Gisterenavond op de tv in Profiel de bioloog Frans de Waal die apen bestudeerd. In Burgers Zoo in Arnhem leeft werelds grootste apenkolonie in gevangenschap. Ik heb er ook vaak naar gekeken en die chimpansees bestudeert. Met de kennis van hem, herken je ook in enige mate wat er zoal onderling aan interacties gebeurd, tussen die apen.
Uit zijn boek Van nature goed, over de oorsprong van goed en kwaad in mensen en andere dieren (1996) staat me vooral bij, dat apen opofferingsgezindheid kennen. Een eigenschap die voor zijn onderzoek niet des diers was, volgens de algemene beschaafde mening. Hij vertelt daar over twee zussen, waarvan de ene zwak is en in de groep wordt gepest en de andere zus, die haar voortdurend beschermt en ook eten uit haar eigen mond spaart en dat weggeeft.
Gisteren vertelde hij over de alfa-mannetjes. Hoe zijn focus veranderde door de moord op een alfa-mannetje. Dit mannetje was een heel goede leider, vredestichtend en sociaal en in de tijd van zijn leiderschap floreerde de hele kolonie. Totdat er twee andere jonge alfa-mannetjes een bondje met elkaar sloten en samen probeerden om de leider af te zetten. De spanningen in de groep stegen, er on stond een soort gevecht waar Leider won en de twee afdropen.
Maar de tijd schreed voort en opnieuw kwam de kolonie onder spanning te staan. De verzorgers scheidden de twee jonge alfa-mannen van elkaar wanneer ze de nachthokken in gingen. Op een dag klonken de twee jongen én de Leider aan elkaar: ze waren niet van elkaar te scheiden en hielden elkaar stevig vast. Uiteindelijk besloot men om ze dan maar met hun drieën in één hok te plaatsen, het kon niet anders. Een fatale beslissing: de vredelievende Leider werd door de andere twee vermoord. Waarschijnlijk had ook de Leider zich vergist in zijn eigen oplossend vermogen.
Tevoren was De Waal gefocust op het vermogen van dieren om samen te werken en sociaal te zijn. Maar door dit incident is hij geïnteresseerd geraakt hoe deze apen omgaan met hun 'goede' én 'kwade' impulsen. Doorgetrokken naar mensen meent hij dat moraliteit niet bestaat in een hoog verheven wereld die los staat van het gedrag. Het gaat niet om dénken over goed en kwaad, maar om het doén. Goed en kwaad zijn geen aparte grootheden: het zijn de omstandigheden die allerlei soorten van gedrag genereren.
Alfa-mannetjes: ik ben ze zelf in allerlei soorten en maten tegen gekomen. Ik ben natuurlijk toch een softie en een watje: Ik kan me bijna niet voorstellen hoe alfa-mannetjes er alles aan doen om hun zin te krijgen. Hoe er omstandigheden zijn waar een alfa-mannetje dat alleraardigst en charmant kan zijn, toch er naar streeft om een ander te elimineren. Het is een besef dat ik me ook eigen heb te maken: er is een glijdende schaal tussen mensen en dieren. Niks menselijks is de dieren vreemd en zo ook omgekeerd.