stilstaand beeld van een knop die op het punt staat te ontluiken, maar net niet genoeg kracht heeft. En een ander deel van je brein kan dat zien, het bepeinzen, daarop reflecteren, maar het niet veranderen. Zoals die foto in Trouw: je was er bijna bij, maar je had het te druk met andere werkzaamheden, in je eigen interieur.