Mijn laatste dag beleeft als een kleurig stripboek. Een slenter-en mijmerdag; zoals dat heet in mijn persoonlijke jargon. Mij bewust dat elke stap hier in dit dynamische New York een andere sfeer kan opleveren. Om elke hoek kan het weer anders zijn.
In Williamsburg een doodstille wijk en alles in het Hebreeuws, mannen die van het een naar het ander liepen.
In een verlaten havengebied terechtkomen met een muur van containers, in de verte de skyline van Manhattan en dan is er ineens een soort van begraafplaats/strooiveld voor mensen van de marine.
In een voedselmarkt terechtkomen, afgeladen met lekkernijen; sushi voor de lunch. Langs een gemeenschapstuintje komen.Onder de Manhattanbrug schuilen voor een plotseling regenbuitje. De sfeer van oude pakhuizen, vergane handel van vroeger en nu.
Héél lang mij op een bankje koesteren in de zon, zolang dat ik de enscenering voor mij steeds zag veranderen. Kijken naar het water, naar de Brooklyn Bridge en die skyline van New York, waar ik nu een maand naar binnen heb kunnen gaan. En daarna op de Brooklyn Bridge, dat plekje groen aan het water, in de verte zien.
Onverwachts (de hele dag was onverwacht en niet gepland) langs een park( Cadman) gekomen, waar ik de tweede dag ook in terecht was gekomen. Nú weten wat Juneteenth is en de poging van Parc & Recreation om daar in elk park in New York een plek voor vrij te maken, zodat het zichtbaar wordt. En Chinatown bleek maar een straat verwijderd, als je een trap afdaalt naar de straat, een flink stuk voordat de brug bij het park van het stadhuis eindigt.
Ja! En zo liep ik toch Manhattan binnen over de Brooklyn Bridge: niet op mijn eerste dag, maar op de laatste. Mijn koffer is al grotendeels gepakt, morgenochtend nog even naar zee. Ik kwam ook nog aan in het Walt Whitmanpark, aan de voet van de brug. Die gaf mij een mooi citaat, gebeiteld in een witte cirkel.