Het begon zo’n leuk ritueel te worden: om voor het slapen gaan onder de douche een muzieknummer op te zetten. Lekker hard, je staat in een cabine vol geluid, even een oud liedje horen. Of helemaal nieuw: van Metallica, die tot twee keer toe op mijn pad kwam: door Ivo van Hove in Zomergasten die liet zien hoe deze bandleden die elkaar van jongs af aan kennen in een crisis belanden: de voorzanger kickt af van zijn alcoholverslaving, verandert zijn leven en wil strikt tot in de middag muziek maken en dan naar de balletrepetitie van zijn dochter. Tegelijk wil hij controle houden en verbiedt hij de anderen om wel door te gaan. Fuck! zegt er eentje in zijn gezicht. Ivo laat zien hoe haat en liefde dicht bij elkaar kunnen bestaan, maar dat het tegelijk voor deze band mogelijk is geweest om zich toch veilig genoeg te voelen bij elkaar, en dat getuigt ook de camera die ze bij dit proces hebben kunnen toelaten.
En er was het vakantieboek Wees Onzichtbaar van Murat Isik, waar de hoofdpersoon, een Turks jongetje in de Bijlmer die gepest wordt, eindelijk een echt vriendje krijgt en door hem leert hij Metallica kennen en een nummer betovert hem. Zo aanstekelijk geschreven en dat liedje beluisterde ik, al douchend. Dat heb ik weer: ik hou helemaal niet van dat soort harde muziek, maar vond het wel een leuk experiment voor in de geluidscabine. En toen klopte gisteren de buurman aan. Ze wisten niet wat ze hoorden! Ik besteedde mijn avonden toch vooral aan lezen? Dus nu is het afgelopen en gisteren voor het slapen gaan miste ik het echt eventjes.
Door hem en een andere buurvrouw weet ik nu dat zij beide ervoor zorgen, dat ik nog nooit een egel in mijn tuin heb gezien. Terwijl ik jaren geleden nog een egelhol gemaakt had om ze te lokken. Ik heb wel een leuke herinnering, dat die 's avond bij een huis kunnen komen om melk te drinken, heel tam worden en gezellig gaan knorren. Mijn tuin leek mij heel geschikt voor egelbezoek, veel rommelige hoekjes, struikgewas en dood hout. Waarom kwam er nooit eentje? Welnu, die zitten al jaren bij de buren, hele egelfamilies met jonkies en al, en ze voeren die dagelijks kattenbrokjes en melk.
Fijn om te weten dat de egeltjes toch in de buurt zijn, ik heb mijn mussenkolonie. Al hoor ik maar een enkel getjilp. Maar misschien is er toch nog een toekomst voor ze: de woningbouwvereniging heeft contact opgenomen. De akelige wijkbeheerder M. is uit zicht en er komt een nieuwe binnenkort kijken met een technisch beheerder. De laatste is degene die het ooit oké vond dat ik doorging met de begroeiing van klimop langs en op het huis en de eerste ken ik vanuit mijn functie als beheerder in het wijkcentrum als een geanimeerde projectleider van nieuwbouw in een oude volkswijk. Dus ik heb goede hoop...