Het koor Panta Rhei Vocaal, 16 mensen in totaal, dat op de begrafenis van Moeder zong, houdt elk jaar een Allerzielenviering. Het was gisteren, in de Grote Kerk van Velp en er was een uitnodiging daarvoor met twee vrijkaartjes. De Grote Kerk is een gebouw dat ik meteen associeer met de gegoede burgerij en de villa's eromheen: in Grieks kruisvorm en classicistische stijl. Prachtig onderhouden. Ik kon de donderpreken zó van de kansel horen. Knielen op een bed violen van Jan Siebelink speelt zich in deze contreien af.
Nu is het ook te huur voor bruiloften en partijen en voor dit dus: een viering met het thema Troost, en de akoestiek was er zeer goed. Ook het publiek op deze middag zag er boven gemiddeld welvarend uit en bestond toch veelal uit grijze hoofden. Geen wonder, het was ook een duur koor om te laten zingen en dan is het toch ook wel jammer: dat zulke mooie muziek toch alleen voor de rijkeren onder de mensen bereikbaar is... Want het was wel heel mooi. Ze zongen vier liederen die ook op Moeders begrafenis te horen waren: Lied aan het licht, The family tree, The road home en We'll meet again.
Dit laatste lied, was het lied waarmee Moeder de kerk uitgedragen wilde worden en ik zag er toen tegenop, dat dit haar wens was. Om de kist de kerk uit te dragen, terwijl nichtjes N en M het zongen en op piano begeleidden, waarna het koor het overnam. Nu werd het publiek uitgenodigd om al staande het refrein mee te zingen. dat was ongeveer midden in het programma en rationeel is niet te verantwoorden, dat het zingen van dit lied met zijn allen troost kan geven en lucht geeft. Het lied ervoor was Somewhere van Leonard Bernstein.
Het houdt me wel bezig: de opbouw van deze Allerzielenviering. Dirigent Frank Litjes vertelde dat ze tijdens de wekelijkse repetities altijd een grote kaars aansteken en dat die dus een jaar lang elke week vlamde en dat de kaars die nu brandde de nieuwe was, de oude geven ze aan iemand van wie ze denken dat deze dat licht goed kan gebruiken. Er was een lichtceremonie waar iedereen werd uitgenodigd een waxinelichtje in grote schalen te leggen en de kaarsen die erbij stonden, waar je het vlammetje kon halen, waren ontstoken aan de grote kaars.
Dit is een soort van tegenkant van wat er elke week in de christelijke kerken gebeurt: dan wordt de Paaskaars ontstoken, symbool van de verrijzenis van Jezus en ook die brandt een heel jaar en wordt met Pasen weer vervangen voor een nieuwe. Al het licht word vanuit de Paaskaars ontstoken: bijvoorbeeld de doopkaars en de huwelijkskaars. De lichtceremonie begon met het lied aan het licht van Huub Oosterhuis, een christelijk lied, kun je zeggen en erna zong men Psalm 23: De heer is mijn herder, gevolgd door een afgeleide van het Weesgegroet op muziek van Rachmaninov. Onderwijl speelde de celliste Eveline Rosenhart.
Het koor zingt dus van alles, religieus en niet, klassiek en pop, en staat open voor alle vormen van afscheid nemen. Van steilchristelijk tot moderne nieuwe vormen van ritueel handelen: ze zijn overal inzetbaar, waar muziek de balsem voor de ziel kan zijn. Veel mooie muziek heeft natuurlijk van oorsprong een religieuze of kerkelijke achtergrond. Maar het blijft opvallend dat deze lichtceremonie toch zo expliciet religieus was ingebed. Er werden ook teksten van troost uitgesproken: die waren weer opvallend alledaags, zonder enige religieuze connotatie. Het was allemaal heel roerend. Volgend jaar weer? Wie weet. Dan kost een kaartje 10 euro.