Hier omvatte het geheel, als een prentenkabinet, de cyclus van een jaar. In het midden van de panelen, gescheiden door ‘zuilen’ besloeg elk één van de tekens van de dierenriem, zoals je ook wel in meerdere kerken en palazzo’s hier ziet, erboven waren bijbehorende taferelen van de Roma die door het land trokken op paarden en er onder dagelijkse taferelen, zoals samen eten koken, de was doen, een begrafenis. Het was het eerste landenpaviljoen dat ik in deze twee dagen bezocht, na tot nu toe alleen het gedeelte van de curator ‘The Milk of Dreams’ in de Guardini gezien te hebben.
O! Het is zó overweldigend fantastisch! Ongeveer alles wat ik zie spreekt mij aan en raakt me. Onderwijl denk ik er steeds aan dat de curator in de hele lockdown zich als in een ruimteschip voelde en door het raampje van haar computerscherm al die kunst zag, niks in levende lijve kon zien en drie jaar lang visualiseerde hoe dit op een échte ingerichte tentoonstelling eruit ging zien. Je voelt het ervan af: bijna alle kunst is ambachtelijk, met de handen gemaakt: géén grootse video en filmpjes. Er sijpelt iets van de intimiteit die ze deelde met vele kunstenaars, bij sommigen staan nu verklaringen wat kunst voor iemand in Coronatijd betekent: zoals het blijven ervaren van schoonheid, waar en hoe dan ook.
Tegelijk is er grondige research gedaan naar vergeten kunstenaars, vrouw, uit de 19e en 20e eeuw. Hoe die ook al bezig waren met de betekenis en de kracht van het lichaam, deel zijn van de natuur, metamorfose, gedaanteverwisselingen. Hoe alles ‘fluïde’ is: dat is, zo lijkt mij, het nieuwe woord om de werkelijkheid nergens en nooit meer vast te pinnen en altijd open te blijven voor nog niet gekende mogelijkheden.
Ik ging dus doelbewust op het einde van de dag naar dit Poolse paviljoen, om er een beetje bij te komen van alle emotie (want ja, het doét wat met je), als een toetje waarvan ik al wist dat het lekker zou smaken. ‘Wat is dit allemaal prachtig, vind je niet, ik ben helemaal gehypnotiseerd’, zei een vrouw tegen me die druk foto’s aan het maken was. We waren de enigen. Ik beaamde het. ‘Mag ik van jou een foto maken?’ vroeg ze. Ik vond het oké en ik vroeg maar niet of ze mij de foto wilde mailen, want in India heeft dit verzoek nooit tot een resultaat geleid, al zegt de andere driftig: ja, natuurlijk!
Toen vroeg ze me buiten, nadat we de zaal moesten verlaten, sluitingstijd, of ze mij mocht interviewen. Ze was journalist. Van Vogue, uit Brazilië, ze kwam net uit Rome en had nu twee dagen voor de Biënnale, waarvan ze vandaag alleen maar landenpaviljoens bezocht had. Dat van haar eigen land, Brazilië, vond ze niks aan. Ik beaamde het, ik was er doorheen gelopen, letterlijk, op weg naar het Poolse paviljoen. Ik drukte mijn verbazing uit: dus ze had nog niks gezien van The Milk of Dreams? Dat ging ze morgen maar doen, wat kon ik aanraden: het deel in Guardini of in de Arsenale? Maar dat kon ik haar niet vertellen, want ik had het deel in de Arsenale dus nog niet gezien.
Ze bestempelde mij vrij direct als ‘gepassioneerde kunstliefhebber’, toen bleek dat ik ook op de Documenta was geweest. Nee, zij was daar niet geweest. Het geld hier is zeven keer meer waard dan in Brazilië, dus dit was een héél dure trip, dus ze had keuzes moeten maken. Ik zei haar dat ik het eigenlijk niet vond kunnen: in twee dagen tijd recht doen aan de Biënnale…
Ik ben benieuwd naar dat artikel van haar en vroeg ditmaal wél of ik het resultaat kon zien. Ze zou het mij mailen, zei ze. Eerlijk gezegd denk ik niet dat het ervan zal komen… Wat zou de streamer zijn: cultuur opsnuiven in Italië? Rome en Venetië; twee kunststeden? Of ‘helemaal gehypnotiseerd geraakt in Europa?’ Zou ik in haar artikel voorkomen? … Ik vond het in ieder geval wel weer een grappige ervaring.