woensdag 18 januari 2017

Komen en gaan

Het is op dit moment een heel rare tijd. Ik heb werkelijk geen idee wat ik volgende maand om deze tijd doe. Ik heb een reis naar India geboekt, maar heb nog geen uitsluitsel of deze door kan gaan. Zo ja: dan bevindt ik me dan dus ergens  in India. Zo nee.... dan bevind ik me.... waar? Mijn huidige werkplek stopt vlak voor de geplande reis naar India. Volgende week is er een gesprek over mijn 'werk'-toekomst.

Wat doe ik dan? Wat ga ik doen? Niet meer werken in wijkcentra met veel kunstlicht en impulsen, dat vind ik niet meer verantwoord, zo heb ik al bekend gemaakt. Ik droomde pas, dat ik een geweer moest gaan dragen, dat ik de onderdelen daarvan, zonder dat mensen het wisten, uit een kluis moest halen en in elkaar moest zetten. Het duizelde in mijn hoofd en dacht: dit is levensgevaarlijk. Ik wist dat dit over mijn werksituatie ging. Wat dan wel? Volgende week is er een gesprek met de Arbodienst, de bedrijfsarts en de personeelsfunctionaris.

Ik hoop het komend jaar heel veel te gaan kamperen. Daartoe heb ik een nieuwe tent per internet aangeschaft: The Laughing Owl geheten. Grootste voordeel: je kunt erin staan, het heeft voor een hele grote leefruimte met raampjes én hij weegt heel licht. Niet goedkoop, maar met deze tent wil ik het de rest van mijn leven doen. Die leeftijd heb ik al, om zo te gaan denken... Ik ben al drie middagen niet thuis geweest, heb het pakketje gemist, en tot nu toe is die dus nog niet in mijn handen; mijn tweede huisje.

En zo hobbel ik een beetje voort, in deze eerste maand, na het heengaan van Moeder. De meeste condoleance-correspondentie is gebeurd. Haar appartement moet uitgeruimd worden, haar oude woonplek heringericht en dan gaat dat de verkoop in... en daar komt een erfenis van. En dan heb ik ineens meer geld dan ooit. En de magnetron, het eerst soort exemplaar ooit, uit 1994 ofzo, door Broer aan mij gegeven toen hij voor twee jaar naar Niger ging, begaf het.

Het lijkt wel of er van alles tegelijkertijd gaat en komt. Ik zou naar de winkel kunnen rennen om een nieuwe magnetron te gaan kopen. Eentje die meer kan dan alleen maar ontdooien en opwarmen. Maar na drie dagen, gewoon maar de tweede portie spaghetti in een pan opwarmen, Chinese hapjes stomen in een grote pan, melk en gluhwijn opwarmen in een breed rood trechterkannetje, nog  uit het huishouden van Moeder... ga ik het Belang van een nieuwe, al niet meer zien.

Gisteren zei C. tegen me, zelf negentig jaar, in een rolstoel en moeilijk pratend, zij kende Moeder ook: 'Dit gaat allemaal de grond in, dat is zeker' en ze pakte met beide handen haar eigen wangen vast, en kneep er hard in, 'maar de geest... dat weet niemand wat daarmee gebeurt'. Die ene regel 7 uit Psalm 124, die drukte dat voor haar uit: dat waar je niks van weet, maar waar zo lang geleden al woorden aan zijn gegeven:

Onze ziel, 
als een vogel, 
kwam vrij 
uit de vogelaarsstrik:
de strik brak -en wij,
wij ontkwamen.