maandag 30 december 2024

Nieuwjaarswensen


 Ik vond, zo’n beetje verfrommeld tussen de oude papieren, een oude foto van ikke en de oppaskinderen. Hoe die foto daar terecht is gekomen, geen idee, maar ik besloot er ter plekke een Nieuwjaarswens van te maken voor de betrokkenen. Zij zijn nu in de leeftijd waar ‘de liefde’ je leven mee gaat bepalen en ook biologische klokken gaan tikken als je graag zelf kinderen wilt…Hoe snel het leven voortvliedt… Door hen heb ik het mee gemaakt; van poezelige baby op de commode en bijna drijvend in je armen in een babybadje tot de middelbare school, elke week.
Wanneer ik mijn traditionele Oudejaarsdag eten wil kunnen verorberen, ėén keer per jaar de smaak van een ouderwets zalmslaatje, zelfgebakken appelbeignets, de oliebollen en eventueel ook een vruchtenbowl, dan moet ik de kou nog in, naar buiten. Terwijl ik zo lekker genesteld ben in mijn warme holletje. Enfin, het eens revolutionair anders doen dit jaar, wellicht wordt dit perspectief wakker. 
En dan is er nog mijn digitale Nieuwjaarswens , alleen verstuurd aan hen die mij ook iets wensten. Ik had dit jaar niet de juiste woorden of ideeën, de ‘ondraaglijke lichtheid’  van het bestaan drukte op mij. Al jarenlang maakte ik een simpele wens, waar het woord ‘licht’ in voorkwam. 


En nu werd het dit. Met in de begeleidende mail eventueel: ‘Ik wens je een inspirerend 2025 met vele lichte momenten. Ergens is er altijd wel een nieuwe doorgang, ondanks alle zware, donkere menselijke sporen.’

Top 2000. Cyclische bewoning


In dit blog noem ik het in 2019 voor  het eerst : de Top 2000 die vanaf eerste Kerstdag non-stop wordt uitgezonden. De mooiste liedjes, 2000 stuks  dus,  waar iedereen voor kan stemmen. Je kunt meekijken naar het publiek dat in het mediacafe in Hilversum meefeest.Op Oudejaarsavond is het voorbij, met al jarenlang Bohemian Rapsody van Queen op nummer 1. Onderbroken in Coronatijd door Rollercoaster van Danny Vera. In die twee jaar natuurlijk niet, maar verder zijn er dan 25.000 bezoekers geweest, waarvan de kaarten á 6,50 euro binnen een uur zijn uitverkocht. Elk uur tijdens het reclameblok en het journaal wordt het publiek veranderd, er kunnen 150 mensen per keer in. 
Dit jaar valt mij voor eerst op, dat alle leeftijden aanwezig zijn, ook kinderen en ouderen en in interviewtjes wordt ook beaamd hoe de Top 2000 liedjes van de ene generatie in de andere tillen. In de hele periode luisteren er 7,1 miljoen mensen naar. Het is erg interactief: berichtjes van mensen stromen door het beeld, je ziet mensen vanuit hun huiskamer op de bank meedoen, er worden zeer dierbare persoonlijke en emotionele herinneringen opgehaald die de liedjes aanraken. Bij de oproep van de DJ om gauw een oude foto te zoeken voor een lied van Rob de Nijs, verschijnen er prompt zwart-wit foto’s wanneer het nummer gedraaid wordt.
Koning Willem Alexander noemt het in 2017 in zijn Kersttoespraak. En ja het ís zo, dit fenomeen is bij uitstek verbindend, in mijn ogen vervangt het de Nederlandse Kerk, waar nu 6% van de bevolking nog heen gaat, terwijl bijna drie kwart niet meer weet wat het christelijke Kerst en Pasen betekent. Voor mij was het de eerste keer schokkend: toen iemand van ongeveer 20 jaar jonger aan mij vroeg wat dat dan precies was, dat christelijke Pasen, ze had geen idee dat er dan gelooft werd dat er een mens, die eigenlijk God is, verrezen is uit de dood. Ondertussen is het voor mij ook steeds meer een onzinnig verhaal.


Ik ben nu voor het eerst met de fiets door het bos naar de bushalte gegaan, in plaats van de wandeling van driekwartier. Ik vond het te nat en te mistig en ik had nu ook wel het idee dat mijn fiets daar wel veilig staat, omdat er de laatste tijden heel veel oude fietsen staan. Ik liep een keer met rugzak op en toen vroeg een vriendelijke jongen in een auto of ik misschien een lift wilde. Ik niet, antwoordde ik, maar misschien die jongen die ook de bus uit was gestapt en voor mij liep, wél en die nam de lift ook meteen aan. Het eerste moment dat er een kwartje viel: waar loopt die jongen eigenlijk heen, over de grote weg?  Daar ben ik nu dan achter: er blijkt een noodopvang voor vluchtelingen te zijn in een oud hotel,  met plek voor 210 mensen. 
De cirkel is dus weer rond, want waar ik nu woon, daar stonden eerst Molukse barakken. Ik had deze nog op de foto gezet in het Openluchtmuseum, waar binnen een Nederlands-Indische man kruiden aan het snijden was, die mij direct terugbracht naar de keuken van mijn oma. Even visualiseren: de huidige recreatieplekken, zoals waarop mijn boshuisje staat, daar is dus bos voor weggekapt en ik schat in, dat drie 
plekken van nu, vroeger plaats gaf aan één barak. Op de fiets naar Beekbergen door het bos, staan er nog een aantal, hergebruikt. Het hele terrein nu, is dus toegankelijk gemaakt, ooit voor ‘vluchtelingen’, nou ja, indertijd eerder dus mensen waar de Nederlandse samenleving geen raad mee wist.
Anyway: het is pikdonker in het bos, alleen een licht van mijn fietslamp, maar dat vind ik niet eng. Dus voortaan ga ik ook mijn grote uitstapjes naar grote steden doen vanuit mijn boshuisje.
En dit is één van de nieuwe liedjes die ik nu heb leren kennen door de Top 2000.


vrijdag 27 december 2024

Jezelf uitlaten; Openluchtmuseum

Ik heb mezelf eindelijk weer eens uitgelaten. Er zou geen regen vallen. Aangekomen bij het Openluchtmuseum zag ik de laatste flard mist wegtrekken en de lucht werd onbewolkt blauw met zon. Het was er afgeladen druk, auto’s stonden in de berm geparkeerd tot bij de buurvrouw Burgers Zoo, aan de rand van hun Safari, waar ik twee donkere neushoorns zag.

Wat een nostalgie. Daar zag ik in het Amsterdams cafeetje weer een tap, zoals deze er ook waren in de wijkcentra, dezelfde koffiekopjes en borrelglaasjes en de asbakken die ik in rijen heb schoongemaakt en heb afgewassen als laatste klusje van een dienst. Oude posters over vrouwenemancipatie aan de zuil.Er was Winterkermis met oude kermistoestellen van weleer, je kreeg twee vrijkaartjes. Ik wilde wel in de Rups gaan, die ik als kind ook een beetje eng vond, als je ratelend in het donker onder het groene doek golvend voortbewoog. Maar ik vond de rij te lang om te gaan wachten.

Wél naar het Zaanse dorp, dat stralend in de zon lag en aan de rand een blazersgroep, levende muziek is altijd leuk, en dan toch even een ouderwetse kerst-kerklied, de enige die ik dit jaar heb gehoord.


Met het andere vrijkaartje het Vlooientheater in. Ik had daar levendige voorstellingen van, dat je met vergrootglazen écht die vlooien kunstjes zag uitvoeren, eindelijk kans om het te zien. Tja en nu weet ik dus beter…Het was een kleine en authentieke tent die echt op kermissen heeft gestaan. 


Zo’n klein daglonershuisje, waar een heel gezin in één ruimte leefde, met twee bedsteden achter het vuur en dan in dezelfde tijd ook de rijke kersstafel van de grootgrondbezitter die de opperbazen van de dagloners met nieuwjaar uitnodigde voor een borrel en een geldelijk extraatje. Een ruimdenkende moeder vertelde aan haar kinderen dat het voor sommigen heel kerstig is om met de kerst een konijn te eten of fazant of kalkoen of ander vlees, vandaar die zwaan op tafel.
Mijn fiets was nat, dus er was nog wel degelijk mist aan de grond en op de terugweg werd dat allengs een dichte mist. Al fietsend bedacht ik ineens dat ik die uitdrukking ‘ik ga mezelf uitlaten’ die ik in het wijkcentrum vaker hoorde als iemand aan de bar had gehangen en het bijna sluitingstijd was, altijd verkeerd heb begrepen. Ze bedoelden waarschijnlijk: ik ga nu weg, voordat jij me wegstuurt; ik laat mezelf uit, voordat jij dat moet doen. Terwijl ik het altijd grappig vond en dacht dat het verwees, naar zoals je een hond uitlaat. 

donderdag 26 december 2024

Kerst: een nieuwe kans?


 Mijn mijmeringen dit jaar rondom het kerstverhaal speelden zich af rondom gedachten over eenvoud en dichtbij de natuur zijn. Maar op Insta plaatste Ellen een geheel ander perspectief en ze vertaalt hiermee een overweging van de Palestijnse christelijke dominee Munther Isaac in tekeningen. Beide zijn op Insta en YouTube te vinden. Hij wijst erop dat de situatie van Maria, Jozef en kind in feite een verhaal van vluchtelingen is, over een gezin dat tegen de verdrukking in, een weg en plek heeft moeten vinden. En dat verhaal van meer dan 2000 jaar geleden speelt zich op dezelfde plekken af als nu.


Het is een soort van oervraag en een oerverlangen: een eigen plek creëren waar het veilig is voor je, waar je zelf een thuis maakt en je op een eigen wijze kunt zijn die je bent. De authenticiteit van elke geboorte: daar ga je weer, daar komt een mens, wat zal er van haar worden? En toen gebeurde het, dat deze geboorte in deze nacht, wereldwijd elk jaar in herinnering wordt gebracht als zéér uitzonderlijk en dan hoef je niet religieus te zijn, om het toch vanuit elke vezel in je te kunnen bezingen, zoals Billie Eilish een paar dagen geleden deed.


Leven in verdrukking, onder druk, dat kan gebeuren door het grote politieke speelveld, de machthebbers die over de levens van tallozen gaan. Maar het kan ook aanwezig zijn, in één brein, in één mens. Niet in staat om met gemak je leven vorm te geven, je maakt in de ogen van anderen er een potje van, een zooitje.
Waar moet je uiteindelijk heen, met al jouw gebreken, wie geeft je de ruimte?
Heel aangrijpend vond ik een moeder die ik ooit een poos heb meegemaakt in een wijkcentrum. Ze had een zoon die verslaafd was aan drugs. Ze vertelde me dat hij al was opgenomen geweest en toen toch weer in huis kwam wonen. Maar hij stal geld van haar, ging zwerven, kwam weer terug. Elke keer weer opende ze de deuren voor hem. En toen kwam ze huilend vertellen dat ze een beslissing had genomen: hij was niet meer welkom. 
Daar sta je dan. Je wilt het beste voor je kind, maar je weet dat het jou niet gaat lukken en dat je er zelf anders aan onderdoor gaat. Bovendien verschaf je zelf de middelen voor zijn drugsverslaving, want niks in huis was meer veilig door hem. 
Dus je gooit de deur voor hem dicht. Er was geen plaats meer voor hem, in de herberg van wat ooit zijn eigen huis was.
 Ouders zullen dit niet snel doen, ze zullen hun deuren weer openen voor kinderen die het nest uit zijn gevlogen, gelukkig.
Maar wat, als je een vogel kent, die je met hangen en wurgen een eigen nest hebt zien bouwen, krakkemikkig, vol gaten en scheuren? En dat jij nou toevallig de tak in bezit hebt, waarop hij dat gedaan heeft. Is het dan aan jou, om deze tak toch om te zagen? Omdat dit misschien wél beter is voor de gehele boom?
Ben je dan niet die machthebber, die van een ander een vluchteling maakt? Deze vraag houdt mij deze kerst bezig.


Ondertussen plante ik op eerste kerstdag vijftig sterren in mijn bostuintje. Het kán zijn dat de wilde zwijnen ze zullen opgraven en ze opeten en dan is er in het voorjaar helemaal niks meer van over, behalve degenen die ik in een ronde plantenbak stopte, die hier verderop als oud vuil rondslingerde.
Dat risico, dat er verder niks gaat bloeien, dat neem ik. Want je blijft hopen en je wilt dat graag faciliteren: groei en lente-ontluiken.
  

maandag 23 december 2024

Away…


 Het stripverhaal voor mijn raam. Wakker worden, mooie dageraad, denken: ik stap straks op de fiets, naar de dierentuin! En dan wordt het bewolkt, de zon verdwijnt, het gaat regenen. Nee, dat ga ik niet doen, op de fiets in de regen… En dan verdwijnt ook dat en verschijnen er flarden met blauwe lucht. En dan weer zwaarbewolkt en dan weer zon; de vogels die door de bomen vliegen trekken zich er niks van aan. Maar ik ben een schijtluis en heb geen zin om nat te worden.


Ondertussen is dit weekend in New York de eerste sneeuw van het jaar gevallen, op de eerste meteorologische winterdag en de kortste dag van het jaar: 21 December. Het is alsof ik het zelf heb meegemaakt.
Mijn favoriete wandelaar liep zwijgend rond, precies het soort wandeling die ik zelf had kunnen maken. Beginnend in Central Park en dan via Radio City naar Rockefeller Center over de 6th Avenue en dan terug naar het park over 5th Avenue. Tevoren had hij een ander filmpje geüpload. Dat hij net in Central Park was gearriveerd, na een uur in de metro vanuit Queens, het was nog geen 9.00 in de ochtend, dat de sneeuw al aan het smelten was, dat hij die nacht van opwinding maar twee uur had geslapen. Ik herken zijn verrukt zijn en het was exact zoals ik zelf in November hier mijn huisje uit haastte om zoveel mogelijk sneeuw te kunnen zien.


Mijmerend, naar buiten kijkend, naar de weerswisselingen, kreeg ik plotseling een gedachte. Het christendom draait om twee voorwerpen: de voederbak en het kruis. Die markeren het hele verhaal. Het kruis is gaan overheersen. Hoe anders was het geweest, als het de kribbe, die voederbak was geweest. Zoals in dat lied: Away in a Manger. Helemaal veraf, achteraf in de marge van de drukke samenleving is er iemand geboren, die een nieuwe koning zou worden, van een andersoortig koninkrijk, dan de wereld kent. In een voederbak voor dieren. 


Uit een vrouw, die gewoon heeft moeten baren, zonder medische voorzieningen om haar heen. Er waren dieren, een os en een ezel, ze waren aanvankelijk alleen, zij en haar man en toen kwamen er een paar herders. Hij groeit op in de luwte, de zoon van een ambachtsman, een timmerman. Hij ging rondtrekken en vond zijn eerste vrienden, mensen van het water; vissers. Hun leven viel op door de eenvoud, het vertellen over liefde en geen onderscheid maken tussen mensen, niet oordelen en dat was helend, genezend. Punt. Was dit maar het verhaal geworden van het christendom, stond die voederbak maar centraal en die sterke vrouw in het begin; zijn oorsprong. 
Maar zo is het niet gegaan. De perversiteit van de mannelijke macht heeft gewonnen. Kerst is uiteindelijk in de Kerk een minder belangrijk feest, want Pasen zou triomfantelijk gaan overheersen. De man die aan het kruis is gespijkerd en is verrezen en alleen de man kan dit wonder opnieuw verrichten: de transformatie van brood en wijn in het lichaam en bloed en opstaan uit de dood. 
O,o,o…Maar die andere zijde van het verhaal, die geboorte in een stal, in de natuur, met heldere sterren , waar er eentje extra fonkelde, die blíj́ft. 


Ik volg de weerswisselingen voor mijn raam en luister naar dit lied. Deze sfeer,de gevoeligheid voor het geheim van leven, bij de geboorte van elk kind; het zou de voedingsbodem kunnen zijn van elke religie, maar in het bijzonder van het christendom.

zaterdag 21 december 2024

A ! ! ! !


De dominee Gremdaat vraag: Kent u die uitdrukking?…Deze dus:
 ‘ Voor een gesloten deur staan’; dat je jarenlang tegen een deur aanbonst en in herhaling almaar roept: Doe open!!! Maar tja, je bent machteloos: jij bezit de sleutel niet, van die deur, waarachter je wel meent dat jij daar ook thuis bent, dat het van jullie samen is. Maar wellicht heb je je vergist en is het achter die deur totaal onbewoond en wordt er niet geleefd. Of eerder: er was voor jou geen plek in de herberg.


En dan komt dit gedicht van Rumi, uit de Soefi-traditie, weer voorbij. En dan vergeef je het maar; al die mensen die geen deuren kunnen openen. Want wie de deur niet kan openen van haar eigen hart, ook voor al die gevoelens en ervaringen die je klein en broos en kwetsbaar maken, kan dat ook niet voor een ander.
Dan blijven hardheid, grootspraak en eigenwaan over. 
Eigen waan: Het gebeurt in de grote wereldgebeurtenissen. Rondom het klimaat, de oorlogen, de polarisatie: hét Nederlandse woord van 2024. En het gebeurt in het klein, tussen twee mensen. Fred Flintstone die heel hard de naam roept van die ander.

vrijdag 20 december 2024

Now and Then


 Zo, zo. Het is voor het eerst in een hele week dat ik de zon weer eens zie, en dat ik op de bank me er bijna in kan koesteren, ware het niet dat deze wat waterig is en alweer bijna omsloten wordt door de wolken erom heen. Gisteren evenzeer genoten van de regen die zacht op het dak van het boshuisje tikt. Zó genoegelijk om naar de bomen te kijken en naar de vogels die er af en toe doorheen vliegen. En in mijn blauwe Starksky &Hutch vest, die de tand van de tijd heeft doorstaan. Alweer 50(!) jaar geleden, toen de serie een hit was en de vesten het straatbeeld veroverden, heb ik er tijdenlang in … gewoond…kun je wel zeggen. En ook nu voelt het als een oude, jonge huid die ik terugvind en waarin ik mij opnieuw omwikkel; het past wel bij mijn cyclische tijdsbeleving.


Mijn ‘kerstboom’ verder opgetuigd, die nu ook voor het eerst gaat glinsteren door de zon. Met ballen die ik vorig jaar buiten in de struiken had hangen en de ‘paddestoelen’verzameling. In mijn stadshuis waren het vogeltjes.


Al surfend een nieuwe zangeres ontdekt. Ze is pas 24 jaar en komt uit de Bronx in New York. Net als Al Pacino: een talent dat in de buurt wordt ontdekt en daarin zitten dan mensen met netwerken die groots zijn zodat iemand toegang krijgt tot belangwekkende educatie om het talent verder te ontwikkelen. Voor mij ook gekoppeld aan de plek die New York is.
 Samara Joy heeft echter ook via TikTok en Insta zelf een podium gecreëerd. Bij de boodschap aan haar, waar ze wordt opgewacht bij de schuifdeuren van een metro-train, dat zij voor een Grammy is genomineerd (en ondertussen al drie keer gewonnen), maakt zij een brullende vreugdedans in de gangen van de subway.
Er zijn filmpjes waar zij in alle glamour, met feestelijke jurken en mooie kapsels zingt, maar hier zie je haar in de studio, gewoontjes. Maar wél opvallend: al die oudere musici die zij om zich heen heeft, weer in NY-diversiteit, al zit er geen Aziatisch persoon bij.
Het lied Now and Then raakt wel een gevoelige snaar bij me. Het gaat over al die afwezigen; de levenden en de doden die je voor altijd in je hart bij je draagt.

woensdag 18 december 2024

Een vogel in de hand


 Het is met een soort van opluchting dat ik straks weer naar mijn boshuisje vertrek. Het is niet te doen: hier elke week zijn, voor de eventuele verklikkers aan de Woningbouwvereniging… Het is alsof ik me in een soort van twilightzone bevind.
Ik ga het eventuele risico maar voor lief nemen. Exact de houding waarmee ik ‘de regelmatige logé’ hier ook een stek heb gegeven.  Wél van dit nu een hard feit maken: dat hij hier voortaan 2-3 dagen en nachten niet meer is; en daarmee is hij feitelijk een zéér regelmatige logé, vanuit zijn ouderlijk huis. Dat hoeft dan niet te betekenen dat ik tijdens zijn afwezigheid hier dan die dagen altijd moet zijn, is nu mijn conclusie. 
Terug naar de de houding van Franciscus: leven met weinig bezit, de controle uit handen geven; een vogel in de hand, die ook zó weer kan wegvliegen, het zij zo.

dinsdag 17 december 2024

De stad, de winkeltjes, lezen


 Vroeger, in de oudheid, ging ik standaard met de oppaskinderen, met buggy en al naar de maandagochtend markt en daarna gingen we wat drinken en eten bij de V&D boven, die heel goed geoutilleerd waren voor baby’s en peuters, er waren hoge kinderstoeltjes en flessenopwarmers. Daarna terug naar huis voor het middagslaapje. Nu was ik er voor het eerst in de regen en donker weer, en ik kwam niet voor de markt; gewoon wat slenteren, winkeltje in en uit in de Lange Hezelstraat, die ooit bedacht heeft dat alle moderne gevels wegmoesten zodat de oude sfeer terug zou komen. Nu voltooid en daar zijn nu de leukste alternatieve plekken en vintagewinkeltjes van de stad.
Op de markt liepen altijd veel buitenlandse mensen en studenten, maar in deze straat flaneerden nu vooral de jonge grijze pensionado’s. Waarvan ik er nu zelf ook eentje ben, dus. Pas in de middag kwamen daar dan de studenten bij.


Ik kocht er bijna een vintage kersthanger, een voor mij, kruising tussen een kerstman en een oude kabouter, op een gouden blaadje met de maan en twee sterren aan zijn zijde en ik viel vooral voor zijn jonge, verbaasde blik. Al bijna bij de kassa bedacht ik ineens: waarom weer meer zooi in huis, maak er een foto van, da’s toch ook genoeg? En zo geschiedde.
Ik eindigde de dag in de bieb, waar ik tot sluitingstijd tijdschriften en kranten las.


Maar eerst las ik tot over de helft in de beste stoel in de boekhandel, als een troon, in De Mierenkaravaan, één van de twee boeken voor de boekenclub. Nu hoef ik het niet te kopen, want het is nu ook als luisterboek beschikbaar in de online-bieb. Het is wel het soort boek dat op papier aan de leeservaring bijdraagt. Handzaam, niet al te dik en ik weet nu dat het in vier seizoenen het verhaal vertelt en het begint in de herfst. Het gaat over een biologische tuinderij en over Kiek de eigenaar, die de diagnose van MS krijgt en hoe het nu verder moet met haar bedrijf en alle vrijwilligers, wier perspectief er ook doorheeen vervlochten is. Evenals die van de talloze dieren en organismen, zichtbaar en onzichtbaarder, die op de tuin leven. De haas, de prei, de mesthoop. Het boek brengt je in een aparte staat van tijdloosheid, cyclische tijd en doelbewuste tijd mengen zich, het grote perspectief wanneer je alles tracht te overzien én dat van de ademende aarde en de krioelende chemie die al het leven in zich draagt.
Heel fijn om uit te luisteren in mijn boshuisje, schat ik in. En dit werd zo’n dag die ik daar weer nooit zo kan beleven.

maandag 16 december 2024

Christmas Spirit. The Snow Sister


 Wat is het toch een vreselijk weer. Stromende regen, waaiende bamboe vanuit het raam in mijn stadshuis, geen weer om een stap naar buiten te zetten. Hoe anders beleef ik dit in mijn boshuisje.Daar is elke weergesteldheid een fenomeen om te bekijken, te mijmeren, stil te zijn. Maar ja, dit stadshuis voelt allang niet meer aan als ‘mijn thuis’… 
Wel fijn wat Christmas spirit tot mij genomen op ‘de grootste kerstmarkt van het Oosten’, óók volkomen in mist en regen.Ik ben een echt ‘volksmens’, ik vind het een waar genoegen om zomaar wat mensen bij elkaar te zien komen, met geen ander doel dan het hart wat verwarmen. 

Gewoon die populaire kerstdeuntjes in de koepelkerk. 

Het toppunt van serieusheid was ‘Halleluja’ van Leonard Cohen, dat ook volkomen vervolkst is door talentenjachten, waar elke beginnende stem zich eraan waagt. De donkere en duistere kant van het liedje geheel weggevlakt en uitgegumd. Het is wél, één van de weinige momenten dat je het woord ‘halleluja’ nog hoort bezigen bij niet-christelijken; de ongelovigen.

In mijn boshuisje mij ook nog in de Christmas spirit gehuld, met deze ontroerende en lieve film in een winters Noorwegen. Wat doe je met gemis en de dood? … Zware thema’s maar werkelijk verpakt in een Kerstfeest- jasje. Dát is de Kerst steeds meer geworden voor de ongelovigen: iets aanwakkeren van magie, die altijd ergens nog wel flakkert, op zoek gaan naar de rijp geworden kinderziel.

vrijdag 13 december 2024

Dodelijke Blob.


 Opdracht aan mijzelf. Hoe lang kan ik naar dit gezicht kijken zonder bevangen te worden door diepe somberheid en bitterheid? Zoals de de dementors bij Harry Potter, die alle vreugde en geluk uit je zuigen. En dan je beseffen dat deze man jaren en jarenlang in die staat geleefd heeft. Aangedaan door medemensen; ik vind het de hoogste graad van horror en wreedheid. Mensen die een ander mens martelen, dat is toch anders dan soldaten die elkaar op het slagveld afmaken. Daar wordt elk mens anoniem. Maar hier weet je: deze mensen waren met elkaar in één kamer en elke kreet van pijn, elke schreeuw van onmacht werd gehoord, sterker nog: het werd gecreëerd om de ander helemaal te breken.


Vandaag was het omgekeerde van gisteren; het ellendige nieuws kwam nu bij mij binnen. Zoals over deze zeevogels bij de kust van Alaska. Ze spoelen met duizenden (62.000) dood aan, veroorzaakt door de opwarming van de oceaan, die The Blob is gaan heten. Een verstikkende bubbel van ellende die verderf, verdriet en dood zaait…
Nog een ander bericht kwam heel dichtbij: het blijkt dat in vakantieparken in Nederland, Latijns Amerikaanse vrouwen, bijvoorbeeld uit Colombia, die via Spanje naar Nederland worden gesmokkeld, worden gedwongen tot sekswerk. Erbij een foto van het achtertuintje van zo’n huisje, met uitzicht op groen en een bosrand, precies zoals bij mezelf. En ja, ik kan mij meteen voorstellen dat dit kan. Ik zie vaak dagen geen mens. Dus een nette man huurt een huisje, stopt daar een aantal vrouwen in en brengt met een auto de klanten af en aan. Niemand die het opvalt. De inventiviteit van het kwaad: waar kun je je in Nederland nog verstoppen? Juist ja, in een bos. Ook hier de concrete wreedheid. Dat je elke dag die uitgebuite vrouwen ziet, die geen idee hebben waar ze zijn en dus geen kant op kunnen. En dan al die mannen die dit gewoon vinden: naar een vakantiepark rijden, om daar aan je trekken te komen. 


Ik dacht aan de vele immigranten in het straatbeeld van New York, waarvan je weet dat velen niet de papieren hebben om er te zijn. In de metro bijna elke rit, vrouwen met baby’s in een lendendoek die snoep en chocolade in een draagbaar bakje verkopen. Het is een verkapte vorm van bedelen. Want meestal zie je andere metrogangers ze geld geven, zonder het snoep te hoeven hebben. Eén stap verder is over het strand met een rugzakje en plastic zakken vol koopwaar, en als je het dan beter hebt, dan koop je een karretje. Dan heb je  wel al een werkvergunning. En mét een status, als erkende inwoner van NY, dan kun je een eetkar kopen. De hele dag aanwezig, ook op zo’n beetje vervelende plek, waar je de strijd aan moet gaan met de duivenpoep. 
In Queensbridge is het grootste woonproject, ooit gebouwd voor immigranten, met gezamenlijke tuinen rondom de hoge woonappartementen,  en ontmoetingsplaatsen binnen en gezamenlijke wasmachines.
En je kunt ook aan de top van de ladder komen. Dan stap je met je gezin  goedgekleed de metro in met een buggie voor je baby of je wandelt met je hond op een zondagse markt in de Upper West Side van Manhattan. Al die anderen, zoals op het strand: ze kennen elkaar, pauzeren bij elkaar, maken praatjes in een kringetje in het zand op het einde van een zomerdag, als de grootste drukte geweest is. Ik heb het idee, dat al deze immigranten, legaal of illegaal, wél hun eigen sociaal netwerk en vangnet hebben. Hoe anders dan die vrouwen die via mensensmokkelaars, in feite moederziel alleen vastzitten in een vakantiehuisje…
Ik bekeek weer eens het liedje voor de Barbiefilm van Billie Eilish: What Was I Made For? Het krijgt weer een heel andere lading in het zicht van al dat doelbewuste menselijke kwaad, die dodelijke Blob, waar geen ontsnappen aan mogelijk lijkt.



donderdag 12 december 2024

Kerststemming


 Heerlijk. Om weer in mijn boshuisje te zijn. Grootste voordeel van een paar dagen weg: geweldig weer de stilte en de natuur rondom je bewust appreciëren, in plaats van het gaandeweg gewoon te vinden. 
Meteen met Lidl de ‘kerstboom’ van het jaar gemaakt; een klein rood kerststerretje in de pot van de Ficus Benjamin, met twee dennenappeltjes-takken, gevonden op mijn wandeling van de bus terug, in de grond gestoken en de vier kerst’ballen’ erin opgehangen. Ik hoefde niet te twijfelen bij de aankoop ervan, met de watermeloen, symbool van het Palestijnse verzet, en een grote aardbei, een van mijn lievelingsvruchten. Uit de oude verpakking van de paprikachips wat glitterslingers geknipt.

Ook twee fijne kerstverhaaltjes uit de New York Times: Eindelijk eens een leuk bericht uit Rusland. Russische wetenschappers zijn bezig om de Siberische tijgers weer in het bos te introduceren en met succes. Deze twee tijgers, groeiden als baby met elkaar op en werden na 18 maanden in het wild weer losgelaten, met 120 mijl afstand van elkaar. Maar Boris wandelde vrijwel in een directe lijn weer naar Svetlaya en niet lang daarna hadden ze een nest met jonge welpen.

Een favoriete wekelijkse rubriek in dezelfde krant is Metropolitan Diary, vol hartverwarmende anekdotes van New Yorkers in hun stad, zoals bovenstaande. 

En daarna zag ik dit op Insta. Meteen een voltreffer in mijn hart. Troostend. Je weet niet wie de ‘you’ is, waarnaar men zich richt. Dat doet er ook niet toe. Het is de ervaring dat je het niet zélf bent, die je kracht geeft.


woensdag 11 december 2024

Hartstochtelijke vrouwen; Birds of a Feather


Als ik deze miniatuur zie, uit de twaalfde eeuw, van een vrouw, Maria de France, die fanatiek gedichten schreef, ze staat bekend om een verhalende collectie liefdespoezie,  dan denk ik: gelukkig dat dit is bewaard, want het laat zien dat vrouwen altijd óók zelfstandige, hartstochtelijke voelende wezens zijn en geen aanhangsel van mannen, zoals wereldwijd nog steeds en steeds méér, voor de waarheid wordt aangenomen. Ja, in het verlichte Westen wordt, notabene door uiterst rechts, de schuld dan bij de Islam gelegd. Terwijl de door hen bejubelde Joods-Christelijke traditie even erg kan zijn. Wilders kan wel het woord ‘kopvoddentaks’ geïntroduceerd hebben, maar ondertussen lopen alle Joodse vrouwen ook met pruiken op rond, omdat alleen hun man hun echte haar mag zien. Dat valt niet op in een westers straatbeeld, maar het is in feite ‘erger’ dan een hoofddoek. Zo’n harige pruik kriebelt in de zomer op je hoofd, terwijl hoofddoeken ook nog eens de functie hebben om in de zomer het hoofd te beschermen tegen de hete zon en het in de winter beschut en warm kan aanvoelen. 
Er ging toch elke dag een lichte huiver door mij heen, toen ik vorig jaar in New York in de late avond door een orthodoxe Joodse buurt liep naar mijn overnachtingsplek en dan de koppen op tafel zag in de verlichte huiskamers, waar al dan niet de pruik al aan was opgehangen. Terwijl de mannen tot ’s’avonds laat op straat liepen van en naar hun leerhuis.
En de christelijke Tertullianus, een theoloog uit de tweede eeuw, gaf mensen de dreigende, retorische vraag mee: ‘Realiseer je, je niet, dat Eva ook in jou zit?’ Eva, de bron van het kwaad, de slechte vrouw tegenover moeder Maria die zonder zonden is: dat waren de enige twee opties voor vrouwen en dat telt tot en met nu in de Katholieke Kerk: vrouwen kunnen geen priester worden, de ‘heilige preek’, met daarna de Eucharistie ,waar wijn en brood het bloed en lichaam van Christus worden, mag alleen door mannen worden voltrokken. Vrouwen betekenen niks binnen de katholieke clerus: Nu is er weer Thomas Quartier, ooit theoloog van het Vaderland, hoogleraar Katholieke Liturgie en monnik,  en nu komt zijn emotionele en seksuele misbruik dan aan het licht: Hij verleidde een jongen door hem steeds over een grens te trekken: door met hem op één kamer te willen slapen, want dat hoort bij een goed huwelijk. Uuh?!


Als ik deze video zie, van Billie Eilish, die deze maand 23 (!) jaar wordt, waar ze een lied zingt dat alweer is voorgedragen voor een Grammy, net als haar album Hit Me Hard and Soft, een heel direct liefdesliedje, waar ze ook niet te beroerd is om de ander ook met ‘full of shit’ te bejegenen, zo gaat dat in de hartstocht, dan denk ik dat de mensheid toch echt wel heel veel is opgeschoten. 
Vrouwelijke sterren bereizen de hele wereld, ze kunnen doen en laten wat ze zelf willen, ze hebben een miljoenen publiek, zoveel mensen relateren zich aan hun muziek. Het intrigerende van deze video is voor mij, dat zij hier tegelijk zo’n klassieke uitstraling heeft; die van een oudere ziel in een jong lichaam. Over dertig jaar kan ze er nog exact zo uitzien, alleen maar met wat grijze haren erbij en een rimpeltje en het liedje zal zeker de tand van de tijd weerstaan: Birds of a feather, we should stick together… Een krachtig beeld, ik zie erin besloten dat alle veren dichtop elkaar gepakt, vleugels geven, waarmee je kan opstijgen, verlost van de zwaartekracht. 
Billie Eilish produceert en verzint ook al haar muziekvideo’s en hier zie je wél een bijna 23 jarige, in haar eigen ontwikkelde kledingstijl: alles los om haar lichaam, te groot, een beetje jongensachtig. Een onzichtbare kracht die aan haar trekt en haar doet wankelen en vallen. Tegelijk zit er in haar blik ook iets licht ironisch. 


dinsdag 10 december 2024

Retired Playground Animals; Raar.


Tot mijn verbazing komt bovenstaande plek tevoorschijn in een artikel over The Freakiest Places in Town, in de New York Times. Andere foto’s zijn louche nachtclubs, een politieagent in een zeventiger jaren foto, die vastgeplakt lijkt  aan een muur met graffiti in de metro, gek verklede mensen met dierenoortjes, geschminkte gezichten en glitterpakken. Wat doet deze plek daartussen? Ik was er ook: in Flushing Meadows Coronapark in Queens, ooit aangelegd om een wereldtentoonstelling te herbergen. Ik vond het wel een sympathieke plek: dat men erop is gekomen om oude dieren van speeltoestellen als het ware een fijn bejaardentehuis te geven.


Ze hebben uitzicht op de grote stalen wereldglobe, die toen in het centrum van de landenpaviljoens stond, op die wereldtentoonstelling. Een staaltje (no pun intended) indertijd van technische vernuft: nog nooit vertoond, zo’n gigantische object van buigzaam staal, geschonken dus door Amerika om te pronken met de eigen kennis. Nu staat het wat verloren, in een niet werkende droge blauwe fonteinbak. Het hele park is wat verloren, met heel tamme eekhoorns, misschien wel omdat er zo weinig mensen zijn, ze hoeven zich nooit bedreigd te voelen.


Misschien is het ook wél een gekke plek: de moeite die genomen is om die oude speeltoesteldieren daarnaartoe te verplaatsen, met het nadrukkelijk verzoek om niet op ze te gaan zitten of ermee te gaan spelen: ze zijn immers met pensioen. Wat doen ze daar? Waarom niet geplaatst midden in het centrum van Manhattan ofzo, bijvoorbeeld in Central Park? Nu verblijven ze in een park dat nu iets megalomaans heeft, omdat het leeg is, er geen wereldpaviljoenen meer zijn en die dieren de hele tijd een uitzicht hebben op een wereld waar zij geen toegang meer tot hebben.
Misschien sla ik aan op dit bericht, omdat het op de een andere wijze, ook aanvoelt als waar ik zelf ben: het door en door bekende uitzicht vanuit mijn raam in mijn stadshuis, maar met het besef dat ik véél liever in het bos ben. Dat ik hier zo’n beetje moet zijn voor de onzichtbare ogen van anderen. Dat een reis van bos naar stad mij bijna een dagdeel kost, maar dat ik dan aankom, ergens waar het ook helemaal niet anders is, dan waar ik vandaan kom. Thuis? Zoals die gepensioneerde dieren. Er wordt aan hen toegedicht dat ze er fijn aan het relaxen zijn, helemaal gelukkig. Aan mij moet nu het verhaal gaan hangen, dat het hier is, waar ik woon. ( Wat, tegelijkertijd ook zo ís) En ik weet niet eens zeker óf iemand staat te wachten op dat verhaal, óf er wel ogen op mij gericht zijn. Dat is eigenlijk, inderdaad, best Freaky: Raar.

zondag 8 december 2024

Tales of the City


Gisteren, vanuit een N.Y.-achtige kertsmarktensfeer, naar kasteel Spelderholt bij Beekbergen. Na de tenten buiten bekeken te hebben, toch maar niet het kasteel zelf in; er stond een rij, alles is zo klein, ik blijf 1,5 meter afstand van een ieder toch het prettigst vinden. Hoe subtiel je doen en laten veranderd, nu ik weet dat ik morgen weer naar Nijmegen moet: Anders was ik wel naar de Netfabriek in Apeldoorn gegaan voor een andere kerstmarkt. Dat voelt nu aan als teveel onrust: om mij hier geworteld te blijven voelen, ‘moet’ ik hier ook in alle rust kunnen verblijven…Of dat gaat lukken met drie dagen in mijn stadshuis, dat is de uitdaging.


Ondertussen heb ik de laatste hand gelegd aan het isoleren van het boshuisje. Een nieuwe doek van oker met eronder een witte fleecedeken, in de uiterste hoek. Bij de terrasdeuren, een deken en knuffels tegen de kieren. Toen ik hier kwam, koelde het s’nachts af tot 12-13 graden, zonder enige isolatie. Nu is het 16 of 17 graden, ook als het buiten al wat gevroren heeft. Ik ben hier erg tevreden over.
Deze week las ik in drie boeken tegelijk van ‘Tales of the City’, van Armistead Maupin. Gewonnen bij de Sinterklaasdobbel. Ik dácht er nog nooit van gehoord te hebben, maar het bleek dat ik de laatste serie op Netflix met veel lol wel al verslonden had. Het is de follow up, die zich twintig jaar later afspeelt, dan waar het start: in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. 


Alles speelt zich af rondom 28 Barbara Lane in San Francisco, een groot huis op een rots, vol bewoners, met de eigenzinnige Anna Madrigal als hospita, die al haar huurders als haar kinderen beschouwt. Als welkomskadootje aan Mary Ann Singleton, die op 25 jarige leeftijd groen uit Cleveland komt, geeft zij een joint, zelfgekweekt uit de tuin. In het huis wonen allerlei kleurrijke types en Anna is zelf als jongetje geboren, maar daar kom je pas later samen met Mary Ann achter. 
Het is de tijd waar de seksuele revolutie nog woedde en geëxperimenteer aan de orde van de dag was, maar ook al de tijd dat Aids de eerste slachtoffers maakte. Armistead Maupin schrijft uit eigen ervaring; hij verloor in 1982 al een goede vriend aan aids. Alle dialogen, de grapjes, het is allemaal heel flitsend, dynamisch en vol humor geschreven en door de drie boeken, die samen een heel aantal jaar beslaan, weet ik dus al dat Mary Ann uiteindelijk een succesvolle talk-show host wordt.
Eigenlijk wist ik het al, want in de nieuwste serie keert zij terug, vanuit New York, om de negentigste verjaardag van Anna Madrigal te vieren, er is dus een reünie van alle bewoners, aangevuld met de nieuwe generatie. 
De eerste serie uit 1993 blijkt ook nog op YouTube te vinden te zijn, en het is leuk dat het dezelfde acteurs zijn, die toen dus meer dan twintig jaar jonger waren.
De hele sfeer van Tales of the City brengt mij terug naar een deel van mijn eigen verleden. Toen ik regelmatig in Villa Lila kwam als vrijwilliger, zowel achter de bar en als ‘bi’ met GoBi, de groep die ook haar ruimte kwam claimen…Ach, dan is er echt wel wat veranderd: ik kom nog uit de tijd dat er direct in mijn gezicht werd gezegd dat ik eigenlijk niet bestond. ‘Doorgewinterde’ homo’s en lesbo’s meenden dat je vlees nog vis was en niet durfde te kiezen.
Voor hetero’s is niks van die subcultuur aanwezig of verstaanbaar, denk ik. 
Het is de angst van deze tijd, met die hang naar autoritaire leiders, met hun zwart-wit versimpeld wereldbeeld, dat alles wat ooit gewonnen is, nu de nek om wordt gedraaid en intolerantie de mainstream wordt. De draai van Elon Musk naar rechts wordt óók verklaard, omdat hij een transgender dochter heeft, wat hij verafschuwt en die voor hem geen recht van bestaan heeft. Hoeft ook niet, in het kielzog van Trump en alle conservatieve religieuze genootschappen, stromingen en kerken, waaronder natuurlijk ook de Katholieke.
Tales of the City: je kan alleen maar blijven hopen dat deze verteld blijven worden, in al hun kleuren rijkheid. Dé mens bestaat niet, is nooit voor één gat te vangen. Er is alleen maar eindeloze diversiteit.


vrijdag 6 december 2024

Knusheid; gezellig


Dit jaar kreeg ik later in de lente nieuwe achterburen. Met haar drieën in één huisje, twee vrouwen en een man, geen idee hoe de onderlinge verhoudingen zijn, wel dat er een heterostel is, dat uit het westen komt en dan een andere vrouw uit Dieren. Ze namen een hele caravaan aan anderen mee; hun tuintje vulde zich met kobolds en kabouters, egels, konijntjes, vlinders, uilen, vogeltjes, eekhoorns, kikkers, een hertenkop aan de schuur, plastic gekleurde bloemen, enzovoort. Gezellig. Maar naarmate de herfst vorderde, werd het steeds leger en nu staan er slechts zes psychedelische paddestoelen en één flamingo. Iedereen is vertrokken, wellicht tot de lente?


Op de een of andere wijze zei mijn brein tegen me, dat er eigenlijk geen verschil is met de wijze waarop Maria vereerd wordt, over de hele wereld. Ze verschijnt in de natuur in een grot bij Lourdes, of bij zee, ze heeft een zwart voorkomen in Mexico, Giotto beeldt haar ‘heel gewoon’ uit, wanneer zij Elizabeth ontmoet, op iconen wordt ze van goud, vaak in innige omhelzing met het kindje Jezus. Thuis hadden we ‘een Indonesische Maria’, zoals moeder haar noemde, met sarong en kabaya, toen ik kind was deden we er een avondgebedje en ze staat nu op een boekenplank in mijn stadshuis.
Uuuh?…Wat is de overeenkomst dan met al dat leven bij mijn achterburen? Nou, precies dát: de mens of eerder: véél mensen hebben het verlangen om een wereld om zich heen te scheppen, die anders is, dan die van de konkrete, tastbare, zakelijkheid. Maria is dé figuur geworden waar zachtheid, zorgzaamheid, het helen van wonden en verdriet aan toegeschreven wordt, ze maakt de wereld dragelijk. Dat hele universum in het tuintje van de buren doet hetzelfde; fijn allerlei schepselen knus bij elkaar en toen het kouder werd en de winter kwam, ja, toen gingen ze naar binnen. Of ze in dozen zijn opgeborgen nu, zo’n beetje zoals nu de kerststal weer wordt uitgepakt, ik weet het niet.


De bekendste kersboom in New York is die op Rockefeller Plaza, met het gouden beeld van Prometheus en de ijsbaan eronder. De traditie is begonnen in 1931. Arbeiders die bouwden aan Rockefeller Center hebben spontaan geld bij elkaar gescharreld voor een boom en ze tuigden deze op met eigengemaakte versierselen, waaronder strengen met rode cranberry’s. Sindsdien is er dus elk jaar een boom, die nooit gekocht wordt, maar een geschenk is. Dit jaar van een familie wier moeder verpleegster was en in de COVID tijd is gestorven. De boom stond op hun familie-erf en zij hebben deze er meer dan 60 jaar geleden geplant, toen zij dus nog een jong stel waren. Er was geen mogelijkheid voor een mooie begrafenis en nu wil de familie haar eren.Hun moeders zorgzaamheid stond bekend in de omgeving en zij zou trots zijn geweest dat hun boom nu midden in New York staat en zoveel mensen ervan gaan genieten. 
De foto van die arbeiders bij Rockefeller Center, die hoog in de lucht aan het pauzeren zijn, is iconisch geworden.
Het heeft allemaal een soort van knusheid, waarin ik geloof.

donderdag 5 december 2024

Mistig mos bos


 Door een mistig en mossig bos wandelde ik weer terug naar mijn boshuisje. En ook langs een stukje dood dennenbos, helaas. 
Stromende regen nu, en de wind waait door de bomen, ‘makkers staakt uw wildgeraas’.

woensdag 4 december 2024

Rainbow Connection


 Het blijft een besef: Als ik in New York zou leven, dan zou ik mij van harte verbinden aan de vele rituelen die de stad je geeft. De stad kán dat geven, door de inwoners die in al hun diversiteit en met hun eigen achtergrond meedoen aan deze rituelen. En alleen daarmee al, maakt het ritueel haar bestaansrecht waar: in een gezamenlijke activiteit ben je bereid om over je eigen grens heen te kijken en iets te vieren, waar iedereen naar verlangt; schoonheid, feestelijkheid, het uitleven van je verbeeldingskracht, sprankeling.
Na de Halloween Parade en de Thanksgiving Parade zou ik nu dus naar de Tree Lightning Ceremonies gaan. Overal in de stad worden de diverse kerstbomen aangestoken. In Bryant Park met een grote show op het ijs (die verder ook gratis te beschaatsen is), waar ook Olympische kampioenen kunstschaatsen aan meedoen. Rockefeller Center heeft ‘The Rockets’ een dansgroep vergelijkbaar met de rijtjesdansers van Folies Bergères in Parijs. Je kunt ook een paar dagen eerder naar de generale repetitie gaan kijken, ook niet weg. Op de F en de Q lijn van de metro rijden er het hele winterseizoen oude treinen uit de jaren 30 en dan is het de bedoeling dat je meedoet, verkleed in de kleren uit die tijd.
In de botanische tuin van Brooklyn is alles er spectaculair en sprookjesachtig verlicht, in de tuin in Queens is er een groots treinlandschap opgebouwd, het stikt er van de kerstmarkten en schaatsbanen, in Central Park kun je in de boom die speciaal voor overleden huisdieren is, je eigen dierbaar dier een plekje geven, in Lincoln Center is er een diversiteit aan artiesten uit verschillende culturen die deze feestelijke Decembermaand bezingen. Op Times Square kun je jouw wens weer in de bol stoppen, zodat die bij het Nieuwe Jaar tezamen met al die andere wensen als confetti door de lucht gaan dwarrelen.
Enzovoort. 


Die hele sfeer, van verlangen en hoop en pure speelse vreugde, zit allemaal wel in dit liedje. Iedereen wil dat wel, als je jouw cynisme en nuchterheid terzijde schuift: Een Rainbow Connection.


maandag 2 december 2024

Raar; in mijn stadshuis


Het is van harte tegen mijn eigen vrije wil, dat ik nu dus drie dagen in mijn stadshuis ben. Ik kwam aan en dacht: wat doe ik hier?! O, ja, ik moet de indruk wekken dat ik hier woon. Maar zo voelt het niet. Ik woon in mijn boshuisje. Maar ja, ik woon er tegelijkertijd wél natuurlijk… ik ben alleen veel liever ergens anders. Het is toch raar dat ik niet de vrijheid heb om op een eigen wijze verantwoord om te gaan met de ruimtes waarin ik verblijf…
Dus ik schuifelde veel rondom het huis: aarde wegsteken aan de zijkant, flink aanstampen in de omheining. Ook dus, zodat buren mijn aanwezigheid kunnen zien. Want zij zijn de eventuele spionnen. 
Dat moet ik maar elke dag doen, dat ik hier ben: iets in de tuin doen, rondscharrelen buiten, om gezien te worden. 
En die bomen moeten dus weg: de berkenboom en de kastanjeboom, die met hun takkenstelsel mij hebben beschut en mij het gevoel gaven dat ik toch een beetje echte natuur om mij heen had. En tja, het blijft wel wat tegenstrijdig, denk ik nu: zou die nog veel grotere boom op de stoep dan géén overlast geven in het riool?
 Ik doe het eigenlijk voor buurvrouw P. die na het overlijden van J. vooral panisch is voor elk blad dat in haar tuin komt, mijn ‘natuurtuin’ is één grote dreiging voor haar. In de lente zei ze snikkend dat ze voor het eerst onkruid had weggehaald en ze wist niet hoe een snoeischaartje te hanteren: ‘knip-knip-knip’: zo  heb ik toen wat klimopblaadjes die door de schutting piepten, weggehaald. Elk blaadje minder gaf haar verlichting. Zij zal blij zijn, dat ook de klimop op mijn berging (vol vogelnestjes, insecten en bessen) helemaal verdwijnt. ‘De mens gaat bij mij voor de natuur’, zei ik tegen de mannen van de Woningbouwvereniging. Ik gun haar dat ze in haar huis tot rust kan komen en niet de bedreiging voelt van mijn tuin.
Voor het eerst na vier (!) jaar zat ik weer boven bij het tuimelraam, op een doordeweekse dag in de diepe herfst, december. In mijn boshuisje is het een dagelijks genoegen om het donker te zien worden. Langzaam verdwijnt al het licht en dan komt er een moment dat de contouren van de bomen verdwijnen in de inktzwarte nacht. Pas later komen er dan sterren en de maan. 
Zo donker wordt het in de stad niet. Er blijft licht in de lucht. Straatlicht, fietsers, tuinlampen. Het voelde ook aan alsof ik even via een tijdsmachine terug was in mijn verleden. Raar: mijn huidige zelf, ziet mijn jongere zelf hier vertoeven en ik ben tegelijk niks veranderd. Want ook hier zat ik veel aan mijn bureau boven, en liet het donker worden. De dag die vertrekt, de avond die komt.

 

zondag 1 december 2024

Eeuwige jachtvelden. Mary Angelou

Gisteren bracht ik de middag door in ‘de eeuwige jachtvelden’ op de Hoge Veluwe. Er is daar een weg met veel water waar je langs kan lopen, en opnieuw kom ik dan niet verder door van de ene zompige graspol naar de andere te springen. Ik probeer het wel, maar zie dan mijn beperking; met mijn slechte fijne coördinatie moet ik mijn geluk niet te veel tarten.

Het is zo mooi, het wijdse en de details, in mijn eigen schaduw zie ik de dierbaren die er niet meer zijn. Broer en Vader, wiens verjaardag het was. 

Ik zie de onrust van het leven om mij heen, dat beweegt en kroelt en vanuit die ene tere stengel geworteld is. Bovengronds elk alleen, uniek en op zichzelf staand, ondergronds is alles met elkaar verbonden.

De ruimte van de lucht is van iedereen en uiteindelijk is daar een verdwijnpunt, waar we als stof in oplossen.


 Vanochtend kom ik in een gedicht terecht van Mary Angelou, die ik maar beschouw als de zondagse preek. Dat er elke ochtend in het moment van opstaan, ook in elk zelf, een vonk is, die reikt.


Het blijkt het laatste gedicht te zijn in een optreden vol poëzie. Over de verschillende soorten van liefde die er bestaan en de kracht van de menselijke geest. Ik bekijk het als het ware op het puntje van mijn stoel; elk woord telt en alles aanwezig.