‘Mooi boek staat er op tafel’ zei I. Toen deed ik haar het verhaal. Dat Moeder dit blog las, maar er bijna nooit iets over zei. Het ging over dit boek van Charley Harper. Dat ik er op slag verliefd op was. Hevig twijfelde in de winkel of ik het zou kopen, het leek mij geweldig om elke dag een andere bladzijde om te slaan. Ik kocht het niet, te duur. En toen gaf ze mij het boek onverwachts cadeau. Nu sla ik elke dag een bladzijde om en denk aan haar en mijn familie.
Op haar uitvaart werd dit lied gezongen. Dat hoop je binnen een familie. Dat je troost vindt bij elkaar. Maar in een familie zijn de takken soms verstikkend. Er is een cultuur gegroeid waar het niet gewoon is om met elkaar te praten als er een meningsverschil is. Je kan de boodschap hebben meegekregen om over je niet-gezien-worden heen te stappen, de onterechte verwijten te dragen en je te blijven verbinden. Dát wordt je taak van heel jongs af aan. En dan wordt je oud en denk je : ik wil dit niet meer. Ik wil uit deze familie-cultuur. Je hoopt op een gesprek, maar jouw vraag wordt niet gehoord. Dat zit nu eenmaal in die familie-cultuur. En cultuur verander je niet in je eentje. Wellicht heb je daar geen enkele controle of invloed op. En dan kan het gebeuren dat je niemand meer ziet van je familie: die anderen hebben het, zo lijkt het, niet in hun pakket meegekregen om zich actief te verbinden. Of ze willen dat simpelweg niet. De focus die jij hebt meegekregen staat wellicht haaks op die van anderen.
O! Wat kan het verleidelijk zijn om tóch over jezelf heen te willen stappen. Dit is immers jouw identiteit binnen die familie. Maar goede vrienden sporen aan om los te laten…