Om vier uur s’nachts in het donker je tent af te breken, is niet het makkelijkste karwei. Zóveel zeil dat gepropt moest worden in die kleine tas, opbollend, kreukelend, opnieuw beginnen, de klok zien wegtikken , en maar denken: áls ik de bus maar haal. Maar dan eenmaal op de vaporetto en het ochtendgloren in de lagune zien opkomen en al het ongemak is alweer vergeten.
De boot tuft langzaam en gestaag, het wordt al wat lichter, de koepel van Santa Maria della Salute komt dichterbij.
En dan komt de allerlaatste blik op Venetië. Dag!, mooie stad, je blijft in mijn dromen, je stroomt door mijn aderen, zolang als mijn geheugen dat toelaat, zal ik je koesteren, altijd.