Ik heb net te horen gekregen dat ik uit dienst word gezet. Ik ben dus geen beheerder meer, en men moet binnen de gemeente zoeken naar passend werk. Wat dat juridisch en rechtspositioneel allemaal te betekenen heeft, wist men nu ook nog niet. Dat moesten ze nog uitzoeken. Eerlijk gezegd, ik weet ook niet wat ik hier nu van vind en wat voor actie ik nog kan ondernemen. ... Alleen dat ik de komende weken dus nergens meer hoef te zijn tot er een bericht komt.
Er is ook iets van opluchting, want er is inderdaad overal kunstlicht in de wijkcentra. Daartoe hoef ik me nu niet meer te verhouden. De afgelopen dagen heb ik in het donker op de bank veel gelezen. Gisteren Tikkop van Adraan van Dis. De titel verwijst naar aan de drugs verslaafde jongeren in Zuid Afrika. Knap hoe hij in Adraan-van Dis-taal, simpele en transaprante zinnen de complexe Zuid Afrikaanse samenleving weet neer te zetten. Dan is Nederland een paradijs, hoe dan ook.
En het boek In Kassel is niks wat het lijkt van Enrique Villa Matas, meegenomen uit de bieb, om de titel, natuurlijk. Het boek bracht me geheel terug naar mijn eigen Documentea-Kassel-tijd van vijf jaar geleden, ik heb de Kunstforum en ander materiaal. zoals het Log-book en de catalogus er ook weer bij gehaald. Want het boek vertelt precies over de Documenta, zoals mijn eigen beleving was: een uitzonderlijk speelterrein voor de verbeelding, waar de kunst je naar alle hoeken van de aarde bracht met het overkoepelende thema van Verwoesting en Herstel.
De Spaanse schrijver Enrique wordt uitgenodigd om een week lang in het Chinese restaurant Djenghis Khan aan een tafeltje in het openbaar te schrijven in The Writers Residence. Ja, dat was er echt, ik heb het gezien, er zat toen niemand aan tafel. Hij gaat erop in op zoek naar het wezen van de avant-gardische kunst. Maar misschien is dat de MC Guffin voor de lezer van het boek Een Mc Guffin is een aanleiding of een oorzaak die in het begin genoemd wordt om de belangstelling te wekken, maar op het einde helemaal niks te maken heeft met wat op gang wordt gezet.
De koude bries van Ryan Gander in het Fridericanum, de donkere ruimte met dansers van Tino Seghal, waar kunst lijkt opgelosd in het niets, de mesthoop- tuin met de vrouw met het bijenkorfhoofd en de windhond met de roze poot te midden van ook opgestapelde betonplaten van Pierre Hughes, de stemmen en muziek in het bos van bombardementen in de nazi-tijd van Janet Cardiff, de muziek helemaal aan het einde van een perron, waar Joden op transport werden gezet. de doing-nothing garden van de Chinees Song Dong met een afvalberg uit zijn ouderlijk huis; Ik heb het allemaal gezien en heb eraan deelgenomen, zoals de schrijver het in dit boek doet.
Het overtuigt me opnieuw van het belang en het leven-wekkende van Kunst en hoe uitzonderlijk de Documenta van vijf jaar geleden was... 's Avonds heb ik tot twee keer toe een cd van Rod Stewart opgezet en daar eens flink op geswingd. Men moet wat doen om een verhouding te vinden met de moeheid wegens slaapgebrek. Dit zijn zo wat van mijn activiteiten en wie weet wat ik nog moet en zal doen, nu ik beheerder-af ben.