De Bethesda fontein in Central Park. Hiermee wordt het moment herdacht det New York voorzien werd van stromend vers drinkwater. Water: levengevend… de engel is het eerste werk van een vrouw in de publieke ruimte. Ze speelt al langer een rol in mijn verbeelding: voor het laatst in de Netflixserie Sense 8, maar het is, denk ik, begonnen in de prachtige serie Angels in America. De engel waakt als het ware over New York.
Maar zij staat met de rug richting het noorden van New York: Harlem, dat zo heet naar Haarlem, omdat Nederlanders zich daar als eersten vestigenden. Ik was op de fiets en ben tot de uiterste punt van Manhattan gegaan.
Zoals ik op Terschelling ook altijd wandel naar de uiterste punten. Deze vergelijking is niet helemaal toevallig: Manhattan heeft ongeveer de grote van Terschelling, het is een eiland en de stad New York breidde zich later uit op Friesland en Groningen. Als het ware. Ik ben in New York, na wel bijna 30 jaar op een bijna rij in deze tijd, op Oerol te zijn geweest. Het gewoontedier in mijn brein maakt dit soort vergelijkingen.
In Harlem eindigt de stad. Hier geen grote luxe wolkenkrabbers, maar hoge woontorens. Ineens is er graffiti, het is er slordiger in de straten, grote publieke scholen in het zicht. De mensen uit Puerto Rico wonen er: tussen 1950-1960 is een vijfde van de bevolking, 500.000 mensen, naar New York verhuisd. En dan natuurlijk veel zwarten, al degenen met een slavernij verleden. De gospelkerken, met muziek die begon op de plantages, zijn wereldberoemd. Ik weet niet of het mij lukt, om daar vroeg voor op te staan. En of ik bestand ben tegen de lange preken die een meer dan drie uur durende dienst, ook bevat. Maar er zijn ook allemaal kleine kerkjes en geloofsgemeenschappen gesticht, wég van, en niet horend bij het establisment.
En dan ben je s’avonds weer aan de zuidzijde van Central Park, met al die wolkenkrabbers om je heen. Er werd voor het eerst dit jaar het Vegan Foodfestival georganiseerd, op elke Dinsdag. Toen ik er kwam waren kraampjes al uitverkocht en stonden er rijen voor anderen. Daar heb ik dan geen zin in. Ik ging in het gras zitten omdat ik vuurvliegjes zag rondvliegen rond die plek en keek uit, per ongeluk, op een tv-schermpje. Daar al die gruwelijke beelden uit de bio-industrie: kuikens door de schredder, biggetjes waar de staartjes worden weggeknipt, koeien en kalveren met stroomstoten, alles rood van bloed en op lopende banden…iets in mij vind dat ik daar toch naar moet kijken, juist omdat ik geen vegetariër ben. Ik eet een béétje vlees. Ik werd aangeklampt door een vitale vrouw van 74, die al 52 jaar geen vlees at en naar eigen zeggen dus duizenden dieren gered had…Dus dan heb je ineens weer zo’n gesprekje vol moralisme. Ik was een enviromentalist in haar ogen en ik kreeg een papier in handen vol cijfers, dat ik toch geen échte was, want ik deed dieren pijn. Zij bleek auto te rijden en ik zei dat we elkaar daarin dus tegemoet konden komen. Ze wist dat dit niet goed was voor het klimaat, maar ze deed het tóch, met mate. Maar zo was het niet voor haar: ik vermoorde arme, weerloze dieren…
Enfin. Terug naar Harlem. Daar bezocht ik het iconische Apollo Theater. Alle grote zwarte wereldsterren maakten daar hun debuut, het theater is de geboortegrond van de Amerikaanse popmuziek. Het was maar zo’n klein theatertje, zag ik nu! Er passen 1500 mensen in. Ook Billie Holiday, die ik al ken vanuit mijn studententijd, heeft hier vaak opgetreden.
Tot slot, na een dag op de fiets, nog een wandeling door het zwoele New York. Hoe arm en rijk op zo’n klein oppervlakte samenleven, met zoveel culturen, vlak naast elkaar.
En hoe op de fiets, je bereik wel véél groter is. Want ik was ook nog ineens weer daar waar de Hudson is, ik zag de rivier stromen en genoot van bloemen en kunst in twee parken.
Nog even terug naar het Apollo Theater. Op YouTube kun je wel enige tijd zoet brengen met het bekijken van optredens. Deze is wel leuk, omdat je de binnenkant goed kunt bekijken. Ik kwam niet verder dan het halletje.