Vroeger had je van die radeerpatronen. Er was een klerenmaak-tijdschrift en daarin zat een inlegvel vol lijntjes met stipjes en streepjes, kriskras door elkaar. In het tijdschrift zocht je een kledingstuk uit en dan begon het raderen. Op vloeipapier volgde je met een klein instrumentje met een tandwieltje eraan de lijnen van het door jouw begeerde en dat werden dan de patroonstukken die je vervolgens op stof legde, aan elkaar naaide en kláár was je uiteindelijk: de verschijning van een nieuwe broek, jasje of whatever.
Geduld had je ervoor nodig en de mensen bezaten dat nog, want wie naait er tegenwoordig nog de eigen kleren? Wat fijn was, dat je op een gegeven moment een aantal favoriete patronen had van kledingstukken die je als gegoten zaten. Dan hoefde je al dat radeerwerk niet meer te doen, alleen maar nieuwe stof kopen en het anders afwerken en dat scheelde een hele hoop tijd voor het maken van iets nieuws.
Patronen: het zijn dingen die mensen ook altijd ontwikkelen onder elkaar. Het sociale leven, werk en vriendschap en familiebanden: ze drijven op patronen. Zó doe je dat met die, en zus met een ander en dat geeft alles iets vertrouwds en bekends. De beginactiviteit van elk nieuw kontakt bestaat uit het raderen van een patroon met elkaar. Onderschat wordt, hoe belangrijk die begintijd is: een eenmaal geradeerd patroon wordt het kledingstuk waarin je beide woont.
En dan kan het gaan gebeuren, dat patronen gaan knellen. Een van de grootste uitdagingen is dan, om tóch met zijn allen naar het al geradeerde patroon te gaan kijken. In familieverbanden is dat het allermoeilijkst, want familie ontkomt niet aan elkaar. Je hebt het met elkaar te doen. Er moet heel veel gebeuren, willen mensen breken met de eigen familie.
Familiepatronen zijn heel moeilijk te veranderen. Voordat je er erg in hebt, blijft een Ouder in een ouderpatroon zitten en dwingt zo de ander om het eeuwig Kind te zijn. Terwijl het de uitdaging is om het patroon zo danig te veranderen dat er gelijkwaardigheid onstaat en ieder de ander kan laten in de Mens die je bent.
In werkrelaties zijn patronen ook een heikel punt. Macht speelt een rol, want de Baas blijft de baas en de ondergeschikte kan maar tot op zekere hoogte eigen wensen en verwachtingen in brengen. Bij vriendschaps- en liefdesrelaties ligt het anders. Als het allemaal goed gaat en het de tijd overleeft, dan borduur je verder op het ooit geradeerde patroon. Je bent bereid om de armstukken weg te halen en te vervangen, er ruches en frutsels op te zetten, het korter of langer te maken.
Maar mensen zijn niet altijd daartoe bereid. In onze snelle tijd met de vele impulsen en werelden waarin je je kunt begeven, is het ook niet meer nodig. Je hebt het niet meer met elkaar te doen, zoals vroeger wel veel meer het geval was: Het dorp, de straat waarin je woonde: dat waren de mensen die bij je bleven.
Vriendschappen worden nu zomaar verbroken, liefdes komen en gaan. Ik weet het, dat is de moderne tijd. Maar iets in me zegt dat het ook heel erg de moeite waard is om telkens weer de creativiteit en inventiviteit op te brengen om het te dóen met de patronen die je ooit samen hebt geradeerd. Maar o, o, wat blijk je dan afhankelijk van anderen: Alleen samen kun je nieuwe patronen ontwikkelen van het samen te dragen kledingstuk. Alleen gaat het niet.