zaterdag 28 september 2019

Reichswald

Gisteren heb ik een fietstocht gemaakt door het Reichswald. Het is een raar soort uitgestrekt oud glooiend bos, waarvan je weet dat het er al was in de middeleeuwen. Als je op oude miniaturen kijkt in de tijd van Maria van Gelre, dan is dit ook het bos waarin het hof op jacht ging. Op de lagere school leerde ik dat de Romeinen er al bos geplant hebben, dat sprak tot mijn verbeelding. 

Wij gingen vroeger met  de familie frambozen plukken, meer dan menshoge struiken aan de rand van dit bos in de buurt van Kleef. Het bos is uitgestrekt en de wind erdoorheen roept ruisende ruimte op en op de fiets dacht ik terug aan mijn bosbesplukdagen in Zweden. Ik kampeerde bij een meertje op het landgoed waar T. woonde, die ik had leren kennen op een internationale wandelweek van de Tochtgenoten van Sint Frans op Gotland, het eiland waar Pipi Langkous zich afspeelt. Daarna nam ik zijn uitnodiging aan en reisde ik over lege wegen door eindeloze bossen naar zijn huis.  Zijn vriend was de landgoedeigenaar, maar hij woonde in een simpel houten huis en hield bijen. 's Avonds  en vroeg in de ochtend kon je er elanden zien. Hij stuurde me met witte emmertjes het bos in op zoek naar bosbessen.

De ruimte van Zweeds bos en hier, dit Duits-Nederlands bos, zo heb je het niet in Nederland, waar al het bos kleinschalig is aangelegd vaak als productiebos. Typisch van het Reichswald zijn de kaarsrechte geasfalteerde paden erdoorheen in een soort van raster, terwijl het er verder leeg en stil is. Alhoewel? Ooit, lang geleden,  trof ik ineens een briesend groot donker mannetjes everzwijn midden op de weg en zag ik in de nabijheid zijn vrouwtje met jonkies. Ik wist niet hoe snel ik rechtsomkeer moest maken om keihard weg te fietsen. Zo’n herinnering komt dan ook terug tijdens het perfecte fietsweer van gisteren: er was zon en de bomen werkten als een soort van windscherm, door de stammen heen loeide soms de zwervende wind.

Er zijn kastanjebomen waar de wilde kastanjes al glansden op de weg, beukenbomen met die kleine beukennootjes die knisperden onder de fietsbanden en even was ik bang er een lekke  band van te krijgen, lastig in zo’n verlaten bos waar ik geen mens zag. Op een stukje enkele heel hoge berkenbomen  tussen de lariksen, die als enige naaldboom in de herfst verkleuren en kaal worden. Waar was het ook alweer dat Hitler hele grote hakenkruisen van lariksbomen in het naaldwoud geplant had, die pas ver na de tweede Wereldoorlog ontdekt werden omdat iemand er toevallig overheenvloog toen de lariksen oranje kleurden? 

Ook in het Reichswald is op het einde van de tweede Wereldoorlog intens gevochten, een voorloper van Market Garden,  vorige week herdacht met honderd parachutespringers eerst bij Groesbeek en zaterdag op de Ginkelse Heide. Toen ik eerder in de week in het bos van de speeltuin werkte, vlogen de oude vliegtoestellen over en dat ronkende geluid bracht mij terug in de kindertijd. Ik was van plan om naar de Forest War Cementry te gaan, die ik vorig jaar onverwacht ontdekte en indruk maakte: ineens een zee van witte  kruizen in keurig aangelegde goed onderhouden groene gazons midden in die bossen. Maar ik miste een afslag en kwam via Frasselt weer in Kranenburg, waar bij het gemeentehuis nog de grote herdenkingskransen met bloemen stonden. Al met al een dagje vol beleving.

PS: Ik typte bovenin dit blog bij zoeken Reichswald in, en daar kwamen blogjes; al van 2010, 2012, 2015, 2016 etc. Dit is mijn leven...