donderdag 5 november 2009

Poepgoed

Gisteren was ik in het Natuurmuseum, alwaar Nichtje haar verjaardagpartijtje hield. Poepgoed, een tentoonstelling over poep die daar regelmatig wederkeert; kinderen zijn daar dol op. Je kon er drollen werpen in twee wc'tjes en geuren raden: lavendel, dennengeur, mensenpoep, koeiemest, lekker joh! Er was een speurtocht en ik liep Zusje te assisteren terwijl Zwager aan het filmen was.

Interessant zo'n groep kinderen, waarvan sommigen elkaar al van school kennen vanaf de kleutertijd en anderen relatief nieuw waren, van dit jaar. Hoe dat samenklontert en ook weer af en toe uit elkaar gaat en 'onder ons' wil zijn. Echte meisjes met gevlochten haar, frutsels en franjes en een meisje dat twee koppen boven de andere uitstak in kwalitatief goedkopere en simpeler kleding. Dát was dus het meisje dat op haar verjaardag een pyjama vroeg omdat haar ouders gescheiden waren en ze bij haar vader geen pyjama had. Zo sneu, vond ik dat.

Dat meisje had al helemaal een overlevingsstrategie ingebouwd, brutaal zou men kunnen zeggen, niet meisjesachtig. Het ís zo: zo veel meisjes zijn echt Meisje, schattig en alert op de omgeving en wat behaagziek. Mijn zwak gaat dan toch uit naar het lelijkste en stilste meisje. Ze had een opgezwollen gezichtje met korsten en ze wilde nergens aan mee doen, maar stond overal wel dicht bij, alles intens in zich op te nemen. Ik luisterde met haar naar vogelgeluiden en wist drie keer een smalle glimlach bij haar te ontlokken en daarna kroop ze weer in haar schulp.

Alle meisjes deden ineens op het einde Truth or dare, ofwel Doen, Durven of de Waarheid, en ik deed ook mee. De Waarheid voor mij: Ben je verliefd? Nee, antwoordde ik en een ander meisje zei: Misschien is ze wel getrouwd. In de volgende ronde: Durven: durf jij hier op de bank te gaan staan? Natuurlijk! en de Meisjes vonden dat wel een foto waard, die Zusje schoot. Het stilste meisje had niet mee willen doen, maar bij de laatste opdracht die ik aan twee van hen gaf: Verzamel iedereen en zing met zijn allen één liedje, fluisterde ze tegen me, dat ze toch wel mee wilde doen.

Dus zong iedereen op het einde 'Lang zal ze leven,' inclusief Nichtje. Lang zullen ze allemaal leven, als alles volgens het plan verloopt, langer dan ik zelf, zij zijn de toekomst. In Duitsland schijnt het een gevleugeld begrip te zijn: de kinderloze regering. Er is daar in de regering helemaal niemand die kinderen heeft! Men schampert erover en weet daar geen goed raad mee. Dat de mensen die het beleid maken en over jou beslissen dat doen zonder de groei en bloei van kinderen in de eigen omgeving.

Tja. Is dat een bezwaar? Misschien een beetje. Je wereldbeeld wordt wellicht wat speelser en milder als je dagelijks poepluiers moet verschonen en verjaardagpartijtjes hebt te organiseren. Zo'n troep kinderen bij elkaar maken je bewust hoe verschillend een ieder is en dat tegelijkertijd groei en ontwikkelingsmogelijkheden ook al met de paplepel worden ingegoten. Je wil geen onderscheid, de een niet voortrekken boven de ander. Je gunt ze allemaal een leuk verjaarspartijtje en je hoopt dat het leven zo ook voor ze zal zijn: Poepgoed!